Het arbeidshof van Brussel, dat geschillen tussen werknemers en werkgevers behandelt, zit in een impasse als gevolg van een meer dan tien jaar oude achterstand en de gevolgen van de coronacrisis. Dat schrijft L'Echo vrijdag. "Het probleem van de achterstand is compleet onoplosbaar," waarschuwt waarnemend eerste voorzitter Marc Dallemagne.
Arbeidshof van Brussel kampt met "onoplosbare" achterstand
Eind augustus lagen er bij het Brusselse hof 2.271 dossiers op een oordeel te wachten, zowat 39 procent van het totale aantal dossiers dat in de vijf arbeidsrechtbanken van het land (Brussel, Luik, Bergen, Gent en Antwerpen) moet worden behandeld. Momenteel duurt het 39 maanden om een geschil tussen een werknemer en zijn werkgever voor de rechter te brengen. Voor een geschil over een arbeidsongeval van een werknemer moet rekening worden gehouden met een wachttijd van 22 maanden.
De federale regering heeft middelen ter beschikking gesteld om een extra magistraat, een extra griffier en een extra assistent aan te werven bij het arbeidshof van Brussel, maar volgens Dallemagne zal dat niet volstaan om de achterstand weg te werken.
Lees meer over: Brussel , Justitie , arbeidshof