Nog geen grote toeloop in Brusselse crèches: 'Ouders zijn bang'

Nu de coronamaatregelen voor het eerst zijn versoepeld en meer ouders opnieuw aan het werk gaan, komen er voorzichtig wat meer kinderen naar de kinderopvang. Al blijft die stijging erg beperkt en leeft er ook nog angst bij veel ouders. "Het zal niet makkelijk zijn om iedereen terug te krijgen"

Kinderdagverblijf De Rockertjes in Vorst heeft plaats voor 41 baby’s en peuters, maar vandaag kwamen er maar tien kinderen opdagen. Dat is wel meer dan de voorbije weken, toen er dagelijks zo’n 5 tot 8 kinderen aanwezig waren. “We verwachten dat ze volgende week met 14 zullen zijn en een week later misschien met 18”, zegt de verantwoordelijke. “We werken in fasen, want de kinderen moeten onze gezichten opnieuw leren kennen en weer wennen aan de ruimte.”

De bezetting in de Brusselse kinderopvang verschilt erg van crèche tot crèche, blijkt uit een belronde in verschillende gemeenten. In kinderdagverblijf De Boomhut in Sint-Lambrechts-Woluwe, waar ze tijdens de eerste week van de lockdown nog een derde van de kinderen opvingen, hebben ze de weken nadien geen enkele peuter meer gezien. Vandaag kwamen er voor het eerst opnieuw 2 van hun 32 kinderen opdagen.

In Nieuwkinderland in de Marollen waren er vandaag 20 kinderen aanwezig. Zij hebben in totaal plaats voor 68 kinderen. “Dat is nog niet veel, maar als je het vergelijkt met de eerste weken van de lockdown, toen we twee à drie kinderen per dag zagen, is het wel enorm”, zegt verantwoordelijke Nathalie Vandenbosch. Het gaat om kinderen van ouders die buitenshuis werken, van alleenstaande ouders of van ouders uit kansengroepen. "Alle groepen die Kind en Gezin naar voren schuift als prioritair."

Bij Kind & Gezin heeft men nog geen zicht op de bezetting in de Brusselse crèches. De vzw Samenwerken aan Kinderopvang Brussel doet wel wekelijks een rondvraag bij de Nederlandstalige opvanginitiatieven, maar heeft ook nog geen cijfers voor deze week. “Het algemene aanvoelen is wel dat er een lichte toename is van het aantal kinderen, al verwachten de meeste crèches pas vanaf volgende week een echte stijging”, zegt coördinatrice Annelies Gryffroy van de vzw.

Kansengroepen

Dat er meer kinderen opduiken in de ene crèche dan in de andere, ligt zowel aan de crèche als aan hun doelpubliek. “We ervaren vooral dat mensen in kansengroepen, die zelf in een precaire situatie zitten, zeer angstig zijn om hun kind te laten terugkomen”, aldus Gryffroy.

Dat zien ze ook in kinderdagverblijf Nieuwkinderland in de Marollen, waar ze na elke bijeenkomst van de Nationale Veiligheidsraad een belronde doen naar alle ouders. “We vragen dan hoe het gaat, om het contact te onderhouden. Maar we merken dat we een aantal mensen moeilijk of helemaal niet kunnen bereiken”, zegt Vandenbosch, hun verantwoordelijke. “Het heeft meer dan een maand geduurd vooraleer we met iedereen contact hebben gehad. Sommige ouders vragen al om de opvang uit te stellen tot september.”

Het is moeilijk om die ouders gerust te stellen, zegt Vandenbosch. “Overal hoor je angst, angst, angst. Gezinnen met verhalen dat een van de kinderen ademhalingsproblemen zou hebben, daar kan je moeilijk tegen opboksen. Mensen zullen niet zo snel de stap zetten als ze die kunnen vermijden.”

Ook ouders die technisch werkloos zijn of leven van een vervangingsinkomen, brengen hun kinderen momenteel minder naar de opvang. “Misschien hebben ze minder geld op overschot, of misschien maken ze gewoon gebruik van de mogelijkheid om hun kinderen zelf op te vangen”, zegt Vandenbosch. “Het zal niet makkelijk zijn om iedereen terug te krijgen.”

Richtlijnen

Al is behalve de ouders ook de ingesteldheid van de opvangvoorziening van tel. “Elke crèche maakt een eigen interpretatie van de opnamevoorschriften van Kind en Gezin”, zegt Gryffroy, die de richtlijnen “vaag en verwarrend” noemt. Volgens Kind en Gezin kunnen momenteel enkel gezinnen bij wie minstens één van de ouders buitenshuis moet werken, of alleenstaande ouders, gebruik maken van de opvang. Ook wie in een precaire thuissituatie zit, kan beroep doen op de crèches. “Sommige voorzieningen gaan daar flexibel mee om, want zij zijn ervan overtuigd dat er een nood is aan opvang vanaf ouders de vraag stellen. Andere voorzieningen zeggen sneller nee”, zegt Gryffroy.

Kind en Gezin verdedigt de regels door te zeggen dat baby's en peuters geleidelijk moeten kunnen wennen aan hun crèche. “Het is belangrijk dat ze gradueel terug een plekje krijgen. Die gewenning is ook belangrijk als preventie van wiegendood”, zegt woordvoerster Nele Wouters. “We erkennen zeker hoe zwaar het is voor ouders die al weken thuis zitten, maar we kiezen ervoor om de sterkste schouders – in dit geval vier schouders, als beide ouders thuiswerken – momenteel nog thuis te houden. Zo houden we plaats vrij voor de andere kinderen.”