Raad van State oordeelt in voordeel van voorzitter Brussels hof van beroep

De voorzitter van het Brusselse hof van beroep Laurence Massart kan haar mandaat toch verlengen. Voormalig minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) had die mandaatverlenging geweigerd. Maar de Raad van State heeft die beslissing nu vernietigd.

Het vijfjarige mandaat van Massart loopt eind dit jaar af. Normaal kan het een keer verlengd worden, maar minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) had dat geweigerd, op grond van het beginsel rond taalkundige afwisseling. Volgens hem moest Massart worden opgevolgd door een Nederlandstalige voorzitter.

Massart, die ook het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 voorzat, vocht de beslissing aan en stelde twee beroepen in tegen de Belgische staat: één bij de Raad van State en het andere bij de Brusselse rechtbank van eerste aanleg. In die laatste zaak werd Massart al in het gelijk gesteld.

Nu haalt Massart haar tweede overwinning want de Raad van State vernietigt de beslissing van voormalig minister Van Quickenborne. Volgens de Raad van State is de minister namelijk niet bevoegd "om te weigeren het verzoek tot verlenging van verzoeksters mandaat over te zenden aan de bevoegde benoemings- en aanwijzingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie".

Het rechtscollege is daarnaast ook van oordeel dat uit de wetgeving rond het taalgebruik in rechtszaken niet kan afgeleid worden dat het taalevenwicht tussen het ambt van procureur-generaal en dat van de eerste voorzitter van het hof van beroep in Brussel "een permanente regeling zou vormen die de overheid zou verplichten daar bij elke wijziging, dat wil zeggen om de vijf of tien jaar, op toe te zien".