De controle op de lage-emissiezone (LEZ), waar het hele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onder valt, werkte van 1 tot 13 juli niet. Dat blijkt uit een antwoord van minister Alain Maron op een parlementaire vraag in de plenaire zitting van het Brussels parlement
Controle op lage-emissiezone lag twee weken stil
“We hebben vernomen dat de LEZ in juli verschillende dagen niet in werking was. Wat is er gebeurd?”, vroeg parlementslid Christophe De Beukelaer (Les Engagés) aan Alain Maron, minister van Leefmilieu in de plenaire zitting.
Van 1 tot 13 juli waren er problemen met de export van gegevens met betrekking tot de LEZ, bevestigt minister Maron in naam van minister-president Rudi Vervoort (PS). Het probleem zou zich hebben voorgedaan op het departement safe.brussels.
De precieze oorzaken van de panne zijn nog niet bekend, klinkt het verder. “Bij het systeem zijn verschillende overheidsinstanties en minstens één particuliere onderaannemer betrokken. In samenwerking met de betrokken instellingen zal een technisch rapport moeten worden opgesteld.”
350 euro boete
Vervoort zal daarom samenzitten met de betrokken instellingen en de kabinetten van de verantwoordelijke ministers. Bedoeling is om de nodige maatregelen te nemen om zo de gevolgen van de storing zoveel mogelijk te beperken.
In het Brussels gewest telt sinds 2018 een lage-emissiezone waarbij de meest vervuilende voertuigen geleidelijk aan geweerd worden uit de stad. Sinds begin 2022 mogen dieselvoertuigen met euronorm 4 en lager niet meer rijden in Brussel. Wie dat wel nog probeert, riskeert een boete van 350 euro. De controle gebeurt via honderden ANPR-camera's.
Vanaf 2025 zullen ook dieselwagens met euronorm 5 en benzinewagens met euronorm 2 uit de hoofdstad worden geweerd.
Lees meer over: Brussel , Milieu , lage-emissiezone , LEZ , Alain Maron , minister-president Rudi Vervoort