Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) heeft het parlement woensdag opgeroepen spoed te zetten achter de beslissing of het proces naar de aanslagen van 22 maart 2016 voor een assisenhof met volksjury moet plaatsvinden. Het lijkt de minister "raadzaam" dat de bevoegde instanties voor het einde van het jaar weten hoe ze het proces verder moeten voorbereiden. De regering zal alleszins geen wetgevend initiatief nemen.
Van Quickenborne vraagt snelle beslissing parlement over rol assisenhof
Minister Van Quickenborne was in de Kamercommissie Grondwet uitgenodigd om zijn standpunt te geven over een eventuele herziening van artikel 150 van de Grondwet, dat het assisenproces regelt. N-VA probeert die wijziging al sinds deze zomer door te voeren. Ook het openbaar ministerie pleitte al voor een grondwetswijziging.
Aanleiding is het nakende proces over de aanslagen op de luchthaven van Zaventem en in metrostation Maalbeek. Een proces voor een volksjury zou zeven tot negen maanden duren, los van procedurele incidenten. Bovendien zou het ook een complexe aangelegenheid worden, waarbij de jury liefst 38.400 vragen zou moeten beantwoorden.
Een alternatief is dat terreurmisdrijven niet langer door een volksjury zouden worden berecht. Voor zo'n wijziging is een tweederdemeerderheid nodig. De politiek is verdeeld over de kwestie. Vlaanderen is veeleer voorstander van de afschaffing van assisen, terwijl de Franstalige partijen het willen behouden. Het regeerakkoord heeft daarover niet getrancheerd.
De minister gaf een overzicht van de risico's bij een gewoon assisenproces met een volksjury, maar ook de voor- en nadelen van een procedure voor beroepsrechters. Een proces voor het assisenhof is volgens Van Quickenborne "niet onmogelijk", maar het zou een "enorme uitdaging" worden. "Aan elke keuze zijn risico's en onzekerheden verbonden", luidde het.
Zijn eigen voorkeur wilde de minister niet kwijt. In elk geval maande hij het parlement aan spoedig te beslissen. Volgende week start de procedure voor de raadkamer. Die zal lopen van 7 tot 18 december. Het is uiteindelijk de kamer van inbeschuldigingstelling die over de verwijzing moet beslissen. Wanneer dat zal gebeuren, valt niet te voorspellen, temeer omdat tegen dat arrest ook cassatieberoep mogelijk is.
Maar niettemin zou de minister het raadzaam vinden voor het einde van het jaar duidelijkheid te hebben, zodat de autoriteiten het proces kunnen voorbereiden, onder welke vorm dan ook. Er zal geen wetsontwerp komen van de regering. Het is het parlement dat zal beslissen. Ik zal elk initiatief - of geen initiatief - getrouw uitvoeren. De uitvoerende macht zal instaan voor de goede logistieke organisatie van het proces", aldus de minister.
Lees meer over: Justitie , Vincent Van Quickenborne , aanslagen 22 maart 2016
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.