Ook het Zoniënwoud voelt de gevolgen van de coronacrisis. Het woud kreunt onder de toestroom van wandelaars die het bos opzoeken. Geïmproviseerde kampvuren, loslopende honden en zelfgemaakte bospaadjes. “Mensen hebben niet door dat dit woud geen park is.”
Bioritme Zoniënwoud ernstig verstoord door toestroom ‘stedelijke wandelaars’
Lees ook: Van kampvuren tot platgetrapte vegetatie: Brusselse boswachters zien meer natuurvandalisme
Hoewel de coronacrisis in het algemeen een flinke opsteker is voor de biodiversiteit van de natuur, heeft die indirect negatieve gevolgen op het bioritme van onze eigen Brusselse groene long. In plaats van de occasionele frisse neus die eens per dag mag worden gehaald, kiest de wandelaar al gauw voor een uitgebreide boswandeling. Niet zonder gevolgen.
De toestroom aan wandelaars zorgt voor problemen bij de fauna en flora van het Zoniënwoud, en de timing is slecht: “Met de komst van de lente is het net de bloeiperiode van een heleboel bloemen en planten, met name de anemonen en hyacinten,” vertelt Stéphane Vanwijnsberghe, van de afdeling Bos en Natuur van Leefmilieu Brussel. “Heel wat van die bloemen worden platgetrapt door loslopende honden, of wandelaars die zich een eigen weg door het bos banen.”
De loslopende honden zijn ook een probleem voor vogels die in deze periode nesten bouwen. “De vogeltjes hebben rust nodig om twijgen te sprokkelen en hun nest te bouwen. We zien een afname in het aantal nesten.”
“Sommige honden gaan zwemmen in de vijvers,” vervolgt Vanwijnsberghe. “Dat heeft dan weer drastische gevolgen voor de amfibieën, zoals kikkers en padden, die net hun eitjes (kikkerdril) hebben gelegd.”
Kortom, een bos is geen park. “Er gelden andere regels. We kampen nu duidelijk met een ander soort publiek. Een publiek dat uit de stad komt, en de broosheid van de natuur onderschat.”
Kampvuren
Vanwijnsberghe merkt ook op dat sommigen mensen ook 's nachts afzakken naar het bos. “Maandagnacht nog hebben mensen een kampvuur gemaakt. 's Morgens brandde het vuur nog steeds en hebben we de brandweer moeten bellen om het te doven. Daarbij lagen ook nog eens blikjes en ander afval. Het is voor de zoveelste keer in korte tijd dat we van die geïmproviseerde kampvuren aantreffen.”
Maar over vervuiling toont Vanwijnsberghe zich lichtjes positief: “De mensen houden het redelijk proper. We kunnen niet zeggen dat er meer afval wordt gedumpt in het woud.”
“Aan de toestroom van wandelaars en hun gedrag kunnen we weinig doen,” besluit Vanwijnsberghe. “Onze parkwachters doen er alles aan om mensen te sensibiliseren. We kunnen er alleen maar op hopen dat wandelaars een onderscheid gaan maken tussen park en bos, en zich er ook zo naar gaan gedragen.”
Lees meer over: Brussel , Milieu , Zoniënwoud , coronacrisis
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.