Geen celstraf meer voor lichtste criminaliteit

Met het nieuwe strafwetboek dat in 2022 in werking moet treden, zullen rechters bij de laagste categorie misdrijven geen vrijheidsberovende straf meer kunnen opleggen.

Dat zegt minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) maandag in De Standaard.

Onder die categorie vallen lichte vormen van vandalisme, zoals graffiti, of bepaalde verkeersovertredingen zonder slachtoffers. Ook op corona-inbreuken zou geen celstraf mogen staan, vindt Van Quickenborne. Vorige week werden nog effectieve celstraffen uitgesproken voor corona-inbreuken zoals het schenden van de avondklok.

Het vrijstellen van sommige misdrijven van celstraffen ligt politiek gevoelig. In de vorige regering verzette vooral de N-VA zich ertegen. Van ­Quickenborne wil gevangenisstraffen ook niet verhogen, behalve voor seksuele misdrijven. "Ik geloof niet dat je met zwaardere straffen mensen beter uit de ­gevangenis laat komen", aldus de minister.

Extra gevangenen

Vanaf 1 december zullen bovendien alle celstraffen uitgevoerd worden, werd onlangs bij wet vastgelegd. Momenteel glipt alles onder de zes maanden door de mazen van het net. Straffen van minder dan drie jaar worden automatisch via een enkelband uitgevoerd. Vanaf december zal de strafuitvoeringsrechter ook veroordeelden tot bijvoorbeeld vijftien dagen naar de ­gevangenis kunnen sturen.

Door de uitvoering van alle straffen vanaf 1 december zijn er op termijn 600 tot 700 extra plaatsen in de gevangenissen ­nodig, waardoor de populatie boven de 11.000 zou uitstijgen. En onze gevangenissen zijn al zo overbevolkt. De regering opent nog dit jaar detentiehuizen. Tegen eind 2022 moeten de nieuwe gevangenissen van Haren en Dendermonde opengaan.