Brusselaar laat auto langzaam los

Brusselaars doen minder dan de helft van hun verplaatsingen met de auto en gaan vaker te voet. Dat blijkt uit de laatste mobiliteitsenquête van de FOD Mobiliteit. In Vlaanderen en Wallonië dient de wagen nog altijd voor zes tot zeven op de tien verplaatsingen. Overal in België neemt dat aandeel wel lichtjes af.

De enquête vond plaats in 2017, maar de resultaten worden nu pas bekendgemaakt. De Monitor is de derde bevraging naar het mobiliteitsgedrag van de Belgen die de FOD Mobiliteit afneemt. In vergelijking met de eerste, in 1999, is het aandeel van de wagen duidelijk afgenomen. Twintig jaar geleden gebeurden nog 67 procent van de verplaatsingen in ons land met de auto, ondertussen is dat nog 61 procent.

In Brussel ligt dat percentage nog lager op 46 procent. In 1999 was dat nog 55 procent. Dat zegt Stef Willems, woordvoerder van verkeersinstituut Vias, dat de studie mee uitvoerde. "Er worden minder trajecten met de wagen afgelegd, maar meer met het openbaar vervoer en de fiets."

De daling van het gebruik van de wagen is dus sterker in het Brussels Gewest dan in de rest van België. De terugval van de auto is vooral opgevuld door meer gebruik van het openbaar vervoer. Twintig jaar geleden dienden de metro, tram en bus nog maar voor een zesde van de verplaatsingen. De trein werd amper gebruikt. Vandaag komen die samen tot een kwart van de verplaatsingen.

Een ander kwart gaat te voet op pad. Met 4 procent verplaatsingen per fiets kruipt de Brusselaar wel zeer weinig op zijn tweewieler. De fiets boekte maar 2 procentpunt winst op die twintig jaar tijd. In Vlaanderen gebeurt daarentegen al 18 procent van de verplaatsingen met de fiets.

Sinds de bevraging plaatsvond, zijn er wel nieuwe fietspaden aangelegd in het Gewest en hebben de deelsteps hun intrede gemaakt. Het is dus goed mogelijk dat het verplaatsingsgedrag van de Brusselaars intussen nog is veranderd.