Minder voorzieningen voor kinderopvang in Brussel, capaciteit is wel gestegen

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het aantal voorzieningen voor kinderopvang gedaald van 698 in 2018 naar 656 in 2022. In die periode is de opvangcapaciteit evenwel gestegen, van 20.194 plaatsen in 2018 naar 20.941 plaatsen in 2022 (+747). Dat blijkt donderdag uit een studie van BISA, het Brussels instituut voor statistiek en analyse.

In Brussel zijn er in de periode van 2018 tot 2022 meer voorzieningen voor kinderopvang gesloten dan dat er zijn geopend. Dat geldt zowel voor de voorzieningen die erkend zijn door Kind & Gezin als degene die erkend zijn door l'Office de la Naissance et de l'Enfance (ONE).

Inkomensgerelateerde opvangplaatsen

Wat nog opvalt, is dat de capaciteit steeg in voorzieningen met inkomensgerelateerde kinderopvangplaatsen, terwijl die daalde bij voorzieningen die niet werken met het inkomenstarief. Door Kind & Gezin erkende voorzieningen zonder inkomensgerelateerde bijdrage verloren bijna 800 plaatsen, terwijl de capaciteit in de inkomensgerelateerde kinderopvang met meer dan 500 plaatsen toenam.

Die trend doet zich ook voor bij ONE-voorzieningen, met een daling van meer dan 400 plaatsen bij niet-inkomensgerelateerde voorzieningen en een stijging van bijna 500 plaatsen voor inkomensgerelateerde voorzieningen.

Toch is de opvangcapaciteit in totaal gestegen, al zijn er wel verschillen tussen Kind & Gezin en ONE. Bij vergunningen erkend door Kind & Gezin daalde de capaciteit van 7.038 in 2021 naar 6.763 in 2022, terwijl die bij ONE steeg van 13.228 naar 14.250. Het totaalaanbod steeg zo van 17.451 plaatsen in 2013 naar 21.013 in 2022. Het aanbod van ONE steeg in die periode van 10.504 naar 14.250 plaatsen. Dat van Kind & Gezin bleef min of meer gelijk.

Gebrek aan informatie

In absolute aantallen was het aantal openingen van nieuwe voorzieningen tussen 2018 en 2022 het hoogst in de gemeenten Brussel (32 nieuwe voorzieningen), Anderlecht (18) en Elsene (12), en het laagst in de gemeenten Koekelberg (1), Sint-Lambrechts-Woluwe (2) en Vorst (4). Het aantal sluitingen was het hoogst in de gemeenten Brussel (47), Ukkel (27) en Schaarbeek (23), en het laagst in de gemeenten Koekelberg (1), Sint-Joost-ten-Node (3) en Vorst (5).

Lees verder onder de grafiek

Wanneer een voorziening stopt, worden vooral individuele redenen aangehaald, terwijl ook financiële redenen, opheffingen van vergunningen, verhuizingen en hervormingen in de sector een rol kunnen hebben gespeeld, blijkt verder.

Het instituut wijst er wel op dat de informatie over de kinderopvangvoorzieningen relatief beperkt is, waardoor het bepaalde factoren die mogelijk een verklaring kunnen bieden niet kan onderzoeken.

"Een gebrek aan informatie over de financiële situatie van de voorzieningen of de levensduur van de voorzieningen laat ons niet toe om te onderzoeken of deze factoren een eventuele rol spelen in de sluitingen", aldus BISA. Er is bijkomend onderzoek nodig naar de risicofactoren voor sluitingen en naar de factoren die het openen van nieuwe voorzieningen vertragen, klinkt het.