Dertiger riskeert gevangenisstraf voor aanranding tienermeisjes aan Noordstation

Het Brusselse parket heeft woensdag een gevangenisstraf van negen maanden gevorderd tegen een 35-jarige man die twee zestienjarige meisje zou hebben aangerand in en rond het Brusselse Noordstation. De dertiger zou de meisjes op drie verschillende data tegen hun wil hebben omhelsd en gezoend. Volgens de verdediging was er bij twee van die incidenten geen sprake van een aantasting van de seksuele integriteit.

Het eerste incident vond plaats op 23 december toen de dertiger een meisje aansprak dat op weg was naar school. Hij volgde haar en kwam tot vlak bij haar, waarna hij een arm om haar schouder legde. Vervolgens trok hij haar mee naar het vlakbij gelegen Maximiliaanpark, waar hij haar omhelsde, zijn handen op haar onderrug legde, en haar een tongzoen gaf. Nadien begeleidde hij het meisje terug naar het Noordstation, waar ze de vlucht kon nemen.

Enkele weken later, op 4 februari, benaderde de dertiger in het Noordstation een ander meisje, toevallig een vriendin van het eerste meisje, dat op haar trein stond te wachten. Hij knoopte een gesprek met haar aan en toen haar trein aankwam, omhelsde hij haar, waarbij hij ook ditmaal zijn handen op haar onderrug legde, en haar in de nek en op het voorhoofd zoende.

Een kleine week later, op 9 februari, stapten beide meisjes samen het Noordstation binnen en zagen daar de dertiger. Ze stapten op hem toe om zich ervan te vergewissen dat het wel degelijk om dezelfde man ging, en toen die dat zelf bevestigde, hield een van de meisjes hem aan de praat, terwijl haar vriendin de politie belde. Tijdens dat gesprek zou de dertiger zijn hand op de borst van zijn gesprekspartner gelegd hebben.

Dat laatste wordt alvast betwist door de verdediging: "Er is geen enkel bewijs, ook geen camerabeelden, dat er toen een fysiek contact is geweest. Bij het incident op 4 februari is er wel fysiek contact geweest, maar een omhelzing en een zoen op het voorhoofd zijn te licht om van een aantasting van de seksuele integriteit te spreken. Voor die twee feiten vragen we dan ook de vrijspraak."

"Wat er op 23 december gebeurd is, kan inderdaad niet door de beugel", ging de verdediging verder. "Maar mijn cliënt is zwakbegaafd en heeft moeite om in te schatten hoe hij zich in bepaalde situaties moet gedragen. Door zijn illegale verblijfssituatie bevindt hij zich ook in een zeer precaire sociale toestand. We vragen een straf die de voorlopige hechtenis niet overschrijdt."

Het vonnis valt op 31 juli.