De Mellaertsvijvers, het Rood Klooster of de Zenne: de voorbije dagen zie je er steeds meer - magnifieke - krakeenden.
De krakeend, een hele etalage aan verenpatronen
Op de website voor natuurobservatie waarnemingen.be worden de voorbije dagen steeds meer krakeenden gemeld. Die toename is deels een seizoensfenomeen. Elke herfst zakken krakeenden uit andere contreien – onze kustgebieden, maar ook Scandinavië of Noordoost-Europoa – af naar Brusselse waters om er te overwinteren op plekken waar ze voedsel vinden. Een deel van de populatie is een trekvogel, een deel blijft gewoon hier als standvogel.
Tegelijk zit het aantal krakeenden de voorbije jaren ook in de lift, blijkt uit tellingen. In Nederland vertienvoudigde hun aantal de voorbije halve eeuw zelfs.
Mogelijk zitten de mildere klimaatomstandigheden daar voor iets tussen. Tegelijk is de krakeend ook beter aangepast aan een menselijke omgeving dan zijn naaste neef de wilde eend. Krakeenden hebben een gevarieerder dieet en eten ook algen en waterplanten die in en rond vijvers worden geplant. Wat nog kan meespelen: krakeenden leggen hun eieren later dan wilde eenden. Hun nesten zijn daardoor beter beschut tegen vijanden door de dichtere vegetatie.
Grote wateroppervlaktes en licht stromend water
Echt in het oog springt de krakeend niet. Maar wie goed naar een mannelijk exemplaar kijkt, krijgt wel een rijkelijke etalage aan verschillende verenpatronen te zien. Het vrouwtje lijkt dan weer meer op een vrouwelijke wilde eend. De soort is trouwens monogaam.
Krakeenden houden van grote wateroppervlaktes en licht stromend water, wat de aanwezigheid van grote groepen op de Zenne of de Anderlechtse Vogelzangbeek verklaart. Maar ook de Mellaertsvijvers, de Neerpedevijvers en de Molenvijver in Bosvoorde blijken in trek.
Beestig Brussel
Lees meer over: Brussel , Milieu , Beestig Brussel , krakeend