De nachtmerrie van elke magistraat, noemt Ine Van Wymersch de fatale steekpartij op politieagent Thomas Monjoie van de zone Brussel-Noord. De procureur des Konings van het parket Halle-Vilvoorde pleit ervoor om de strakke grenzen tussen gerecht en psychiatrie te overstijgen. “We moeten samen voor daders met psychische problemen zorgen.”
| Ine Van Wymersch, procureur des Konings van het Openbaar Ministerie van Halle-Vilvoorde in het arrondissement Brussel.
Wie is Ine Van Wymersch?
- 42 jaar oud
- Studeerde rechten aan de KU Leuven, start in 2003 aan de balie van Brussel
- Wordt in 2011 jeugdmagistraat en woordvoerder bij het parket van Brussel
- Wordt in 2016 verkozen tot woordvoerder van het jaar, na de aanslagen van 22 maart
- Sinds 2019 procureur des Konings bij het parket Halle-Vilvoorde
Het is intussen drieënhalf jaar geleden dat Ine Van Wymersch haar badge bij het Brussels parket inruilde voor die van het parket Halle-Vilvoorde. De voormalige parketwoordvoerder is nu procureur des Konings van het Vlaams-Brabantse arrondissement. Na de mesaanval in Brussel vorige donderdag, waarbij een agent van 29 stierf, nuanceert Van Wymersch de kritiek op het gerecht. Het is te eenvoudig om te zeggen dat de steekpartij vermeden had kunnen worden door dader Yassine M. (31) gedwongen op te nemen, zei ze zondag in De zevende dag. “Men had misschien een paar uur of een paar dagen kunnen winnen, maar men had niet kunnen uitsluiten dat dit soort feiten vroeg of laat zou gebeuren.”
Of we niet te vroeg aan het interview kunnen beginnen, vraagt Van Wymersch maandagochtend. Ervoor wil ze immers tijd vrijmaken voor de vragen waar haar eigen personeel mee zit na de dramatische gebeurtenissen. Dat zijn er best wel wat.
Wat leeft er vooral bij uw personeel?
Ine Van Wymersch: Wat hier gebeurd is, is de nachtmerrie voor ieder van ons. Wij nemen bijna dagelijks beslissingen over gedwongen opnames of misdrijven die gepleegd zijn door mensen met psychische problemen, en over de zogenoemde tikkende tijdbommen. Een magistraat beslist altijd naar best vermogen met de informatie die er op dat moment is. Het kan zijn dat een goede beslissing toch verkeerd uitdraait. En het is niet omdat alle procedures gevolgd zijn, dat jij je niet meer verantwoordelijk voelt.
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat die verantwoordelijkheid je verlamt. Het is belangrijk dat iedereen zijn job blijft doen. Dat komt nu in gevaar als men één schuldige wil aanwijzen. De nabestaanden hebben recht op een grondige analyse van wat er gebeurd is, maar het ene sluit het andere niet uit. We moeten wel nadenken of de procedures ons helpen om goede beslissingen te maken.
Het Brussels parket zei dat er geen gedwongen opname mogelijk was, u zei van wel. Hoezo?
Van Wymersch: Theoretisch was het mogelijk, maar het was zinloos omdat hij zelf om hulp vroeg. In plaats van hem door een onafhankelijke psychiater te laten onderzoeken, is hij naar een ziekenhuis gebracht waar hij zei dat hij hulp wou aanvaarden. Met een vrijheidsberoving konden we misschien een paar uur winnen. Als de behandelende arts in het psychiatrisch ziekenhuis zou zeggen dat het gedwongen kader onnodig is omdat de persoon bereidwillig is, vervalt dat hele kader zonder dat het parket verwittigd moet worden.
Er zijn geen individuele fouten gemaakt, maar we mogen het systeem wel in vraag stellen, zegt u. Wat moet er dan anders?
Van Wymersch: Er is nu geen dwingend kader om in dit soort situaties informatie uit te wisselen tussen parket, politie en de medische wereld. Zelfs als je een gedeeld beroepsgeheim toelaat, moet je nog geen informatie over die casus uitwisselen. Heel wat hulpverleners met wie ik spreek willen niet per se gerechtelijke informatie. Zij willen de geestestoestand van de patiënt evalueren en dat kan ook zonder antecedenten. In dit geval ging het trouwens om delicate informatie van de Staatsveiligheid en het OCAD (het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, red.). Een politieagent zal dat niet zomaar aan een verpleegkundige in het ziekenhuis vertellen. Ik vraag me ook af wat die verpleegkundige daarmee moet aanvangen.
“Het is niet omdat iemand zegt dat die haat koestert ten aanzien van de politie, dat die in de gevangenis kan vliegen”
Hoe moet dat er dan precies uitzien, zo’n gemeenschappelijk pad tussen gerecht en psychiatrie? Ook de korpschef van de zone Noord vond dat de psychiatrische wereld, het gerecht en de politie niet genoeg met elkaar praten.
Van Wymersch: Daarvoor moeten we verschillende casussen bekijken. Welke informatie was bij die gevallen zinvol om uit te wisselen en door welke blinde vlekken is die persoon zonder hulp weggestuurd? De oplossing zal geen eenmalig moment van uitwisseling zijn. Dit gaat om op een gemeenschappelijke manier voor iemand zorg te dragen. Daar moeten we naartoe. Het is niet de bedoeling om lichtzinnige vrijheidsberovingen te doen waar geen rechter nog controle over heeft. We hebben nog altijd de mensenrechten. Het is niet omdat iemand zegt dat die een grondige haat koestert ten aanzien van de politie, dat die in de gevangenis kan vliegen.
De man radicaliseerde in de gevangenis en hij is niet de eerste. Toont dat niet een probleem in ons strafsysteem? Het lijkt geregeld extremisten te produceren.
Van Wymersch: Los van radicalisme moet er enorm geïnvesteerd worden in daderhulp. Onze samenleving wordt pas veiliger als we ervoor zorgen dat mensen niet recidiveren. Alleen is het is niet eenvoudig om de samenleving ervan te overtuigen dat het zinvol is om belastinggeld te investeren in wat men, kort door de bocht, criminelen noemt. De geestelijke gezondheidszorg zit al met wachtlijsten. Dan is het moeilijk om voorrang te vragen voor daderhulp. Zolang de middelen beperkt zijn, zullen wij op de laatste plaats komen. Het perverse effect is dat onschuldige mensen het slachtoffer zullen worden.
Moet er dan een apart traject komen voor gevaarlijke delinquenten met geestelijke problemen?
Van Wymersch: Dan zit je in het interneringsverhaal. België is niet de beste leerling op dat gebied, maar er zijn goede pistes. Dat vraagt om expertise van criminologen. Hoe kunnen we de samenleving tegen dit soort tikkende tijdbommen beschermen? Weten of iemand een tikkende tijdbom is, is al niet evident. Deze man had de afgelopen drie jaar klaarblijkelijk geen problemen gesteld. Dat betekent voor mij dat je niet zomaar kon voorspellen dat dit zou gebeuren.
Als dochter van een voormalige korpschef, Guido Van Wymersch, en hoofd van een parket hebt u een goed zicht op de relatie tussen gerecht en politie. Kon die communicatie tussen het gerecht en politie beter in gevallen als dit?
Van Wymersch: Politie en parket werken 24/7 samen en dat gebeurt nog altijd goed. Natuurlijk heeft ieder zijn rol te vervullen. Voor de politie lijkt de missie geslaagd als iemand voorgeleid is voor de onderzoeksrechter. Nee, onze missie is collectief geslaagd als iemand geen feiten meer pleegt en gestraft wordt voor wat hij gedaan heeft, en de slachtoffers vergoed zijn. Dat leidt bij momenten tot pittige discussies, maar de dialoog is altijd open. Dat het korps van de zone Brussel-Noord nu gefrustreerd en boos is dat het parket die persoon niet van zijn vrijheid heeft beroofd, kan ik volledig begrijpen. Ze zijn een collega verloren. Maar, van op afstand weten de politiemensen ook dat hier geen sprake was van een misdrijf en wij hem dus niet konden opsluiten.
“Lichtzinnige vrijheidsberovingen doen waar geen rechter nog controle over heeft, dat is niet de bedoeling. We hebben nog altijd de mensenrechten”
Geeft u justitieminister Van Quickenborne dan gelijk dat de politievakbonden vandaag reageren op een opeenstapeling van frustraties?
Van Wymersch: Wat de vakbonden drijft om zo polariserend te zijn, daar heb ik het raden naar. Het heeft geen zin om in een wij-zij-tegenstelling te vervallen. We moeten ons nu vooral verbindend opstellen. De parketten hebben zeer veel respect voor het werk van politiemensen en de politie heeft dat ook ten aanzien van de magistraten met wie ze dagelijks werken. Zeggen dat daar een kloof is, is overdreven.
Politievakbond VSOA klaagt aan dat veel feiten van geweld tegen politiemensen geseponeerd worden.
Van Wymersch: De vakbond gooit alles op een hoop. Er is wel degelijk nultolerantie voor opzettelijke, gerichte slagen en verwondingen tegen de politie. Als iemand zich afzet tegen een arrestatie en we spreken over weerspannigheid, krijg je een ander verhaal. Vergelijk het men een brandweerman die gewond raakt bij het blussen van een brand. Dat is anders dan een brandweerman die gewond raakt omdat iemand gericht een brandbom naar hem gooit.
Ik zeg daarmee niet dat we weerspannigheid of smaad tolereren. We moeten er wel voor zorgen dat we niet alle smaad vervolgen en daardoor geen zedendossiers meer op zitting kunnen krijgen. Bij ernstige of herhaalde weerspannigheid zullen wij ook dagvaarden en liefst via snelrecht. Dat er geen nultolerantie is, betekent niet dat we die feiten niet belangrijk vinden.
Steekpartij Schaarbeek
Lees meer over: Brussel , Justitie , Steekpartij Schaarbeek , Ine Van Wymersch , procureur des konings , daderhulp , psychiatrie , geweld tegen politie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.