Een derde minder kinderen op speelplein door corona

Het totale aantal kinderen dat de Vlaamse speelpleinen bezocht, daalde dit jaar fors door de coronacrisis: van 41.804 naar 25.952 kinderen. Dat is een daling van 38 procent. In absolute cijfers betekent dat gemiddeld een daling van 440 naar 270 kinderen per werking.

Dat blijkt uit een zeer recente bevraging door de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk. Een op de vier van de 563 Vlaamse en Brusselse speelpleinorganisatoren deed mee aan de enquête. Er werden eigenlijk twee enquêtes gehouden: een in juni over de geschatte impact van corona, en een in september over de effectieve impact.

Eén op de drie speelpleinwerkingen liet deze zomer tieners links liggen, zo blijkt. Het gaat hier over de tieners, of om het 'overgangsjaar' van de 12- of 13-jarigen, die gewoonlijk nog op het speelplein blijven, maar nu (vooral wegens de mondmaskerplicht) niet toegelaten werden.

Besmettingen leverden geen probleem op

De daginschrijving, normaal goed voor 30 procent van het totaal aantal kinderen, is nu quasi verdwenen als inschrijvingssysteem. Gewoonlijk werkt maar een goeie 20 procent van de bevraagde speelpleinen alleen met voorinschrijvingen, maar in 2020 was dat 70 procent

Op 62 procent van de speelpleinen was er een (vermoeden van) besmetting. Dat is behoorlijk wat, maar doorgaans leverde dit geen problemen op voor de speelpleinwerking. Slechts 18 speelpleinwerkingen van de 563 in Vlaanderen en Brussel moesten omwille van een besmetting deels of volledig de deuren een tijdje sluiten.

Kosten vallen mee

Een vijfde van de speelpleinen ziet geen extra kosten; dat is beter dan verwacht in juni. Voor iets meer dan de helft van de speelpleinen zitten de kosten tussen de 500 en de 10.000 euro. Negen speelpleinen geven aan meer dan 10.000 euro extra kosten gemaakt te hebben. Die kosten zijn vooral lonen/vergoedingen, huren van infrastructuur (locatie, sanitair), aankoop hygiënemateriaal.

Zeventien procent van de verantwoordelijken zegt dat dit financiële plaatje inspanningen zal vragen, maar niemand verwacht onoverkomelijke problemen. De gemeente zal vaak bijspringen of het in de bestaande budgetten inpassen.