Het assisenproces van verachten Nemmouche en Bendrer, verdachten van de aanslag in het Joods Museum

| Het assisenproces van Nemmouche en Bendrer, verdachten van de aanslag in het Joods Museum.

Website Joods Museum bezocht vanuit landen waar Nemmouche was

TDN
© Belga
28/01/2019

Tijdens het onderzoek naar de website van het Joods Museum, merkten de speurders op dat die werd bezocht vanuit Turkije, China en Frankrijk net op het moment dat hoofdverdachte Mehdi Nemmouche in die landen vertoefde. Ook kwam de revolver die gebruikt werd bij de aanslag zo goed als zeker uit het criminele milieu.

Op het proces naar de aanslag op het Joods Museum in mei 2014 zijn de speurders nog steeds het uitgebreide onderzoek naar de aanslag aan het overlopen. Ze begonnen maandag met nog maar eens "een bijzonder element" dat wijst op de betrokkenheid van beschuldigde Mehdi Nemmouche.

5.000 IP-adressen nagetrokken

De speurders onderzochten wie in de zes maanden voor de aanslag de website van het Joods Museum van België bezocht. Ze bekeken daarvoor meer dan 5.000 IP-adressen. "Een analist heeft de buitenlandse IP-adressen naast de reizen van Mehdi Nemmouche gelegd en enkele bijzonderheden vastgesteld", klonk het.

Zo werd de site tussen half januari en half februari 2014 bezocht vanuit Turkije, net toen Nemmouche daar was. Op 13 maart werd de website vervolgens geopend in China. Mehdi Nemmouche bevond zich op dat moment in Hongkong, dat een deel is van China. Vanuit Frankrijk werd de site tussen 19 en 26 maart bezocht, net toen Nemmouche verbleef bij zijn grootmoeder in Tourcoing.

Die vaststellingen zijn opvallend, maar de speurders hebben de buitenlandse IP-adressen niet rechtstreeks aan Nemmouche kunnen linken. Een sluitend bewijs dat het Nemmouche was die de site vanuit die landen heeft bezocht, is er dus niet.

Wapen uit criminele milieu

Ballistisch onderzoek bewees dat de revolver die Nemmouche in zijn bezit had bij zijn arrestatie in Marseille, het wapen was waarmee bij de aanslag op het Joods Museum vier slachtoffer werden gemaakt. Het serienummer van het wapen was weggevijld maar kon gereconstrueerd worden.

Het gaat om een revolver van het merk Llama, van kaliber .38, een wapen dat gefabriceerd was in Colombië. In oktober 2006 kwam het in handen van een man die zichzelf daarvoor een valse identiteit had aangemeten. Hij kocht het in de Spaanse gemeente La Jonquera, waar ook handlangers Bendrer en Mounir Attalah regelmatig kwamen. Naar eigen zeggen om prostituees te bezoeken.

Navraag in de winkel waar de wapens verkocht waren, leerde dat het identiteitsbewijs dat gebruikt was bij de aankoop van het wapen, al meer dan vijf jaar vervallen was maar leverde geen verdere sporen op naar de echte identiteit van de koper, noch naar het parcours dat het wapen nadien had afgelegd.

Wat het tweede wapen, een kalasjnikov, van de aanslag betreft, vermoeden de speurders dat Mehdi Nemmouche voor die aanslag een kalasjnikov had geleend van medebeschuldigde Nacer Bendrer. Een getuige uit Marseille verklaarde immers dat Bendrer ooit in het bezit was van twee kalasjnikovs, terwijl hij er bij zijn arrestatie slechts één had.

Aanslag Joods Museum

Op zaterdag 24 mei 2014 kwamen vier mensen om het leven toen een man het Joods Museum binnenstapte en begon te schieten. Een week na de aanslag werd in Marseille een eerste verdachte, Mehdi Nemmouche, opgepakt.     

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Justitie , Aanslag Joods Museum , Mehdi Nemmouche , aanslag Joods Museum , Nacer Bendrer

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni