148 miljoen voor onvoorziene metrokosten tussen Noord en Bordet

De indexering van prijzen, extra ingrepen die moeten gebeuren na aanbevelingen en een budget voor onvoorziene omstandigheden van 148 miljoen euro. Dat zijn de hoofdredenen waarom de kostprijs van metro 3 zo gestegen is, stelt minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen).

Oppositielid Christophe De Beukelaer (Les Engagés) klaagde deze dinsdag in de commissie Mobiliteit dat de budgetverhoging voor de metro en stoemelings werd bekendgemaakt, na een vraag van een journalist op een persconferentie.

Ook heel wat andere parlementsleden hadden vragen over de stijging van de kosten van 1,66 naar 2,25 miljard euro voor metrolijn 3.

Minister Van den Brandt (Groen) gaf daarop duiding, al werden er enkel voor het stuk tussen Noord en Bordet concrete bedragen genoemd.

"Een groot deel is gelinkt aan de indexering," zei ze. "De kosten volgen immers de globale stijging van de levensduurte, materiaal- en energieprijzen." Daardoor werd 80,2 miljoen euro toegevoegd aan het budget. Dit gaat wel enkel over de stijging tussen 2015 en 2020. De recente en veel forsere prijsstijgingen zitten niet in dat bedrag.

Dure suggesties

Een ander deel wordt verklaard door de effectenstudie van het stuk tussen Noord en Bordet, waar een gloednieuwe tunnel en zeven nieuwe stations worden gegraven.

"Die effectenstudie leverde 1.200 opmerkingen op, waaronder ook aanbevelingen die we effectief gaan volgen. 44,8 miljoen euro is voorzien voor belangrijke aanbevelingen, die een impact hebben op de vergunningsaanvraag. 19,7 miljoen euro gaat naar 'kleinere' aanbevelingen, die geen impact hebben op de vergunning."

Daar komt nog eens 34,5 miljoen euro bij, bedoeld om veranderingen in het programma op te vangen. Daarin inbegrepen: de aankoop van een nieuwe tunnelboormachine, de aanpak van bodemvervuiling, het blijven laten rijden van tram 55 tijdens de werken en de aanpak van geluidsoverlast. Nog eens 5,7 miljoen euro wordt uitgetrokken voor de bovengrondse heraanleg.

Het grootste deel wordt echter gevormd door de aanleg van een risicobudget voor onvoorziene omstandigheden: 148,6 miljoen euro. Dat moet soelaas bieden bij technische tegenvallers, bijvoorbeeld bij het boren van de tunnel. Het bedrag komt overeen met 15 procent van het geschatte bedrag voor de werken zelf.

Geen details over kosten premetro

Bovenstaande kosten werden tussen november 2019 en november 2021 aan het budget voor de metro toegevoegd. Samengeteld zijn ze goed voor 'maar' 340 miljoen euro, terwijl het totale metrobudget met 590 miljoen euro gestegen is.

De bedragen die in de commissie vernoemd werden, gelden dan ook enkel voor het stuk tussen Noord en Bordet. De technische problemen onder het Zuidpaleis en de extra kosten die dit teweeg zal brengen, zitten dus nog niet in die 148,6 miljoen euro.

"Maar die zitten wel vervat in het totaal van 2,25 miljard euro," zegt minister van Financiën Sven Gatz (Open VLD).

Al is het niet zeker of dat bedrag zal volstaan. "Ook voor het stuk Albert-Noord, de huidige premetro, is een risicobudget voorzien van zo'n 8 procent van het totale budget," verduidelijkt de woordvoerder van Van den Brandt. "Maar het is nog niet zeker of de complicaties onder het Zuidpaleis daarin passen, omdat de kosten nog niet bekend zijn."

Tabel gevraagd

Zowel de oppositie als de meerderheid toonden zich tevreden met deze verduidelijkingen in de commissie. Al suggereerde Christophe De Beukelaer op het einde wel nog om op de website van metro 3 een duidelijke tabel weer te geven met daarin de oorspronkelijke begroting, de wijzigingen aan die begroting, wat er al van gebruikt is en waar het geld vandaan komt. "Dat zou een simpel maar nuttig instrument zijn voor de burger," aldus De Beukelaer.