Het arbeidshof van Brussel heeft geoordeeld dat koeriers die maaltijden leveren voor Deliveroo, als werknemers beschouwd moeten worden. Dat meldt de socialistische vakbond BTB vrijdag in een persbericht. Het gaat om een uitspraak in beroep van het hof in een zaak die verschillende koeriers samen met BTB aangespannen hadden.
Koeriers Deliveroo zijn werknemers, zegt Brussels arbeidshof
Het hof volgde de stelling van de koeriers, veelal fietskoeriers, dat ze geen onafhankelijke platformmedewerkers zijn, maar wel werknemers. Het hof draait zo een uitspraak in eerste aanleg van de arbeidsrechtbank terug.
De uitspraak is niet alleen belangrijk voor de koeriers betrokken in deze zaak, maar voor de hele sector, stelt BTB. De uitspraak heeft een "enorme juridische waarde voor de toekomst", luidt de stelling.
De koeriers, voor wie er naar de rechtbank is gegaan, hebben volgens de vakbond recht op alle sociale voordelen en loon voor de betrokken periode. Berekening en uitspraak van bedrag zijn voor later.
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), die eveneens betrokken was in de zaak tegen de maaltijdbezorgingsdienst, zou nu op basis van het arrest van het hof sociale bijdragen kunnen vorderen van het bedrijf voor de betrokken werknemers in de betrokken periode.
Vooraf
Of de uitspraak van het hof een precedent kan scheppen voor alle andere platformmedewerkers is nog niet duidelijk. Wel gaat er aan de beslissing een lang proces vooraf die het statuut van koeriers, maar ook alle andere werknemers van platformbedrijven, correct moet bepalen. En dit zowel in ons land als op Europees niveau.
Sinds 1 januari bepaalt de Belgische wet op de platformeconomie al dat platformwerkers onder bepaalde omstandigheden recht hebben op een echt arbeidscontract. Als iemand bijvoorbeeld geen eigen klantenbestand kan uitbouwen of de vrijheid bij de uitvoering van het werk wordt beperkt, zijn dat argumenten voor een echt contract. Ook het beperken van de inkomsten van de platformwerker is zo'n criterium.
Maar dat had in de praktijk nog niet geleid tot arbeidscontracten, zei Martin Willems van United Freelancers, een tak van de christelijke vakbond daarover in november.
Het gaat uiteindelijk om een dertigtal koeriers die naar het Brusselse gerecht getrokken waren, met de steun van vakbonden en de RSZ. Het Brusselse arbeidsauditoraat had daarop begin 2022 beroep aangetekend tegen het vonnis van de Franstalige arbeidsrechtbank die Deliveroo destijds gelijk had gegeven.
Europese wetgeving nog niet voor meteen
En ook Europa besliste vorige week nog om de regels te verstrengen die de schijnzelfstandigheid voor werknemers bij platformbedrijven moeten aanpakken. Die zijn gelijkaardig aan de Belgische wet, en definiëren enkele criteria die bepalen wanneer koeriers werknemers zijn, zoals de mate van vrijheid om arbeidsuren te regelen. De Europese regels zouden bovendien ook de bewijslast omdraaien: niet de koerier, maar het platform moet bewijzen dat die eerste wel degelijk als zelfstandige wordt ingezet.
De beslissing van het Brussels Arbeidshof gaat dus nog een stap verder. Bovendien zijn die Europese regels nog niet voor meteen. Eerst moeten de lidstaten en het voltallige Parlement het akkoord nog bekrachtigen. Nadien hebben de lidstaten twee jaar tijd om de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving.
Lees meer over: Justitie , Economie , Deliveroo , arbeidshof
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.