De Brusselse raadkamer moet zich maandag buigen over het dossier rond de teloorgang van Fortis, meer dan 11 jaar na de feiten. In dat dossier had het Brussels parket in 2013 besloten zeven ex-bestuurders van de Fortis-groep en Fortisbank voor de rechtbank te slepen, omdat zij de beleggers onvoldoende zouden geïnformeerd hebben over de blootstelling van Fortis aan de gevolgen van de vastgoedcrisis in de Verenigde Staten ten tijde van de overname van ABN Amro. Maar na bijkomend onderzoek en eerdere gerechtelijke beslissingen in binnen- en buitenland stelde het parket zijn visie bij en besloot het niemand meer te vervolgen.
Brusselse raadkamer buigt zich over einde van Fortisdossier
Lees ook: BNP Paribas Fortis schrapt 2.200 banen
Het gerechtelijk onderzoek naar de teloorgang van Fortis ging in oktober 2008 van start en spitste zich voornamelijk toe op de periode september 2007-april 2008. In die periode plande Fortis een kapitaalsverhoging, die werd doorgevoerd in september 2007. Naar aanleiding hiervan werd een prospectus verspreid en één van de onderdelen van die prospectus was de inschatting van de impact die de zogenaamde "subprime crisis", die zich op dat moment aan hget voltrekken was in de VS, zou hebben op de cijfers van de groep. De gebeurtenissen die plaatsvonden in mei-september 2008 en die leidden tot de ontmanteling van de groep maakten niet het voorwerp uit van het gerechtelijk onderzoek.
In de loop van het gerechtelijk onderzoek stelde onderzoeksrechter Burm ex-voorzitter Maurice Lippens, ex-ceo Jean-Paul Votron, diens opvolger Herman Verwilst, ex-financieel directeur Gilbert Mittler, diens voormalige rechterhand Lars Machenil, voormalig hoofd zakenbank Filip Dierckx en ex-directeur risk Reginald De Gols in verdenking en in februari 2013, nadat het onderzoek was afgesloten, besloot het Brusselse parket die zeven personen te vervolgen voor valsheid in geschrifte in de jaarrekeningen, oplichting en inbreuken op artikel 39 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, dat een aantal informatieverplichtingen voorziet.
Doorverwijzing of niet?
Volgens het parket leken er op dat moment voldoende bezwaren uit het onderzoek naar voor te komen om de verschillende individuele medewerkers en leidinggevenden van de Fortis groep en Fortis Bank te laten verwijzen. Na bijkomend onderzoek belandde het dossier eind 2016 opnieuw bij het parket, maar toen bleek dat er in Nederland onderhandelingen opgestart waren tussen Ageas, de rechtsopvolger van Fortis, en verschillende gedupeerden om een schikking te bekomen met de voormalige aandeelhouders in het kader van een zogenaamde WCAM Procedure (Wet collectieve afwikkeling massaschade). Opzet van die onderhandelingen was dat wie schade geleden had door het opdoeken van Fortis vergoed zou worden. Die onderhandelingen leidden uiteindelijk tot een schikking waarbij zo'n 290.000 beleggers zich aanmeldden om een schadevergoeding te krijgen voor een totaal bedrag van 1,3 miljard euro.
Het Brusselse parket besloot dan ook de zeven ex-bestuurders van de Fortis-groep en Fortisbank toch niet te vervolgen, onder meer omdat het niet zeker was dat het misdrijf van valsheid in jaarrekeningen en gebruik ervan kon worden aangetoond. Door het wegvallen van die tenlastelegging waren volgens het parket van Brussel ook de andere feiten verjaard. Maandag moet de Brusselse raadkamer oordelen of ze het dossier definitief afsluit, dan wel toch nog doorverwijst naar de correctionele rechtbank.
Lees meer over: Brussel , Justitie , Fortis , Brusselse raadkamer
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.