Federaal parket eist 18 maanden tot 4 jaar voor Aberkan, Abrini en Jaffal

Op het proces over het Belgische luik van het onderzoek naar de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs heeft het federaal parket gevangenisstraffen van 18 maanden, twee jaar en vier jaar gevorderd tegen Zakaria Jaffal, Ibrahim Abrini en Abid Aberkan. Volgens het openbaar ministerie hebben de drie elk een rol gespeeld bij de voorbereiding en de nasleep van de aanslagen.

Zo bood Abid Aberkan onderdak aan Salah Abdeslam en Sofiane Ayari, nadat die twee op 15 maart 2016 in de Driesstraat in Vorst ontsnapt waren aan de politie.

"Aberkan beweert wel dat hij niet kon weigeren omdat Salah zijn neef was, maar er was meer", zei de federaal magistrate. "Hij laat Abdeslam en Ayari niet alleen schuilen bij zijn moeder, maar brengt hen ook eten en propere kleren. Hij krijgt daar ook te horen dat Mohamed Abrini zich ook ergens in Brussel schuilhoudt, met een andere groep terroristen. Ook daarvan verwittigt Aberkan niemand. Hij zorgt er dus voor dat de terroristen zich kunnen blijven verbergen terwijl ze nieuwe aanslagen voorbereiden."

Abid Aberkan was zelf ook sterk geradicaliseerd, zoals hij zelf toegaf, en stond in nauw contact, niet alleen met Salah Abdeslam, maar met verschillende verdachten van de aanslagen zoals Mohamed Abrini en Ahmed Dahmani. Hij had volgens het federaal parket ook trouw gezworen aan Islamitische Staat.

"Dat blijkt uit verschillende foto's waarop Aberkan te zien is terwijl hij een wijsvinger naar boven richt, in die periode een duidelijk teken van trouw aan IS", klonk het. "In de eerste jaren na de aanslagen toonde hij weinig medeleven met de slachtoffers en beschouwde hij vooral zichzelf als een slachtoffer. Sindsdien heeft hij wel een hele weg afgelegd en is er een zeker inzicht gekomen."

Abrini

Ibrahim Abrini was net als zijn twee broers Mohamed en Suleyman geradicaliseerd, aldus het federaal parket. "Hij stuurde 1.400 euro naar zijn broer Suleyman, die naar Syrië was vertrokken, en na diens dood smeedden Ibrahim en Mohamed plannen om zelf ook naar Syrië te trekken", ging de federaal magistrate verder. "Ook hij had contacten met Salah en Brahim Abdeslam, Abid Aberkan, en via Facebook met Abdelhamid Abaaoud en Youssef Bazarouj in Syrië."

Ibrahim Abrini trok zelf nooit naar Syrië, maar Mohamed wel, in juni 2015, voor een periode van drie weken. Volgens het federaal parket fungeerde Ibrahim in die periode als zijn contactpersoon in België. "Na de aanslagen van 13 november liet hij een computer en kleren van zijn broer Mohamed verdwijnen, en is hij het laatste contact van Ahmed Dahmani als die vanuit België naar Turkije is gevlucht en daar de grens met Syrië wil oversteken."

'Ça commence'

Zakaria Jaffal verkeerde volgens het federaal parket ook steevast in de kringen van Salah Abdeslam en Ahmed Dahmani, met wie hij regelmatig IS-propaganda bekeek, en van wie hij dus moest weten dat ze geradicaliseerd waren. Hij zou er ook bij geweest zijn toen de terroristen in de nacht van 12 op 13 november vanuit Brussel naar Parijs vertrokken.

"Op 13 november heeft hij de hele dag doorgebracht in het gezelschap van Ahmed Dahmani", zei de federaal magistrate. "Hij was er ook bij toen Ahmed Dahmani die dag een vliegticket naar Turkije kocht. Hij wist dat Dahmani geradicaliseerd was en enkele dagen later een enkelband zou krijgen. Het kan niet anders dan dat hij wist dat Dahmani vanuit Turkije zou verdertrekken naar Syrië om er zich aan te sluiten bij IS."

Op die bewuste avond van 13 november kreeg Jaffal om 21.40 uur een telefonische oproep van Ahmed Dahmani, die nauwelijks 15 seconden duurde, waarna Jaffal meteen zijn simkaart vernielde. "Waarom hij dat gedaan heeft, heeft hij nooit willen zeggen, maar 21.40 uur is net het tijdstip waarop de terroristen die in Parijs de Bataclan gaan binnenvallen een sms versturen met de boodschap 'ça commence'. Het is niet moeilijk een verband te zien tussen beide feiten", besloot de federaal magistrate.