Vorst investeert in lokale voedselproductie en bomeninventaris

De gemeente Vorst heeft van het Brussels gewest een subsidie van 224.000 euro in de wacht gesleept om projecten rond duurzaamheid en gezonde voeding op poten te zetten. Met dat geld worden moes- en kweektuintjes aangelegd, stelt de gemeente een bomeninventaris op en komt er een lokaal verwerkingscentrum voor groenten en fruit.

Het schepencollege van Vorst doet zijn uiterste best om op lokaal niveau de Brusselse klimaatambities te ondersteunen. Doorgaans wordt gekozen voor projecten die de leefbaarheid in de wijken verhogen. Denk bijvoorbeeld aan het ‘tiny forest’ naast het Dudenpark of het regenwaternetwerk in Laag-Vorst.

Grote vraag naar moestuintjes

Daar komen nu nog vier gemeenteprojecten bij, met ook een bijzondere focus op lokale voedselproductie- en verwerking. Een subsidie van 75.000 euro gaat naar “Atelier Sud Transformation Légumes & Fruits”, een gemeenschapsatelier waar groenten en fruit verwerkt, verpakt en verdeeld worden. Niet alleen ontstaat zo een korte voedselketen, maar zorgt het project ook voor lokale tewerkstelling. Vorst zet het atelier op samen met buurgemeente Sint-Gillis.

Daarnaast komen er ook twee nieuwe moestuinen, eentje in de Ververijstraat aan een nieuwe crèche en eentje bij de nieuwe sociale woonwijk in de Olieslagerijlaan. De vraag in Vorst naar moestuinen is enorm. Hoewel de gemeente er al een vijftiental heeft, staan er nog 70 inwoners op een wachtlijst. Voor de twee moestuinen hengelt Vorst een subsidie van 69.000 euro binnen.

Nog eens 40.000 euro gaat naar het reeds opgestarte project Vegetalab in het Bemptpark. Dat is een kweektuin die in 2020 ruim 10.000 bloemen en planten opleverde en nadien gebruikt werden om de openbare ruimte op te fleuren. Tot slot wil Vorst ook een inventaris van zijn bomenpatrimonium opstellen, om ze beter te kunnen onderhouden en beschermen.

“Dankzij deze verschillende subsidies kunnen wij de wisselwerking tussen stad en natuur bestendigen”, zegt schepen Alain Mugabo (Ecolo). “Gezond en lokaal eten zonder daarvoor diep in de buidel te moeten tasten en wonen in een aangename en groene omgeving: dat is essentieel voor de levenskwaliteit van alle Vorstenaren.”