Brusselaar schuldig aan doodslag en verkrachting

De jury van het hof van assisen van Henegouwen heeft Brusselaar Mickaël Van Haute (30) woensdag schuldig bevonden aan doodslag en de verkrachting van Néva, een meisje van 22 maanden. De feiten speelden zich af in de nacht van 1 op 2 februari 2021 in het Henegouwse Frameries.

Op 1 februari liet de moeder van Néva de beschuldigde - haar vriend - op haar twee dochters passen. Ze werd toen voor 24 uren in het ziekenhuis opgenomen voor een operatie. De beschuldigde had alcohol en cocaïne genuttigd en reageerde niet op telefoontjes en berichten van zijn partner, die zich grote zorgen maakte.

In het dossier spelen verschillende verzwarende omstandigheden: de kwetsbaarheid en de jonge leeftijd van het slachtoffer, de incest en de autoriteit van de beschuldigde tegenover het kleine meisje. Tijdens de eerste dag van het proces zei Van Haute dat hij boos werd op Néva, die huilde. Vanwege zijn toestand herinnerde hij zich de details niet meer, maar hij ontkende de verkrachting.

Het kind stierf door een hoofdletsel, als gevolg van slagen op het hoofd, aldus de wetsdokters. Zij verklaarden op de zitting dat er duidelijk sprake was van seksuele penetratie, waarvoor de verdediging de twijfel pleitte. Volgens meester Mevlut Turk wilde zijn cliënt Néva niet doden, maar haar enkel doen zwijgen. "Welke gevolgen kan je verwachten als je een baby van 22 maanden slaat?", wierp de pleiter op.

Woensdagnamiddag oordeelde de jury hem schuldig. Het rapport van de wetsdokters vermeldt meerdere sporen van slagen, verwondingen aan hart, longen, maag, lever en ogen. De juryleden zijn van oordeel dat de intentie om te doden vaststaat. Wat de verkrachting betreft, blijkt uit de anale en vaginale letsels dat er sprake was van penetratie "met een onbekend middel, maar dat enkel aan de beschuldigde kan worden toegeschreven, omdat ze samenvallen met de doodslag".