Het Brussels Gewest heeft samen met de twee andere gewesten een methode gekozen om roetfilterfraude op te sporen. Auto's waarvan de roetfilter verwijderd is, stoten 90 tot 95 procent meer fijn stof uit. Maar tot nu toe liepen overtreders zelden tegen de lamp. Tegen 2020 moeten alle keuringscentra uitrusten met PN-meters, die fijne stofdeeltjes meten.
Brussel gaat roetfilterfraude vanaf 2020 opsporen
Roetfilters houden een deel van de fijne stofdeeltjes tegen bij dieselwagens. Maar als ze aan vervanging toe zijn, lopen de kosten al snel op tot 1.500 euro. Heel wat mensen laten de filter dan maar weghalen, een praktijk die illegaal is en voor vervuiling zorgt. “Naar schatting rijden er zo meer dan 100.000 wagens rond in België”, zegt Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA).
Volgens sommigen kan roetfilterfraude opgespoord worden, namelijk door onderaan de wagen te kloppen op de plek waar de filter zou moeten zitten. Een hol geluid zou wijzen op het weghalen van de filter. “Dat is een fabeltje”, lacht Debaets. Volgens een garagist die roetfilters weghaalt bij getunede wagens, is dat inderdaad geen betrouwbare methode. “Dat hangt allemaal af van het type wagen, de plaats van de roetfilter en de manier waarop die gemanipuleerd wordt.” Maar tien procent zou zo kunnen worden opgespoord.
Stofdeeltjes tellen
Daarom dat men nu met een test op de proppen komt. Na een testperiode van zes maand weet GOCA, de koepelorganisatie van examen- en keuringscentra, welk meetsysteem het meest betrouwbare is voor de opsporing van roetfilterfraude. Het gaat om de PN-meters. Die meten het aantal fijne stofdeeltjes dat een wagen uitstoot.
“Een dieselwagen met euronorm 4 stoot normaal gezien ongeveer 10.000 fijne stofdeeltjes uit per kubieke centimeter”, legt Pascal Bueckenhoudt, project- en innovatiemanager bij GOCA. “We zullen dan zien dat we naar 500.000 fijne stofdeeltjes per kubieke centimeter gaan en meer. Wanneer de filter helemaal is weggehaald, halen we zelfs metingen boven een miljoen deeltjes."
“We gaan tegen 2020 alle keuringscentra in Vlaanderen, Brussel en Wallonië uitrusten met meettoestellen. Eind 2019 zullen de eerste keuringscentra al voorzien worden van de PN-meters”, aldus Weyts.
Maar eerst moeten de drie gewesten een wetgevend kader vastleggen, met daarin onder meer de toegelaten hoeveelheid fijne stofdeeltjes. “We moeten beslissen vanaf wanneer een wagen de baan niet meer op mag”, klinkt het bij Brussels staatssecretaris van Verkeersveiligheid Bianca Debaets (CD&V). “De bedoeling is dat we zoveel mogelijk streven naar een harmonisatie tussen de drie gewesten.”
‘Rode kaart’
En wat dan met overtreders? “Wie betrapt wordt in een keuringscentrum, moet een rode kaart krijgen. We kunnen kijken naar een systeem van beboeting”, stelt Debaets. “Garages die fraude plegen, moeten we ook aanpakken.”
Maar daar is haar Vlaamse collega Ben Weyts het niet mee eens. “Niet de garagist, maar de consument is hier de verantwoordelijke. We moeten wel een onderscheid maken tussen het doelbewust manipuleren van de roetfilter en onwetendheid over een defect.”
Een budget voor de aankoop van de meettoestellen is er voorlopig nog niet. Daarvoor moet eerst nog een openbare aanbesteding worden opgestart. De kostprijs per toestel zal tussen 8.000 en 15.000 euro liggen. “Maar de consument zal de eindrekening niet betalen”, klinkt het. Hoeveel toestellen de twee Brusselse centra krijgen, is nog niet geweten, maar volgens Debaets zou het om een tiental PN-meters gaan.
Luchtkwaliteit
Lees meer over: Mobiliteit , Luchtkwaliteit , roetfilter , roetfilterfraude , Bianca Debaets , Ben Weyts , uitstoot
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.