Albanese Brusselaar vraagt vrijspraak voor mensensmokkel

Een 53-jarige Albanese Brusselaar heeft na verzet de vrijspraak gevraagd voor mensensmokkel. Mateo G. ontkent dat hij samen met twee Italiaanse kompanen een Albanese migrant met de documenten van een van de Italianen op de ferry richting Engeland wilde loodsen. Bij verstek kreeg hij van de Brugse strafrechter 37 maanden cel voor die feiten.

Een Fiat Punto met Italiaanse nummerplaat bood zich op 3 februari 2019 aan in de haven van Zeebrugge om in te schepen op de ferry 'Pride of York'. Volgens hun Italiaanse documenten ging het om de Italianen Simone U. en Gaetano M. De passagier leek echter niet bepaald op de foto op zijn identiteitskaart. Uiteindelijk bleek het in werkelijkheid om de Albanees Armir S. te gaan. Zijn echte documenten werden aangetroffen in het handschoenkastje van het voertuig. S. kreeg zes maanden effectieve celstraf voor het gesjoemel met de identiteitskaart.

Bestuurder Simone U. gaf toe dat het de bedoeling was om S. naar het Verenigd Koninkrijk te brengen. De Milanees was eerst naar Brussel gereden samen met zijn streekgenoot Gaetano M., die pas maanden later werd opgepakt. De mensensmokkel was vanuit Italië georganiseerd door een Albanese bende, maar in ons land zou Mateo G. (53) ingestaan hebben voor de praktische organisatie. De Albanese Brusselaar liet verstek gaan voor zijn proces. Op 8 december 2021 werd hij door de Brugse strafrechter veroordeeld tot 37 maanden effectieve gevangenisstraf. Zijn Italiaanse medebeklaagden kregen toen 30 maanden cel met uitstel.

Voorhechtenis

Ondertussen zit Mateo G. voor andere feiten in voorhechtenis. De beklaagde tekende verzet aan tegen zijn veroordeling in de mensensmokkelzaak, waardoor hij woensdagochtend een nieuw proces kreeg. Volgens meester Stijn Leliaert werd de Albanees ten onrechte aan het dossier gelinkt. Naar eigen zeggen verbleef G. toen in Griekenland, omdat hij na een eerdere veroordeling België moest verlaten. De verklaringen van het slachtoffer volstaan volgens de verdediging niet om G. als dader te identificeren. "Ook het telefoonnummer van de smokkelaar is niet van hem", aldus meester Leliaert.

De rechter doet uitspraak op 1 maart.