Molenbekenaar is na 107 dagen in kunstmatige coronacoma weer thuis

Stanislas Mubiligi (61) raakte in september vorig jaar besmet met het coronavirus. Hij belandde 107 dagen lang in een kunstmatige coma op intensieve zorg. Maar vandaag is de man opnieuw thuis. “Ik heb in mijn dromen met de dood gesproken. Het is een wonder dat ik nog leef.”

Het hele gezin Mubiligi werd in september vorig jaar getroffen door het coronavirus. Zoon Isaac (21) en zijn vrouw Venantie (55) worden als eerste ziek. Zij geven het virus door aan de zussen van Isaac, tot uiteindelijk ook papa Stanislas besmet wordt.

‘Moeilijk om positief te blijven’

Hij slaagt er niet in om het virus op eigen kracht te overwinnen en moet worden opgenomen in het ziekenhuis. “Zowel de dokters als wijzelf dachten dat hij na een week weer zou thuis zijn,” vertelt Isaac in Het Laatste Nieuws. Maar dat liep volledig anders. Stanislas zou uiteindelijk in een kunstmatige coma worden gebracht en daar pas 107 dagen later uit ontwaken. Tot nog toe lag niemand in ons land al langer in een coma door het coronavirus.

“Het was moeilijk om in die periode positief te blijven,” zeggen Marie-Salome (19) en Marie-Olive (17), de dochters van Stanislas. “Telkens als de dokters goed nieuws hadden, volgde er meteen iets slechts: ’De longen lijken iets vooruit te gaan vandaag. Maar zijn nierfunctie daalt.’ Of: 'Zijn hart is goed. Maar hij heeft een infectie.’”

De kansen op overleving waren bijzonder klein, maar Stanislas worstelde zich erdoor. Al was het ook voor hem een enorme lijdensweg. “Ik droomde dat ik met de dood sprak. Ik moest een zin foutloos uitspreken, en als dat niet lukte zou hij me meenemen. Telkens zei ik het fout, maar ik probeerde steeds opnieuw. Mijn broer zei later dat de dood te druk bezig was met spelletjes spelen en me uiteindelijk vergat. Want kijk, ik ben er nog. Het is een wonder, maar ik ben er nog.”