Vandaag, woensdag, lieten de onderzoeksrechters en de speurders hun licht schijnen op de rol van Mohamed Abrini - die bekendstaat als de 'man met het hoedje' - in de aanslagen van 22 maart 2016. Abrini trok die ochtend met de kamikazes Najim Laachraoui en Ibrahim El Bakraoui naar Brussels Airport, maar bracht zijn bagage niet tot ontploffing en vluchtte weg.
Proces terreuraanslagen: Mohamed Abrini bereidde Syrië-trip grondig voor
17.22 uur: Osama Krayem zal al zeker geen antwoorden geven bij ondervraging
Beschuldigde Osama Krayem zal geen antwoorden geven bij zijn ondervraging op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016. Dat zei zijn advocate Gisèle Stuyck woensdag. Op de vraag of Mohamed Abrini antwoorden zal geven, zei zijn advocate Laura Pinilla dat ze "geen kristallen bol" heeft.
Bij de profielschets van beschuldigde Mohamed Abrini, die de onderzoekers woensdag voorstellen, waren die 's middags aanbeland bij het moment van de arrestatie van Abrini. Dat gebeurde op 8 april aan het Albert I-plein in Anderlecht. De politie had een neef van Abrini geschaduwd, van wie ze vermoedde dat Abrini met hem contact had gezocht. Nadat de neef hem een klein pakje had gegeven in een parkje (volgens Abrini ging het om geld), onderschepte de politie de voortvluchtige.
Onderzoeksrechter Sophie Grégoire las woensdagmiddag op het proces voor uit de verhoren van Abrini vlak na zijn arrestatie. Hoewel hij op 8 april nog in een politieverhoor verklaarde dat hij niet wist wie de 'man met het hoedje' was, gaf hij een dag later in een verhoor met de onderzoeksrechter toe dat hij het was geweest die zijn zak met explosieven had achtergelaten en was weggevlucht in Brussels Airport. Ook over zijn verblijf bij beschuldigde Hervé Bayingana Muhirwa in de Tivolistraat in Laken legde hij wisselende verklaringen af.
"Hij is veel verhoord in de loop van het onderzoek", besloot Grégoire. "Maar zijn verklaringen fluctueerden. Soms bleef hij vaag, andere keren veranderde hij zijn versie."
Waarop voorzitster Laurence Massart de vraag stelde of Mohamed Abrini zelf klaarheid zou scheppen op het proces, tijdens de ondervragingen die gepland zijn later op het proces. Zoniet moet er een manier gevonden worden om de nuances in de 32 verhoren van Abrini te berde te brengen voor de jury, hetzij door die allemaal te laten voorlezen door het hof zelf, hetzij door een getuige.
"Ik heb geen kristallen bol", antwoordde Laura Pinilla, de advocate van Abrini, die intussen al een tweetal weken wegblijft van het proces. Pinilla zei dat het wegblijven van Abrini uitsluitend terug te voeren valt tot de kwestie van de overbrengingen uit de gevangenis, en dus de naaktfouilles. Er loopt daarover nog een beroepsprocedure. "In Parijs heeft hij wel alle vragen beantwoord en bleef hij niet weg."
Een gelijkaardig probleem stelt zich bij Abdeslam, al is die maar één keer ondervraagd in het onderzoek naar de aanslagen van 22 maart 2016. Wel werd Abdeslam uitgebreid ondervraagd over de aanslagen in Parijs.
Gisèle Stuyck, advocate van beschuldigde Osama Krayem, kon alvast bevestigen dat haar cliënt zeker geen antwoorden zal geven tijdens zijn ondervraging. "En dat heeft niets te maken met de kwestie van de overbrengingen", zei de advocate. Ze beloofde meer duidelijkheid te verschaffen over zijn motieven, maar pas op het moment dat hij ondervraagd zou moeten worden.
Krayem keert al sinds de start van het proces iedere ochtend terug naar zijn cel in het Justitia-gebouw in Haren. Bij elke vraag die hem gesteld wordt, schudt hij het hoofd. Ook op het assisenproces in Parijs werkte Krayem niet mee.
14.30 uur Arbini raadde vriendin aan zo veel mogelijk geld af te halen, het land te verlaten en naar een islamitisch land te trekken.
In een brief die wordt toegeschreven aan Mohamed Abrini tracht hij zijn voormalige vriendin te overtuigen een hijra te ondernemen. In jihadistische context slaat die term op het reizen van een ongelovig naar een gelovig land, om daar lid te worden van een jihadistische groepering. Dat heeft islamoloog Mohamed Fahmi woensdag uitgelegd op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016.
De speurders troffen de brief aan op de laptop die vuilnismannen op de dag van de aanslagen terugvonden in de Max Roosstraat. Het epistel werd eerst toegeschreven aan Khalid El Bakraoui, de kamikaze die zich in het metrostation Maalbeek opblies, omdat zijn echtgenote dezelfde voornaam had als Abrini's ex-vriendin.
Maar bepaalde elementen van de tekst, zoals een gelijkaardige religieuze introductie, het gebruik van hoofdletters en het gebrek aan leestekens, deden de speurders besluiten dat Abrini naar alle waarschijnlijkheid de tekst geschreven heeft. De stijl komt immers overeen met een brief die Abrini aan zijn moeder schreef. In beide gevallen gaat het om een testament, legde Fahmi woensdag uit.
Na de introductie beginnen beide brieven immers met excuses, een vast onderdeel van een jihadistisch testament. "De laatste keer dat we elkaar zagen, is al drie maanden geleden", schrijft Abrini. "Het spijt me, Nawal, dat ik je niet de volledige waarheid gezegd heb, dat ik me zo gedragen heb en je volledig alleen heb gelaten."
Hij beschrijft zichzelf als een vrome moslim en tracht haar ervan te overtuigen dat de Islamitische Staat vecht voor het welzijn van alle moslims. Arbini raadt haar aan zo veel mogelijk geld af te halen, het land te verlaten en naar een islamitisch land te trekken. Zo parafraseert hij de officiële propaganda van IS, besluit Fahmi.
12.58 uur: Islamoloog sluit uit dat Abrini testament zomaar kopieerde, zoals hij zelf aangaf
Islamoloog Mohamed Fahmi sluit uit dat beschuldigde Mohamed Abrini zomaar een testament bij elkaar heeft gecopy-pastet, om het niet te laten opvallen dat hij andere intenties had dan de andere leden van de terreurcel.
De onderzoekers presenteerden woensdag op het proces een profielschets van Abrini. Het gaat daarbij ook over het testament van Abrini, dat teruggevonden werd op de laptop die gebruikt werd in de Max Roosstraat in Schaarbeek en gericht was aan zijn ouders en broers en zussen.
Behalve dat het document van twee pagina's volledig in blokletters geschreven is, zonder veel leestekens en interlinie, vallen in het document van twee pagina's enkele zinsneden op.
Zo schreef Abrini dat hij zijn broer wou vervoegen, nadat die was omgekomen. Ook schreef hij dat hij wou trouwen en kinderen krijgen, "maar dat de jihad opofferingen vergt".
Islamoloog Mohamed Fahmi, die de gehele brief besprak, zei dat de twee fragmenten blijk geven van een "persoonlijke inspiratie" voor zijn argumentatie, gegrepen uit zijn eigen leven. Fahmi sloot daarom de hypothese uit dat de brief bij elkaar gecopy-pastet werd, zoals Abrini had verklaard in een van zijn verhoren.
Evenmin blijkt uit het testament desinteresse, zei Fahmi. Volgens Abrini in zijn verhoren schreef hij het testament, dat dateert van 2 februari 2016, toen hij nog ondergedoken zat in de Driesstraat in Vorst, vooral om niet op te vallen en geen vragen te krijgen van anderen. Hij zou het niet met overtuiging gedaan hebben.
Hij gaf ook aan dat hij en Salah Abdeslam de laatsten waren om hun testament op te stellen. Abrini, die zijn explosieven achterliet in Brussels Airport en op de vlucht sloeg, heeft altijd volgehouden dat hij niet de intentie had om te sterven.
Fahmi voegde eraan toe dat Abrini ook putte uit "jihadistische inspiratie" voor de argumenten in zijn testament. Abrini zei onder meer dat de strijd tegen het Syrische regime "legitiem" en "zelfs verplicht" was omwille van de jihad. Volgens Fahmi komen dergelijke uitspraken rechtstreeks uit het jihadistische discours.
Fahmi legde ook uit dat IS zich in zijn propaganda dikwijls opstelt als slachtoffer van "een complot van zeventig landen" en ook Abrini beklaagde zich in zijn testament over de internationale coalitie die IS bestreed.
Fahmi concludeerde dat Abrini zich de IS-propaganda eigen had gemaakt. "Hij personaliseerde die alvorens hij die opnam in zijn testament", zei Fahmi.
Een jurylid wou weten of er gelijkaardige teksten waren gevonden in de computer van de Max Roosstraat, maar adjunct-hoofdonderzoeker Frédéric Vanesse zei dat andere testamenten verschilden qua stijl en inhoud.
Op de vraag of zo'n testament gebruikelijk is, antwoordde Fahmi dat "wie het schrijft meestal klaar is om te sterven, hetzij in een gevecht, hetzij bij een martelaarsactie, in ieder geval een actie waarvan hij denkt dat hij erbij kan sterven".
11.50 uur: met pokerwinsten naar shishabars en Old Trafford
In november 2014, twee maanden na de dood van zijn broer, liet Abrini zijn toenmalige vriendin weten dat hij naar Syrië wou trekken. Abrini bereidde die reis naar Syrië minutieus voor, legde de speurder woensdag uit.
Midden juni 2014 had Abrini contact met twee Syrische telefoonnummers en sprak hij iemand die dicht bij Abaaoud stond. Op 16 juni 2015 boekte hij een enkele vlucht naar Turkije. Een week later brachten Abdellah Chouaa en Ahmed Dahmani hem naar de luchthaven. Zij zouden later net als Abrini logistieke hulpverlenen aan de Parijse terreurcel.
Op 1 juli stak Abrini de Syrische grens over nabij de Turkse stad Gaziantep. In een verhoor vertelde Abrini dat Abaaoud hem in Raqqa kwam opzoeken. Twee dagen later zou een gele wagen hem opgepikt hebben en hem na een rit van twee uur afgezet hebben om het lichaam van zijn broer te bezoeken. Hij zou twee tot drie dagen in een leegstaand huis verbleven hebben.
Tijdens zijn volgende ontmoeting met Abaaoud zou die hem gevraagd hebben in het Verenigd Koninkrijk een som geld op te halen. Op 7 juli stak hij opnieuw de grens over, ditmaal richting Gaziantep. Hij verbleef enkele dagen in Istanboel, waar hij een enkele vlucht naar Londen boekte. In een verhoor legde Abrini uit dat hij twee dagen in Londen zou gebleven zijn om te shoppen, maar dat het doel van zijn reis in Birmingham zou gelegen hebben. Hij zou van een zekere Zakaria, een Fransman, geld ontvangen hebben dat hij aan de broer van Abaaoud in België moest geven.
In Manchester ging Abrini naar eigen zeggen op de lappen met geld dat hij had verdiend op een poktertoernooi in Birmingham, en bezocht hij shishabars, casino' en het voetbalstadion. In Manchester maakte hij een e-mailadres en een Facebook-account aan, waarop hij foto's deelde van zijn bezoek aan het stadion van Manchester United op 13 juli. Verplaatsingen met een terroristisch doeleinde op sociale media voorstellen als plezierreisjes, is een gekende tactiek in de context van terrorisme, stipte de speurder aan. Ook Mehdi Nemmouche, de dader van de aanslag van 24 mei 2014 in het Joods Museum, heeft dat gedaan.
Op 16 juli reisde Abrini naar Parijs, waar Chouaa hem oppikte en terugbracht naar Brussel. De mensen die Abrini ontmoette in Birmingham, zijn intussen geïdentificeerd en vervolgd.
11.13 uur: Abrini radicaliseerde als gevolg van overlijden broer in Syrië en verblijf in gevangenis
Volgens de onderzoekers radicaliseerde Abrini na de dood van zijn jongere broer Soulaimane in augustus 2014 in Syrië en als gevolg van zijn verblijf in de gevangenis van Vorst.
Abrini stond bij de politie- en juridische diensten bij aanvang van het onderzoek al gekend voor zowat vijftig feiten, waarvan het eerste plaatsvond toen Abrini amper dertien jaar oud was.
De onderzoekers omschreven hem als "polycrimineel" omdat hij een waaier aan feiten op zijn kerfstok had. Het ging hoofdzakelijk om inbraken, maar ook om diefstal, drugsfeiten en fraude.
De onderzoekers konden ook Abrini's radicalisering nauwgezet in kaart brengen. Twee zaken speelden daarbij een belangrijke rol: het overlijden van zijn jongere broer Soulaimane in Syrië en zijn verblijf in de gevangenis van Vorst.
Soulaimane kwam in augustus 2014 in Syrië om het leven als gevolg van een bombardement. Onder meer Abrini's jongere broer Ibrahim en een van zijn zussen stelden nadien bij hun broer een gedragsverandering vast.
Ook Abrini zelf erkende dat het overlijden van zijn broer een zware impact op hem had. Zo zei hij dat hij na het vernemen van het nieuws in elkaar zakte en besliste om daags nadien penitentiair verlof op te nemen om naar zijn ouders te trekken.
Daarnaast bleek Abrini veel religieuzer te zijn geworden tijdens zijn verblijf in de gevangenis van Vorst. Zelf had hij het tijdens een van zijn verhoren over "2.200 doden in Gaza" die niet "dezelfde waarde" hebben als westerse levens.
Abrini erkende ook dat hij tijdens zijn verblijf in de gevangenis de Koran nauwgezet begon te bestuderen. Na zijn vrijlating in september 2014 stuurde hij verschillende sms'jes naar zijn toenmalige vriendin, waaruit bleek dat Abrini geradicaliseerd was. Zo zei hij dat ze niet langer haar huis mag verlaten zonder hoofddoek en bracht hij haar in november op de hoogte dat hij, samen met zijn jongere broer Ibrahim, naar Syrië wou trekken.
"Ik ga strijden om de zaak te steunen", klonk het onder meer. Of nog: "ik wil het moslimbloed verdedigen". Daarnaast gaf hij ook nog aan dat de gewelddadige jihad legitiem is en hij "klaar is om te strijden tot het paradijs".
In een brief van maart 2015 aan zijn neef, die op dat moment zelf ook in de gevangenis zat, positioneerde Abrini zich als een vrome moslim, die goede raad geeft. Zo droeg hij zijn neef op om te stoppen met roken en regelmatig te bidden.
Abrini gaf voorts aan dat de Koran zijn "beste vriend is" en Allah met hem communiceert in zijn dromen. Opvallend is dat de brief vergezeld was van een tekening, waarop de vlag van IS te zien was op een van twee bergkammen. Op de achtergrond was een meer te zien. Abrini zelf gaf in een verhoor aan dat het om een tekening ging van een foto die hem door zijn jongere broer werd toegestuurd. Het zou gaan om de plaats waar de gewonde IS-strijders konden herstellen.
09.30 uur: Abrini, Abdeslam en Krayem verlaten zaal
Beschuldigde Mohamed Abrini heeft ook woensdag de zittingszaal verlaten, de dag dat de onderzoekers zijn profielschets voorstellen. Abrini keert al sinds twee weken systematisch terug naar zijn cel in het Justitia-gebouw in Haren, waar het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 plaatsvindt.
Ook beschuldigden Salah Abdeslam en Osama Krayem verlieten opnieuw de zaal. Twee weken geleden zei Abdeslam dat hij het proces niet meer zou bijwonen, nadat hij naar eigen zeggen een vuistslag had gekregen van een politieman bij zijn overbrenging naar de gevangenis. Abrini volgde het voorbeeld van Abdeslam. Krayem werkt al sinds het begin van het proces niet mee. De voorzitster van het hof, Laurence Massart, vroeg Abrini nog uitdrukkelijk of hij wel wou vertrekken, "want het gaat vandaag over u". Abrini, die op 22 maart 2016 een bom achterliet in Brussels Airport, gaf te kennen dat hij niet wou blijven.
5.00 uur: Rol van Abrini
Het onderzoek van de technische en wetenschappelijke politie komt aan bod, evenals de reconstructie van de feiten. Voor die voorstelling is in de planning van het assisenproces van de aanslagen van 22 maart 2016 een hele dag uitgetrokken.
De vraag blijft of Abrini woensdag de zitting zelf zal bijwonen. Abrini heeft, net als Salah Abdeslam en Osama Krayem, al bijna twee weken de assisenzaal verlaten na aanvang van de zitting.
Donderdagochtend komt vervolgens de rol van Bilal El Makhoukhi aan bod, die pas recent toegaf dat hij de wapens van de terreurcel hielp verbergen, evenals een reconstructie van de feiten.
's Middags buigt het hof zich over de rol van Ibrahim Farisi. Hij hielp zijn broer Smail Farisi op 23 en 25 maart 2016, vlak na de aanslagen in Brussel en Zaventem dus, het safehouse in de Kazernenlaan in Etterbeek leeg te halen. Ook bij die voorstelling hoort een reconstructie van de feiten.
Volgende week bespreken de onderzoeksrechters en speurders nog de beschuldigden Osama Krayem, Hervé Bayingana Muhirwa, Sofien Ayari en Salah Abdeslam en Oussama Atar. Die laatste wordt beschouwd als de opdrachtgever van de aanslagen, maar is vermoedelijk in 2017 in Syrië omgekomen door een Amerikaanse drone-aanval.
Vervolgens wordt aangevangen met de vragen aan de getuigen. Daarvoor werd aanvankelijk anderhalve dag uitgetrokken, maar voorzitter Laurence Massart zei dinsdag dat een extra week nodig zou zijn.
Aanslagen Brussel 2016
Lees meer over: Brussel , Justitie , Aanslagen Brussel 2016 , proces aanslagen