Zwaardere straf voor mensensmokkelaar die van viaduct in Vilvoorde reed

Op het proces in beroep tegen vier mensensmokkelaars die in april 2017 met een busje vol migranten crashten aan het viaduct van Vilvoorde, heeft de bestuurder een zwaardere straf gekregen. Hij werd veroordeeld tot 7 jaar cel. De drie andere verdachten kregen dezelfde straf als in eerste aanleg.

In de nacht van 4 op 5 april 2017 merkte een patrouille van de federale wegpolitie een busje op dat ter hoogte van Nijvel aan het spookrijden was. Toen de bestuurder de agenten zag, maakte hij rechtsomkeer. De politie zette de achtervolging, maar ter hoogte van het viaduct van Vilvoorde verloor hij de controle over het stuur. Het busje, waarin veertien volwassenen en twee kinderen zaten, ging door de vangrail en belandde enkele meters lager tegen een boom. De kinderen en drie andere inzittenden raakten daarbij zwaargewond.

Het gerecht vervolgde uiteindelijk vier mannen voor mensensmokkel. In eerste aanleg werd de bestuurder veroordeeld tot 6 jaar cel. De drie anderen liepen straffen van 40 maanden en tweemaal 4 jaar cel op. Voor het hof van beroep eiste het openbaar ministerie zwaardere straffen.

“De in eerste aanleg uitgesproken straffen zijn volgens ons te licht”, vorderde de openbaar aanklager. “Op deze manier stoppen deze praktijken nooit. Heel de samenleving moet betalen voor hun wandaden. Recent nog werd een jong kind doodgeschoten door de politie bij een achtervolging van mensensmokkelaars. Hoe stop je ze anders?”

Het hof van beroep volgde de redenering van het openbaar ministerie gedeeltelijk en veroordeelde de bestuurder tot 7 jaar cel. De drie andere beklaagden kregen dezelfde straf opgelegd als in eerste aanleg. De advocaat van de bestuurder reageerde ontgoocheld op het arrest.

“De vier beklaagden hebben altijd volgehouden dat ze zelf ook slachtoffer waren”, zegt meester Kristof Lauwens. “Mijn cliënt kreeg een mes in de rug geduwd en werd gedwongen om te rijden. Dat deze vier personen geen bagage bijhadden, was voor het gerecht een reden om aan te nemen dat ze smokkelaars waren en geen slachtoffer. Maar mijn cliënt had gewoon geen bezittingen.”