De Brugse correctionele rechtbank heeft voor vier twintigers tot 150 uur werkstraf uitgesproken voor de rellen op het strand van Blankenberge in augustus 2020. De vijfde beklaagde werd geïnterneerd. Het openbaar ministerie had tot 18 maanden effectieve gevangenisstraf gevorderd.
Werkstraffen voor Brusselse relschoppers op strand van Blankenberge
De rellen ontstonden op zaterdag 8 augustus 2020 rond 17.20 uur op het strand van Blankenberge, ter hoogte van de Weststraattrap. Gezinnen op daguitstap en andere zonnebaders bevonden zich plots middenin een gevecht. Een groep jongeren keerde zich bovendien tegen de redders en de politiemensen. De onruststokers gooiden met alles wat ze te pakken konden krijgen, zoals zand, stoelen, ligzetels, parasols en achtergelaten speelgoed.
Drie amokmakers werden ter plaatse opgepakt en vervolgens aangehouden door de onderzoeksrechter. Dankzij verder onderzoek konden later nog andere verdachten geïdentificeerd worden. Uiteindelijk besliste het parket om voor vijf meerderjarige verdachten de verwijzing naar de Brugse correctionele rechtbank te vorderen. Ze moesten zich op 25 september verantwoorden voor gewapende weerspannigheid en opzettelijke slagen en verwondingen.
Stad en politie Blankenberge vragen schadevergoeding
Meester Patrick Arnou vorderde zowel voor stad Blankenberge als voor de politiezone Blankenberge-Zuienkerke 7.500 euro schadevergoeding. Daarbij werd vooral opgemerkt dat tal van gezinnen met kinderen getuige waren van de feiten. Ook de media-aandacht zou negatieve gevolgen gehad hebben voor de badplaats. "De beelden zijn tot in Amerika op tv geweest en er was bijvoorbeeld ook een groot artikel in The Sun", aldus meester Arnou.
Naast de hoofdredder stelden zich in totaal ook veertien politiemensen burgerlijke partij. Voor een politieman die zestien dagen werkonbekwaam was, werd 1.500 euro schadevergoeding geëist. Drie collega's waren een kortere periode arbeidsongeschikt en willen 800 euro schadevergoeding. Voor de politiemensen die bij de slagen geen arbeidsongeschiktheid opliepen, vorderde de burgerlijke partij 600 euro schadevergoeding. Ten slotte werd 300 euro gevraagd voor de slachtoffers van weerspannigheid.
Procureur Frank Demeester legde uit dat de politie in eerste instantie werd opgeroepen voor mensen die zich niet aan de regels hielden. A.D. (21) uit Elsene en D.B. (21) uit Jette zouden geweigerd hebben om zich te identificeren. D. werd als eerste gearresteerd, maar zou wild om zich heen gestampt hebben. Later deed hij geboeid ook nog een poging om weg te vluchten. Vervolgens zou B. gewapend met een fles whisky geprobeerd hebben om hem te bevrijden. De beklaagde zou ook de anderen opgejut hebben en zou de politie met een parasol te lijf zijn gegaan.
Voor D.B. werden 18 maanden effectieve celstraf en 1.200 euro boete geëist. A.D. riskeerde net als M.B. (23) uit Jette, T.P. (22) uit Chapelle-lez-Herlaimont en M.N. (21) uit Brussel een jaar effectieve gevangenisstraf en 800 euro boete. N. moet zich trouwens niet enkel verantwoorden voor de rellen in Blankenberge, maar ook voor weerspannigheid en slagen aan politiemensen tijdens feiten op 10 mei 2020 in Brussel.
Het openbaar ministerie wees de rechters ook op het verleden van de beklaagden. Zo kreeg D.B. van de jeugdrechter al een berisping voor diefstal met geweld, terwijl hij zich eind oktober opnieuw voor dergelijke feiten moet verantwoorden in Brussel. A.D. zit momenteel dan weer in de gevangenis van Haren voor slagen. M.B. liep al tegen de lamp voor heling en staat binnenkort terecht voor drugsfeiten. "Ze zouden deemoedig het hoofd kunnen buigen om begrip te krijgen, maar deze grootstedelijke jongens zijn uit een ander hout gesneden", aldus Frank Demeester.
'Schending van de rechten van de verdediging'
Met die opmerking verwees het OM naar de strategie van de verdediging, die stelde dat de strafvordering onontvankelijk is. De advocaten van de beklaagden vinden het immers onbegrijpelijk dat de politiezone Blankenberge-Zuienkerke zelf het onderzoek voerde. De situatie werd meermaals een flagrante schending van de rechten van verdediging genoemd. Volgens de advocaten blijkt die partijdigheid bijvoorbeeld uit bepaalde verhoren of over de keuze van de screenshots bij het analyseren van de beelden. Daarnaast werd ook de overschrijding van de redelijke termijn opgeworpen.
Ondergeschikt vroeg de raadsman van D.B. om rekening te houden met de coronacrisis. "Men kan zich niet inbeelden in welke omstandigheden die jongeren de lockdown hebben doorgemaakt", klonk het. Het was naar eigen zeggen niet de bedoeling om die bewuste dag keet te schoppen aan de kust. B. zou ondertussen wel op het rechte pad blijven en wil brandweerman worden. In die omstandigheden werd opschorting van straf of een werkstraf voorgesteld.
De advocaat van A.D. benadrukte dat zijn cliënt nog voor het tumult al in de combi zat, waardoor hij met het geweld tegen politiemensen niets te maken kan hebben. "De politiemensen voelen zich slachtoffer en hadden als slachtoffer ondervraagd moeten worden, in plaats van zelf een aanvankelijk pv op te stellen", aldus meester Yen Buytaert. Ondergeschikt werd aangedrongen op opschorting of een werkstraf.
"Mijn cliënt begrijpt niet waarom die zaak zoveel aandacht trekt, en ik eigenlijk ook niet", pleitte meester Annelien Welvaert dan weer. Volgens de advocate speelde M.B. zeker geen voortrekkersrol, maar worden de camerabeelden op een partijdige manier beschreven. De verdediging kon zich wel vinden in het opleggen van een werkstraf.
M.N. werd volgens zijn advocaat dan weer ten onrechte als verdachte aangewezen door de Brusselse politie. De beklaagde houdt vol dat hij zelfs niet in Blankenberge aanwezig was, al kon zijn gsm er wel gelokaliseerd worden. Naar eigen zeggen had hij het toestel uitgeleend aan zijn neef. Daarnaast werd opgeworpen dat er absoluut geen verband is met de feiten in Brussel, waardoor de Brugse correctionele rechtbank volgens de verdediging niet bevoegd zou zijn voor die feiten. Ondergeschikt werd gevraagd om geen straf op te leggen.
Ten slotte bleek dat T.P. in april geïnterneerd werd in een andere zaak. Volgens meester Antoon Vandecasteele was er in de zomer van 2020 wellicht ook al sprake van die bipolaire stoornis. "Hij is heel beïnvloedbaar en heeft zich laten meesleuren", klonk het. In die omstandigheden werd voorgesteld om opnieuw de internering uit te spreken.
Werkstraffen en schadevergoedingen
De rechtbank oordeelde dat A.D. enkel schuldig was aan weerspannigheid bij zijn arrestatie. De jongeman uit Elsene werd veroordeeld tot 100 uur werkstraf. Als hij die werkstraf niet of onvolledig uitvoert, hangt hem alsnog tien maanden cel boven het hoofd. D.B., M.B. en M.N. kregen 150 uur werkstraf opgelegd en moeten vijftien maanden cel uitzitten als ze die werkstraf niet behoorlijk uitvoeren. Voor P. werd de internering uitgesproken.
Op burgerlijk gebied werden schadevergoedingen van 6.000 en 1.000 euro uitgesproken voor respectievelijk de stad Blankenberge en de politiezone Blankenberge/Zuienkerke. Dertien politiemensen kregen in totaal 8.700 euro schadevergoeding toegewezen. Aan de hoofdredder moeten de beklaagden 300 euro schadevergoeding betalen.
Lees meer over: Brussel-Stad , Elsene , Jette , Justitie , rellen blankenberge