Megaproces oplichters tweedehandswagens van start: 'Niet verantwoord met corona'

In Brussel is deze namiddag het megaproces van start gegaan tegen een tachtigtal beklaagden die terechtstaan voor enkele honderden feiten van oplichting bij de aankoop van tweedehandswagens. Verschillende betrokken partijen vragen zich af of de coronamaatregelen wel voldoende gevolgd kunnen worden.

Zo’n 1.200 mannen en vrouwen van de federale en lokale politie voerden in mei 2019 huiszoekingen uit in kampen van woonwagenbewoners in en rond Brussel, de regio Charleroi en in Frankrijk. Daarbij nam de politie 90 woonwagens, 91 wagens, 34 gebouwen, juwelen, 23 luxe-horloges en 1 miljoen euro in beslag, alsook een resem vuurwapens.

Volgens het federaal parket zou de bende honderden slachtoffers hebben gemaakt toen die hun wagen verkochten. De zogenaamde kopers betaalden de wagen met een app op hun smartphone of toonden een vervalst overschrijvingsbewijs. Pas na enkele dagen ontdekten de slachtoffers dat ze bedrogen waren en dat het geld nooit op hun bankrekening was gestort. De verkopers waren dan al lang verdwenen en de auto was naar het buitenland verscheept.

Criminele organisatie van 81 beklaagden

Het federaal parket bracht uiteindelijk 81 beklaagden in kaart en vervolgt hen als één grote criminele organisatie, dat door de oplichtingen 6,5 miljoen euro buit zou hebben gemaakt. Vandaag/maandag gaat het proces van start op de nieuwe Justitia-site waar vroeger het NAVO-hoofdkwartier gehuisvest was.

“Een deel van ons verdient het hier te staan”, reageert een van de verdachten bij de aanvang van het proces. “Maar hier zijn verschillende mensen aanwezig die er niets mee te maken hebben. Bij ons werkt iedereen voor zichzelf en voor zijn gezin. Wij werken niet in groep, dit is geen criminele organisatie.”

“Ik denk dat dit bijzonder moeilijk is voor alle partijen en voor de rechtbank”, zegt advocaat Dimitri de Béco, die enkele verdachten bijstaat. “Klopt de link tussen al deze beklaagden? Mijn cliënten zeggen mij dat ze 90% van de mensen hier niet kennen. Je ziet eigenlijk dat je niet te maken hebt met één grote bende zoals men probeert voor te stellen."

Proces zal twee maanden duren

Het hele proces zal zo’n twee maanden duren. "De ambitie om dergelijke grote processen te houden is wel mooi, zeker met het oog op het aanhouden van mensen uit de bovenwereld. De vraag is of justitie dit wel aankan. Een proces van twee maanden, dat is onhoudbaar voor de organisatie van de rechtbank", vindt de Béco.

De strafpleiter vraagt zich ook af, net als vele anderen, of dit proces kan doorgaan in de huidige sanitaire situatie. “Het zijn bijzondere tijden”, aldus de Béco. “Het is volgens mij niet verantwoord dat alle beklaagden hier elke dag aanwezig moeten zijn. We zitten met zo’n honderd mensen in een amper verluchte zaal, op een meter van mekaar. Als we hier met een superverspreider zitten, hebben we volgende week nog maar de helft van de advocaten over.”

Ex-bewaker ontkent betrokkenheid

Een voormalig bewakingsagent van de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen (DIV) heeft in het proces rond grootscheepse oplichting met voertuigen voor de correctionele rechtbank van Brussel ontkend dat hij op de hoogte was van de oplichting.

"Ik kreeg van (beklaagde) Mohamed B. enveloppen die ik direct aan een medewerker aan de loketten van de DIV moest geven", aldus de ex-bewakingsagent. "Ik had Mohamed B. ontmoet in een shishabar waar ik soms na het werk naartoe ging om naar voetbal te kijken. Hij had zich voorgesteld als garagist en me gevraagd om die dienst, aangezien afspraken bij de DIV te veel tijd in beslag namen."

"Ik wist dat het ging om de aanvraag van nummerplaten. Het waren er ongeveer vijf per week, van november of december 2018 tot februari of maart 2019. Maar ik wist niet dat het om frauduleuze aanvragen ging en dat de DIV-werknemer een commissie ontving", aldus de voormalige bewaker.

Ex-agent hielp met valse verklaringen

Een ex-politieman, die werkte in een commissariaat in Anderlecht, werd maandag ook gehoord door de rechtbank voor zijn deelname in de oplichtingszaak. Hij bekende dat hij sommige van de hoofdverdachten geholpen heeft, onder meer met het opstellen van valse verklaringen van verlies van een van de twee delen van een inschrijvingsbewijs van een voertuig.

De voormalige agent verklaarde nog dat hij op een gegeven moment wilde stoppen met die "diensten", omdat hij steeds meer lastiggevallen werd.