Iran laat ruim 1.000 gevangenen vrij, maar niet VUB-prof Djalali

De Iraans-Zweedse arts en VUB-gastdocent Ahmadreza Djalali is niet bij de meer dan 1.000 buitenlandse gevangenen die dinsdag in Iran zijn vrijgelaten. "Zijn toestand is voor zover wij weten niet veranderd en blijft dus slecht", zegt Wies De Graeve, directeur van Amnesty International in Vlaanderen.

Ahmadreza Djalali doceerde in Zweden en was gastdocent aan de VUB tot hij in 2016 gearresteerd werd tijdens een werkbezoek in Iran en beschuldigd werd van spionage. Eind oktober 2017 werd hij ter dood veroordeeld.

Dat proces verliep niet helemaal eerlijk. Djalali werd tot bekentenissen gedwongen door middel van psychische folteringen en spendeerde de eerste drie maanden van zijn detentie in de isoleercel. Amnesty drong al herhaaldelijk aan op zijn vrijlating, maar voorlopig zonder succes.

Duizenden vrijlatingen

De Iraanse justitie besliste dinsdag meer dan 1.000 buitenlanders de toestemming te geven de gevangenis te verlaten. Vooral heel wat Britten en Amerikanen mochten hun Iraanse cel verlaten. Eerder waren al 100.000 gevangenen tijdelijk vrijgelaten.

Nog eens 10.000 andere gevangenen gratie hadden gekregen naar aanleiding van het Iraanse Nieuwjaar (Noroez), dat op 20 maart plaatsvond. Volgens de informatie waarover Amnesty beschikt zit Ahmadreza Djalali echter nog steeds in de gevangenis. "Aan zijn toestand is niets veranderd", zegt De Graeve.

Vrees voor besmetting

Amnesty maakt zich grote zorgen. "Geen nieuws is in dit geval slecht nieuws. Bovendien weten we dat het coronavirus ook in de Iraanse gevangenissen woedt. Als Ahmadreza besmet zou raken, zou dat gezien zijn slechte gezondheidstoestand, heel gevaarlijk kunnen zijn."

De Graeve foetert. "Als expert rampengeneeskunde zou nu zelf zou kunnen helpen om de pandemie te bestrijden", merkt hij op. Amnesty blijft Djalali's situatie in de schijnwerpers zetten, aldus nog de directeur. "We zijn ervan overtuigd dat dat ervoor heeft gezorgd dat hij nog niet is terechtgesteld."