Overheid moet 'al het mogelijke' doen om zes kinderen uit Syrië te halen

De Belgische overheid moet "alle noodzakelijke en mogelijke maatregelen nemen" om de zes minderjarige kinderen van twee Belgische IS-vrouwen in Syrië terug te halen naar België. Dat heeft een Brusselse rechter in kortgeding beslist.

Het gaat om een zaak rond zes kinderen tussen 0 en 6 jaar oud met moeders uit het Antwerpse, die momenteel samen met hun moeders vastzitten in een Koerdisch kamp in het noorden van Syrië.

Volgens de advocaat van de moeders verblijven de kinderen er in erbarmelijke omstandigheden en is de kans reëel dat minstens één van hen de winter niet overleeft.

Dwangsom

Een Brusselse rechter heeft in kort geding beslist dat de Belgische Staat alles moet doen om de kinderen vanuit Syrië te laten doorreizen naar België. Ons land moet daarvoor het eigen diplomatiek en/of consulair personeel of dat van een andere EU-lidstaat inschakelen, contacten en afspraken maken met de plaatselijke autoriteiten, de kinderen en de moeders de nodige administratieve, identiteits- en reisdocumenten bezorgen en de reis van de moeders beveiligen.

De Belgische Staat moet dit doen binnen de 40 dagen, op straffe van een dwangsom van 5.000 euro per dag vertraging en per kind. Het bedrag is wel begrensd tot 1 miljoen euro. De Staat kan nog in beroep gaan tegen de beslissing. Volgens VRT NWS zal dat wellicht ook gebeuren.

Volgens het OCAD, het orgaan dat de dreigingsanalyse in ons land coördineert, bevinden zich in totaal nog een 15-tal Belgische kinderen in de kampen en een 170-tal minderjarigen in de conflictgebieden in Syrië en Irak. De overgrote meerderheid zijn kinderen jonger dan zes. In eventuele latere rechtszaken kan de rechter verwijzen naar dit vonnis.