Telpalen die recordcijfers noteren, een raid op fietsenwinkels, en fietspaden die uit hun voegen barsten. Terwijl de Brusselaar thuiswerkt en zich veel minder moet verplaatsen, werd er de voorbije maanden net méér gefietst. De hoofdstadbewoners herontdekken hun eigen stad en de vaak idyllische omgeving. “Ik kan niet wachten om hem te proberen in het Zoniënwoud.”
| De fiets bood voor freelance-journaliste Leslie Doumerc een uitlaatklep tijdens de coronacrisis.
Ma petite poubelle.” Zo noemt de Franse Leslie (35) haar fiets die ze ooit voor 50 euro kocht. De tweewieler blijkt inderdaad in lamentabele conditie, denk daarbij aan versnellingen die vanzelf verspringen tenzij je het handvat in een tanggreep houdt. Toch legde de freelanceradiojournaliste de voorbije maanden wekelijks een honderdtal kilometer af met de rijdende vuilnisbak.
“Eerst ging ik er tijdens de coronacrisis gewoon boodschappen mee doen. Ik reed dan zo traag mogelijk terug naar huis, via omwegen zodat ik op den duur alle straten van mijn buurt aan Hoogte 100 had doorkruist. Gek hoe je op die manier nieuwe links legt in je hoofd, tussen plaatsen die je enkel kende als haltes van het openbaar vervoer.”
Na verloop van tijd groeide Leslies actieradius. Het arboretum van Tervuren – een uitloper van het Zoniënwoud – maakte bijvoorbeeld een blijvende indruk. “En een keer ben ik zelfs de Alsembergsesteenweg afgereden om te kijken of die wel echt naar een plek voert die Alsemberg heet. En ja hoor, de naam klopt!”
De lockdown zonder fiets kan de journaliste zich vandaag niet meer voorstellen. “Het werd uitlaatklep nummer één voor mijn mentale gezondheid. Le vélo m’a sauvée. Ik hou vooral van de absolute vrijheid: aan elke hoek kies je waar je naartoe wil.” Behalve vrijheid ontdekte de Française ook de solidariteit onder fi etsers. “Zo raakte ik ooit met een wildvreemde aan de praat die even langzaam de helling oppufte als ik. We hebben een uur samen voortgereden en hij toonde me een wonderlijke plek: het Bois des trois Couleurs in Oudergem, bij Sint-Anna: de boshyacinthen zijn er mooier dan in het Hallerbos.”
Avondspits van de telewerkers
Leslie is maar een van duizenden Brusselaars die de afgelopen maanden veel meer zijn gaan fietsen. Dat vertellen de cijfers van Brussel Mobiliteit: na een aanvankelijke dip bij het begin van de lockdown, bleef het fietsgebruik groeien, in die mate dat er vandaag beduidend meer wordt gefietst dan in dezelfde periode vorig jaar.
Natuurlijk speelt het uitzonderlijk mooie weer daar een rol in. Toch blijft het opmerkelijk in een periode waarin het grootste deel van het woon-werkverkeer per tweewieler is weggevallen. De fietsgrafieken tonen een paar interessante trends.
Zo blijken er vooral in de weekends erg hoge pieken te zijn. Daarnaast is er ook een verschuiving in de hitparade van de meest populaire fietspaden. Zo zakte het fi etsgebruik op de drukke Wetstraat tijdens de lockdown in, terwijl de telpunten langs het kanaal recordcijfers registreerden. Iedereen die deze dagen al eens probeerde langs dat kanaal te fietsen weet het: het is er over de koppen rijden, zowel in het centrum als richting buitenwijken. Onder meer de Biestebroekkaai is daarbij een geliefde route, waarvan het verlengstuk richting de Groene Wandeling leidt, nog zo’n absolute tip voor fietsminnende Brusselaars.
De daling aan woon-werkverkeer wordt met andere woorden ruim gecompenseerd door een ongeziene boom van het vrijetijdsfi etsen. Dat toont ook het uurverloop per dag: de traditionele ochtendspits voor tweewielers is quasi verdwenen, terwijl de avondspits overeind blijft, met een piek die vaak hoger ligt dan voor de coronacrisis. De verklaring ligt voor de hand: telewerkers klimmen na een dag schermturen maar wat graag op de fiets, de blik op oneindig.
“Afgelopen zaterdag was het echt waanzin en werd zowat de halve winkel leeg gekocht”
Maskermisverstand
Terug naar Leslie. Na twee maanden op een fiets die armkrampen veroorzaakt, kijkt zij nu uit naar een beter exemplaar, waar ze ook verder mee raakt. “Wat in de zomer zal mogen is nog niet duidelijk, dus waarom niet gewoon België verkennen op de fiets?” De Française zal zich zo bij de honderden hoofdstadbewoners voegen die deze dagen online een rijwiel zoeken of in de rij staan voor de fietswinkels. Die noteerden de voorbije weken een stormloop zonder voorgaande. “Afgelopen zaterdag was het echt waanzin en werd zowat de halve winkel leeggekocht,” vertelt Amor Mistiaen van Velofixer op de Anspachlaan.
“Vaak lijkt het daarbij om nieuwe fietsers te gaan. Ze vragen meestal naar exemplaren van 300 à 400 euro, terwijl het bij ons toch eerder begint bij 550 tot 600 euro. Veel mensen kopen er dan toch een en beslissen ook meteen. Wellicht speelt de angst voor de concurrent-kopers in de wachtrij achter hen.”
Jean (27) is een van die nieuwe fietsers. De jongeman kocht net een tweedehands fi xed-gearfi ets bij Velofixer. “Ik woon in Laken en werk in de keuken aan Flagey. Het openbaar vervoer wil ik vermijden en dit is een goed alternatief. Licht en snel, wil je eens voelen?”
Ook Alexandra (30) kocht net een splinternieuw vehikel, bij fietsshop Mydo op de Volderslaan in Sint-Gillis. Als ze in de winkel aankomt, zijn we getuige van wat we een coronamisverstand zullen noemen. “Sorry, die fiets is al verkocht,” krijgt de jonge vrouw eerst te horen als ze haar gereserveerde exemplaar – een pastelgroene klassieke damesfiets in retrostijl – aanwijst. Beteuterd zwaait Alexandra met haar reservatieticketje.
De fietsverkoper excuseert zich. “Ik had u niet herkend, u draagt een ander masker dan gisteren.” De kersverse fietseigenares besloot tot de aankoop om te pendelen en voor uitstappen. “Ik wandel meestal naar het werk, maar het is wat ver,” legt ze uit. “En dit weekend ga ik hem proberen in het Zoniënwoud. We zijn daar onlangs nog gaan wandelen en het bos is echt veel groter dan we dachten.”
Alexandra is niet de enige die er zo over denkt. Het Zoniënwoud werd de voorbije maanden overspoeld door fi etsers, die er fi etsroutes zat vinden. De Tumuliweg, die dwars door het bos naar Groenendaal kronkelt, is misschien nog de meest bekende. Maar ook de Vlaamse Groene Gordel en zijn Brusselse binnenband de Groene Wandeling voeren door het woud. Liefhebbers vinden een fi etskaart op zonienwoud.be.
“Een groot deel van de autoverplaatsingen is voor trajecten van minder dan vijf kilometer. Ons groeipotentieel is groot”
Gebroken routine
De fietshandelaars zijn niet de enige die de fietsboom voelen. Ook Swapfi ets kende in Brussel een explosieve groei van het abonneebestand sinds het begin van de crisis. Het bedrijf, dat fietsen verhuurt voor 17,50 euro per maand, klom in twee maanden tijd van 1.500 naar 2.500 klanten. Country manager Thomas Schiltz ziet verschillende verklaringen. “De aangekondigde nieuwe fietspaden zullen een rol spelen, net als het feit dat we een individuele en dus hygiënischere fiets aanbieden dan deelplatformen.” De cijfers van Villo lijken de hypothese van Schiltz te bevestigen. Het oudste fietsdeelsysteem in Brussel verhuurt vandaag minder fietsen dan voor de quarantainemaatregelen. “In het begin hadden we zestig procent minder klanten, nu is dat nog twintig procent minder,” vertelt Villobaas Jérôme Blanchevoye.
Het elektrische Billy Bike kent wél een stijging, maar profiteert wellicht van het vertrek van concurrent Jump, beseft CEO Pierre de Schaetzen. Toch ziet de topman nog een andere verklaring voor de groei van zijn deelfietsen. En zijn redenering kan net zo goed toegepast worden op de fiets in het algemeen.
“Veel mensen zitten normaal in een routine: ze gaan elke dag met de auto naar het werk. Dat patroon is nu voor velen weg en dat biedt de kans om na te denken over die gewoonte. Een groot deel van de autoverplaatsingen gebeurt voor trajecten van minder dan vijf kilometer. Ons groeipotentieel is dus groot.”
De coronacrisis is niet enkel een aanleiding om na te denken, ze duurt zo lang dat de kans groot is dat ze ook tot een modal shift ten voordele van de fiets zal leiden, argumenteerde professor Bas De Geus (VUB) enkele weken geleden nog in dit magazine. Hij wees erop dat mensen drie maanden nodig hebben om hun gedrag structureel te veranderen. En zoveel is ondertussen wel duidelijk: de pandemie zal vele malen langer duren dan drie maanden. Het is ook die gedragsverandering waar Brussel Mobiliteit op mikt met de nieuwe campagne ‘Blijven trappen’, die de volgende maanden de aanleg van veertig kilometer nieuwe fietspaden moet ondersteunen.
Frédéric (34) had niet eens drie maanden nodig om de knoop door te hakken. Als hij straks opnieuw naar de school rijdt waar hij muziekles geeft, blijft de auto aan de kant. De leraar-muzikant investeerde net 1.500 euro in een VTC, een rijwiel dat het midden houdt tussen stadsfiets en mountainbike. Wat hem over de streep trok? “Het feit dat een auto maar geld blijft slikken en het vooruitzicht van dagen zonder filestress. En de zon natuurlijk.”
Lees meer over: Brussel , Mobiliteit , Samenleving , coronacrisis , fietsen , lockdown , fietsbeleid
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.