Het is nergens zo warm als in het Brusselse stadscentrum. En ook in de rest van het Gewest liggen de temperaturen een pak hoger dan op het platteland. Om die opwarming tegen te gaan, lanceren onderzoekers van het KMI een opmerkelijk idee. "Door alles wit te verven, kan het een halve graad frisser worden in Brussel."
| De onbebouwde hoek bij het Rogierplein verdwijnt, een wit gebouw komt in de plaats. Ook de vloer en de luifel zijn in het wit.
Meerdere recente studies tonen het aan: in de steden is het warmer dan op het platteland. Overdag blijven de verschillen beperkt, maar ’s nachts liggen de minimumtemperaturen tot 3 tot 8 graden hoger. Daardoor zijn er meer en fellere hittegolven. En dat kan schadelijk zijn voor de gezondheid.
Stedelijke canyon
In de hittehaarden die steden zijn, koelen de temperaturen ‘s nachts minder snel af. Daar zijn meerdere redenen voor. Enerzijds zijn er in Brussel meer gebouwen en straten, die de warmte vasthouden en die pas ’s nachts vrijgeven.
Steden zoals Brussel zijn bovendien enorm dicht- en hoogbebouwd. Op het platteland weerkaatsen zonnestralen meteen terug in de atmosfeer. In de stad raakt een zonnestraal amper weg uit de stedelijke canyon. De straat reflecteert de zon op gebouwen en vice versa.
Gebrek aan groen en water
Voeg daar dan nog eens het gebrek aan groen en open water bij en je begrijpt waarom de Brusselse sauna in de zomer warmer is dan die in de rand. Vegetatie en water zorgen immers voor waterdamp en die koelt de lucht aanzienlijk af.
Binnen 50 jaar zullen er in het Brusselse stadscentrum elke zomer twee hittegolven bijkomen. Dat zijn minstens tien dagen met temperaturen boven 25 graden, waarvan zes dagen met minstens 30 graden, extra. Brussel-Stad wordt zo een klein Benidorm aan de (overkapte) Zenne.
Kan het blootleggen van de rivier helpen? "Water koelt inderdaad een beetje af, maar voor een significant effect moet je aan de rand van een gigantisch meer liggen. Een kleine rivier of vijver verandert heel weinig", weet specialist François Dûchene.
'Verf alles wit'
Tegen 2020 zal zo’n 75 procent van de Europese bevolking in de steden wonen. Om onze levensstandaard minstens te behouden en de gezondheidsschade in te perken, pleiten klimatologen voor een stedelijke inrichting die de stadsopwarming neutraliseert.
Bij het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België (KMI) deden ze de Brusselse politici meerdere voorstellen om de problematiek te tackelen. Dat er meer groen moet komen, is logisch. "Dat kan al een halve graad verschil maken", zegt wetenschapper François Duchêne aan BRUZZ.
En met een simpele ingreep kan je de temperatuur in de steden zelfs tot 1° C doen afnemen. "Gebouwen en straten zijn gebouwd in het zwart of grijs. Dat zijn net tinten die tijdens de dag veel warmte opnemen", aldus Duchêne.
Naar analogie met de Andalusische dorpen pleit hij voor een witte stad. "De huidige straten en gebouwen, die schilderen we gewoon wit. Dat weerkaatst de warmte-energie gewoon meteen weer in de lucht. Meer groene vegetatie en meer wit, dat is het devies", vertelt de wetenschapper van het KMI.
Witte pleinen
Brusselse politici zouden het idee niet genegen zijn, omdat witte straten en gebouwen sneller vuiler worden. Dan nemen de schoonmaakkosten toe, klinkt het. Bovendien lijkt het een onbegonnen (en dure) zaak om een hele stad wit te verven.
De aanbevelingen werden dus in de wind geslagen. En intussen kiest men voor (licht)grijze stenen op het Jourdan-, Sint-Gillisvoor- en Spiegelplein of zelfs de piétonnier. "Je kan een stad niet helemaal veranderen", geeft Duchêne toe. Maar waarom leggen ze geen nieuwe pleinen in het wit aan?
Lees meer over: Brussel , Milieu , Stedenbouw , KMI , warmtegolf , hitte , Lesley Decruz , stadsplanning
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.