Justitia site in Haren: het assisenproces van de aanslagen in Brussel van 22 maart 2016 in Metrostation Maalbeek en Brussels Airport

| Justitia site in Haren: het assisenproces van de aanslagen in Brussel van 22 maart 2016 in Metrostation Maalbeek en Brussels Airport.

Proces aanslagen

'Abrini heeft alleen zichzelf gered door zijn kar achter te laten'

© Belga
06/06/2023
Updated: 06/06/2023 17.38u

Op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 heeft het openbaar ministerie gevraagd om acht van de tien beschuldigden te veroordelen als mededader van terroristische moord en poging tot moord. Smail Farisi is volgens het OM enkel schuldig aan deelname aan een terroristische groep, terwijl het parket vroeg om zijn broer Ibrahim Farisi vrij te spreken.

17.22 uur: Advocate Life4Brussels: Abrini heeft alleen zichzelf gered door zijn kar achter te laten

Beschuldigde Mohamed Abrini was geen held toen hij zijn kar achterliet in Brussels Airport in de buurt van een klein meisje. Dat zei Valérie Gérard, advocate van collectief Life4Brussels, dinsdag. "Hij heeft alleen zichzelf gered. Dat kleine meisje heeft hij achtergelaten op de grens van leven en dood."

Na vijf dagen requisitoir begonnen dinsdagnamiddag de burgerlijke partijen aan hun pleidooien. Als eerste kwamen de slachtoffercollectieven aan het woord. Valérie Gérard van Life4Brussels omschreef met veel voorbeelden de horror waarmee de directe en indirecte slachtoffers geconfronteerd werden tijdens en na de aanslagen.

Ze noemde het "bloedstollend" hoe de terroristen zoveel mogelijk slachtoffers wilden maken. Naast de schade door de schokgolf en de hitte van de explosie, wilden ze met metalen scherven, bouten en moeren nog meer slachtoffers maken. De advocate beschreef de "oorlogswonden" van de slachtoffers, van amputaties tot zware brandwonden en verminkingen. "Verwondingen die je niemand toewenst als je een beetje menselijkheid hebt."

Naast de 'opvallende' verwondingen zijn er ook de vele gehoorsproblemen veroorzaakt door de blast, die verlammend kunnen zijn en sociale, professionele en familiale problemen kunnen veroorzaken. En dan zijn er de vele slachtoffers met psychologische problemen, wat ook erg zwaar weegt op hun entourage.

Gérard noemde ook één beschuldigde bij naam: Mohamed Abrini. Die had verklaard dat hij zijn bom niet wilde doen ontploffen omdat er in de luchthaven ook vrouwen en kinderen waren, maar liet de zak volgens de advocate wel achter in de buurt van een klein meisje, "dat hij zo achterliet op de grens tussen leven en dood". "We weten dat de explosieven onstabiel waren, dat een simpele aanraking van een hulpverlener die het meisje had willen redden, ze had kunnen doen ontploffen", aldus Gérard. "Abrini is helemaal geen held, hij wilde alleen zichzelf redden en vergat daarbij zijn hoed niet mee te nemen."

15.46 uur: Advocaat V-Europe: "Ze waren niet op slechte plaats op slechte moment"

"Ze waren niet op de slechte plaats op het slechte moment." Op die manier ving advocaat Nicolas Estienne, die slachtofferorganisatie V-Europe vertegenwoordigt, de pleidooien aan van de burgerlijke partijen op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016.

De advocaten van verschillende collectieven, zoals V-Europe en Life4Brussels, maar ook individiduele advocaten en advocaten van instellingen zoals de MIVB en Brussels Airport, stemden hun pleidooien op elkaar af op het proces. Maryse Alié, de advocate van Life4Brussels, presenteerde dinsdagmiddag hun werkwijze voor de komende dagen.

In die introductie verwees ze ook naar de beschuldigden in de box als naar de "banaliteit van het kwaad", waarmee filosofe Hannah Arendt nazi-oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann beschreef tijdens zijn proces. Ze vroeg de jury om de beschuldigden in de box - de broers-Farisi dus niet - een voor een schuldig te verklaren aan terroristische moord en moordpoging, en deelname aan de activiteiten van een terreurgroep.

Nadien vingen de pleidooien aan met een 'woord voor de slachtoffers', door advocaten Nicolas Estienne (V-Europe) en Valérie Gerard (Life4Brussels). "Ze waren niet op de slechte plaats op het slechte moment", zo begon Estienne voor een zaal die muisstil was geworden, en die - in tegenstelling tot vele andere dagen op het proces - was volgelopen met veel slachtoffers en nabestaanden.

"Ze waren op de luchthaven voor hun werk, om te reizen, om familie en geliefden terug te zien. Ze waren in de metro om naar hun werk te gaan, naar school, de unief of gewoon voor een afspraak. Ze waren jong en minder jong, van alle politieke en religieuze gezindtes. Ze waren op de weg van het leven, met hoogtes en laagtes, geluk en verdriet, de weg die we elke dag volgen", zei Estienne, die eraan toevoegde dat de slachtoffers allemaal een goede reden hadden om te zijn waar ze waren.

Estienne zei dat het onmogelijk was om in enkele minuten te praten over alle slachtoffers, die elk hun eigen verhaal hebben. Hij zei dat de getuigenissen van slachtoffers en nabestaanden "het sterkste moment van het proces" waren, maar dat zijn eerste woord er was voor de vele slachtoffers die de jury niet kon horen, om wat voor reden dan ook. Hij zei dat het niet uit desinteresse was, maar omdat het voor sommigen gewoon te moeilijk was om de horror te herbeleven. Hij zei dat iedereen op gerechtigheid zit te wachten en riep op om het vertrouwen te herstellen in de rechtstaat, dat de terroristen wilden verbreken. "Het is het beste middel tegen de gesel van het terrorisme."

Estienne beschreef vervolgens nog de schade die de schokgolf van de bommen aanrichtte bij de vele slachtoffers, met fysieke en psychische wonden, zichtbare en onzichtbare, en die soms pas na weken of maanden opdoken. Maar hij beklaagde zich er ook over dat de verzekeraars weigeren om sommige groepen als slachtoffer te erkennen, met name de eerste hulpverleners die ter plaatse kwamen en in niets voorbereid waren op wat ze te verduren kregen. "Allemaal verdienen ze het om als volledig slachtoffer erkend te worden", besloot hij.

14.28 uur: Requisitoir afgelopen: OM vraagt acht beschuldigden te veroordelen als mededader moord

Federale procureurs Paule Somers en Bernard Michel sloten dinsdagmiddag hun vijf (korte) procesdagen durende requisitoir af met de broers-Farisi. Smail Farisi werd door de kamer van inbeschuldigingstelling doorverwezen als medeplichtige van terroristische moord en poging tot moord, maar het parket vroeg om hem enkel te veroordelen voor deelname aan de activiteiten van een terroristische groep. Volgens het OM wist hij dat de mensen die in zijn appartement verbleven deel uitmaakten van een terreurgroep, maar wist hij niet dat een aanslag imminent was.

Zijn broer Ibrahim Farisi wist volgens het OM niet wie er in het appartement van zijn broer had gelogeerd dat hij had helpen leegmaken. De vorderingen voor de acht andere beschuldigden liggen in de lijn van de verwachtingen: ze werden allen door de KI doorverwezen voor moord en poging tot moord in een terroristische context.

Volgens het OM boden Oussama Atar, Mohamed Abrini, Osama Krayem, Salah Abdeslam, Sofien Ayari, Ali El Haddad Asufi, Bilal El Makhoukhi en Hervé Bayingana Muhirwa op hun manier op hun manier essentiële hulp bij de aanslagen. Daarom vragen ze om hen te veroordelen als mededader van terroristische moord en moordpoging en niet als medeplichtige, wat hen een hogere straf kan opleveren. Het OM vraagt ook om de acht te veroordelen voor 36 moorden en geen 32. Voor vier slachtoffers, die in de maanden en jaren na de aanslagen overleden, vraagt het een herkwalificatie van poging tot moord naar moord.

12.02 uur: OM vraagt vrijspraak voor Ibrahim Farisi voor deelname aan activiteiten terreurgroep

Het openbaar ministerie heeft geen sluitende bewijzen dat Ibrahim Farisi op de hoogte was dat er terroristen verbleven in het appartement van zijn broer in de Kazernenlaan in Etterbeek dat hij na de aanslagen hielp leegmaken. Federaal procureur Paule Somers vroeg dinsdag op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 tijdens haar requisitoir dan ook om hem vrij te spreken voor deelname aan de activiteiten van een terroristische groep.

Ibrahim Farisi werd door de kamer van inbeschuldigingstelling enkel doorverwezen voor deelname aan de activiteiten van een terrurgroep. Hij was de enige beschuldigde op het terreurproces die niet werd doorverwezen voor moord en poging tot moord. Het OM had zelf gevraagd om Ibrahim Farisi en zijn broer Smail door te verwijzen naar de correctionele rechtbank voor deelname aan de activiteiten van een terroristische organisatie. Uiteindelijk verwees het KI beide broers toch door naar assisen, Smail Farisi ook voor medeplichtigheid aan terroristische moord en poging tot moord. Het OM vroeg eerder op de dag echter om Smail Farisi enkel te veroordelen voor deelname aan de activiteiten van een terreurgroep.

Procureur Paule Somers overliep in haar requisitoir de verschillende elementen die het KI hadden aangezet om Ibrahim Farisi door te verwijzen naar assisen. De belangrijkste vraag was daarbij: heeft Ibrahim Farisi met kennis van zaken de terreurgroep geholpen toen hij het appartement verliet voor de verhuis van Ibrahim El Bakraoui en toen hij na de aanslagen het appartement leegmaakte?

Het feit dat Ibrahim El Bakraoui een handschoen droeg aan zijn linkerhand toen hij de rugzak waarin de tweede bom van Maalbeek had gezeten naar buiten bracht, werd als eerste element niet weerhouden. "Er zat geen TATP meer in de rugzak en hij raakte die ook met zijn rechterhand aan. Hij wilde dus niets verstoppen met die handschoen", aldus Somers. Ook het feit dat Ibrahim vanuit een phoneshop belde naar een kennis om hem te helpen verhuizen bewijst niets: hij had op dat moment geen belkrediet, aldus Somers. En de "Fumier" aan wie Ibrahim El Bakraoui een bedankingsbrief stuurde, was wel degelijk Smail Farisi, niet Ibrahim.

Tijdens verhoren zei Ibrahim, die een tiental dagen in het appartement woonde voor Ibrahim El Bakraoui er begin oktober 2015 introk, dat hij niet wist wie na hem in het appartement kwam wonen. Zo gaf hij aan dat Smail enkel had gezegd dat hij "iemand" zou meenemen naar het appartement en dat hij zich geen verdere vragen had gesteld. Ook over het feit dat het appartement leeggemaakt moest worden de dag na de aanslagen stelde Ibrahim zich geen vragen. Zo had zijn broer hem eerder al gezegd dat hij het appartement wilde opzeggen omdat het te duur was en wilde Ibrahim materiaal ophalen dat voor hem nog nuttig kon zijn. Hij merkte naar eigen zeggen ook niets speciaals op in het appartement op 23 maart.

Over bepaalde elementen zijn er tegenstrijdige verklaringen. Zo had Ibrahim Farisi in een eerste verhoor verklaard dat hij al op 23 maart wist wie er in het appartement had gelogeerd, maar later zei hij dat hij dat pas op 9 april wist, de dag dat hij werd opgepakt. "We kunnen niet met zekerheid zeggen wanneer hij op de hoogte werd gebracht", zei Somers.

Het OM hoopte tijdens het proces ook meer duidelijkheid te krijgen over de familiebijeenkomst die had plaatsgevonden na de aanslagen. De ex-vriendin van Smail had in eerdere verhoren verklaard dat er volgens de zus van de Farisi's net na de aanslagen een gesprek had plaatsgevonden met "heel de familie" en dat een deel van de familie hem had afgeraden om naar de politie te gaan. Tijdens haar getuigenis op het proces verklaarde de vrouw dat die vergadering pas na de verhuis van het appartement had plaatsgevonden, dus na 25 maart. De vader van de Farisi's ontkende tijdens zijn getuigenis dan weer met klem dat er überhaupt een familievergadering had plaatsgevonden.

"We hebben geen telefoniegegevens van de ouders, de broer en zijn zussen, we kunnen onmogelijk uitmaken wanneer de vergadering plaatsvond. Bovendien wist de ex-vriendin niet welke van de twee broers van Smail (de Farisi's hebben nog een jongere broer, red.) aanwezig was bij het gesprek", aldus Somers. "Aan zijn ex zei Smail dat zijn broer niets te maken had met de terroristen en dat hij enkel zijn broer heeft ondersteund als een goede broer." Ook zei Smail in een verhoor dat hij pas op 9 april aan Ibrahim vertelde dat hij zijn appartement onderverhuurde aan terroristen.

Ook het verdwenen materiaal uit de Kazernenlaan is voor het OM geen bewijs tegen Ibrahim Farisi. Nochtans verklaarde die verschillende keren dat zijn broer zakken met kleren had weggehaald uit het appartement, terwijl nu geweten is dat dat niet klopt. "Waarom zouden ze zwijgen over die kleren als ze niet weten dat die problematisch zijn", vroeg Somers zich af. "Maar we hebben geen antwoord gekregen op onze vragen."

10.33 uur: OM vraagt om Smail Farisi enkel te veroordelen voor deelname aan activiteiten terreurgroep

Op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 heeft het openbaar ministerie gevraagd om Smail Farisi enkel te veroordelen voor deelname aan de activiteiten van een terroristische organisatie. De kamer van inbeschuldigingstelling had hem ook doorverwezen als medeplichtige van moord en poging tot moord, maar daarvoor ziet het parket onvoldoende bewijzen.

Volgens federaal procureur Bernard Michel heeft Smail Farisi wel degelijk met kennis van zaken hulp geboden aan de terreurgroep, hoewel Farisi steeds heeft volgehouden dat hij niet wist wat de plannen waren van Ibrahim El Bakraoui. Het OM gelooft dat dat in het begin het geval was, toen hij in oktober 2015 zijn appartement in de Kazernenlaan in Etterbeek op vraag van Ali El Haddad Asufi aan kamikaze Ibrahim El Bakraoui onderverhuurde, maar is ervan overtuigd dat Farisi in de maanden nadien steeds meer begon te beseffen wat er gebeurde in zijn appartement.

"Toch nam hij geen afstand van zijn jeugdvriend", aldus procureur Michel, die aangaf dat Smail Farisi tientallen keren in het appartement was. Meestal in aanwezigheid van Ibrahim El Bakraoui, maar vaak ook alleen. "El Bakraoui zei dat hij zich verstopte voor de politie, maar toch ging hij regelmatig naar buiten. Toen hij alleen in appartement was, was dat voor Farisi een moment om afstand te nemen en zich vragen te stellen", aldus Michel. Ook had Farisi's moeder gezegd dat Smail niet te veel vertrouwen mocht hebben in de mensen. Michel gaf enkele voorbeelden van momenten waarop het "voor elke normale, intelligente persoon" duidelijk zou moeten zijn dat er meer aan de hand was. Zo zag Smail Farisi in november Mohamed Bakkali in het appartement, die kort nadien wel opgepakt in verband met de aanslagen van Parijs. "Na Parijs en na Verviers leefde iedereen met angst voor een terreuraanslag", benadrukte Michel.

Ook wees de procureur erop dat de vrienden van Farisi vanaf midden november niet meer binnen mochten in het appartement: "ofwel had hij toen instructies gekregen van Ibrahim El Bakraoui, ofwel had hij zelf beseft dat het beter was dat zijn vrienden El Bakraoui niet zouden zien", aldus Michel. "Het is duidelijk dat Farisi tussen die twee momenten heeft nagedacht."

Na de dodelijke schietpartij in de Driesstraat in Vorst op 15 maart 2016 en de publicatie een dag later van de foto's van de broers-El Bakraoui in de krant als "de terroristen die paniek zaaiden in Brussel", kon Farisi niet anders dan weten wat er aan de hand was, zei Michel. In zijn verhoren gaf Farisi aan dat hij in paniek was, maar Michel wees erop dat hij toch bleef terugkeren naar het appartement. Ook na 16 maart, wanneer enkel Khalid El Bakraoui in het appartement is en ook Osama Krayem er arriveert blijft hij helpen door boodschappen te doen en eten te brengen. "Hij hielp dus de terreurgroep, niet alleen zijn oude vriend Ibrahim El Bakraoui", aldus Michel. Volgens hem gaf het alcoholgebruik van Farisi hem moed om toch te blijven terugkeren. "Hij dronk om te vergeten dat hij zijn appartement aan terroristen uitleende", aldus de procureur, die aangaf niet te geloven dat Farisi "subdebiel" is.

Tot slot hamerde Michel op het feit dat Farisi ook na de aanslagen bleef helpen. Zo maakte hij met zijn broer het appartement leeg na de aanslagen, "om het de politie zo moeilijk mogelijk te maken bij haar onderzoek". Bovendien zei hij op de televisiebeelden Khalid El Bakraoui te herkennen als 'man met het hoedje'. "Hij maakte zelf meteen de link tussen de aanslagen en het appartement in de Kazernenlaan, hij was er zich van bewust."

Het OM acht het dus bewezen dat Smail Farisi geholpen heeft bij de activiteiten van een terroristische organisatie. Het vraagt echter om hem vrij te spreken als medeplichtige van moord en poging tot moord in een terroristische context. "Hij wist dat hij een terreurgroep hielp, maar wist jij dat de groep een aanslag met explosieven ging plegen?", vroeg Michel aan het hof. "Was hij op de plaatsen waar de zakken met explosieven waren, heeft hij de zakken gezien, heeft hij wapens gezien, gekocht of gekuist, heeft hij de moeren en bouten gezien. Niets wijst erop dat hij op de hoogte was dat er een aanslag dreigde."

5 uur: Einde requisitoir voorzien

Het federaal parket begon vorige week dinsdag zijn requisitoir en ging daarbij een voor een alle beschuldigden af. Dinsdagvoormiddag zijn de broers-Farisi aan de beurt. Smail Farisi onderverhuurde zijn studio in Etterbeek aan de terroristen, Ibrahim Farisi hielp de studio leegmaken na de aanslagen.

In de namiddag beginnen de burgerlijke partijen met hun pleidooien. Enkele tientallen advocaten, sommige van collectieven als V-Europe en Life4Brussels, andere die individueel werken, stemden hun pleidooien op elkaar af.

"Er is de voorbije weken hard gewerkt aan goede afspraken om efficiënt te pleiten", zei Sanne De Clerck, advocate van V-Europe. De advocaten die de krachten bundelden, zullen tot en met komende dinsdag pleiten. Woensdag pleiten vier andere advocaten.

Bij V-Europe valt te horen dat dinsdagnamiddag begint met een introductie, waarbij de burgerlijke partijen hun plan voor de pleidooien zullen uiteenzetten. Ook is er een kort "woord voor de slachtoffers", door advocaten Valérie Gerard (Life4Brussels) en Nicolas Estienne (V-Europe).

Woensdagvoormiddag gaat het vervolgens over theoretische begrippen als 'strafbare deelneming door onthouding' en 'herkwalificaties'. Nina Van Eeckhout, advocate van de weduwe van Nic Coopman, zal het hebben over dat eerste begrip. Sanne De Clerck (V-Europe) zal pleiten over Shanti De Corte.

De jonge vrouw, die de aanslag in Zaventem meemaakte, kreeg zes jaar na de aanslagen euthanasie wegens psychisch lijden. Het parket vroeg voor haar, en voor drie andere slachtoffers, een herkwalificatie van poging tot moord naar moord.

Guillaume Lys, advocaat van V-Europe, geeft woensdag tot slot per beschuldigde een steekkaart van alle belastende elementen. De dagen nadien wordt dat verder uitgewerkt.

Aanslagen Brussel 2016

Op de luchthaven van Zaventem ontploften op 22 maart 2016 twee bommen. Ook in metrostation Maalbeek was er een explosie. Op 12 september ging het proces, dat 9 maanden zal duren, van start in Brussel.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni