Brussels taxiplan in voege vanaf 21 oktober

De Brusselse regering heeft de twee uitvoeringsbesluiten na de taxi-ordonnantie in een derde en laatste lezing goedgekeurd. De hervorming van de taxisector krijgt hierdoor definitief groen licht en gaat van kracht op 21 oktober. Dat meldt Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS).

De hervorming van de sector moet volgens de Brusselse regering voor een eengemaakte taxisector zorgen. Zo komt er een gemeenschappelijk basisstatuut voor de standplaatstaxi's – dat zijn de klassieke taxi's – en de straattaxi's of de zogenaamde VVC's, chauffeurs die voor platformen als Uber rijden.

De voorwaarden om het beroep te kunnen uitoefenen zijn gelijk voor beide categorieën, al zijn er wel nog verschillen tussen de standplaatstaxi's en de straattaxi's. De straattaxi's mogen niet gebruik maken van de standplaatsen voor taxi's, en mogen ook niet op de rijvakken rijden die voorbestemd zijn voor taxi's. Zij mogen, net als vandaag al het geval is, enkel ritten uitvoeren na een reservering.

Standplaatstaxi's en straattaxi's hebben ook elk een verschillende numerus clausus. Voor de eerste categorie gaat het om een maximum van 1.425 bestuurders, voor de straattaxi's is dat 1.825. Die numerus clausus zal een eerste keer in 2025 geëvalueerd worden. Daarna wordt die om de twee jaar herbekeken.

Het aantal vergunningen voor taxi's voor personen met beperkte mobiliteit wordt opgetrokken tot 200, een verdubbeling tegenover het huidige aantal licenties.

Vervoort: 'Hard gewerkt, maar tevreden'

"De Brusselse regering heeft hard gewerkt. We zijn tevreden dat we vandaag een nieuw regelgevend kader voor de taxisector kunnen voorstellen. Deze hervorming moet leiden tot een betere dienstverlening aan de klanten dankzij onder meer een aangepast aantal voertuigen, een eenvoudiger opleidingstraject voor de kandidaat-chauffeurs en een administratieve vereenvoudiging," aldus Rudi Vervoort.

"Een andere vernieuwing houdt verband met de platformen, die zullen moeten voldoen aan bepaalde voorwaarden om een erkenning te krijgen. Tot slot werd de tariefregeling herzien en duidelijker gemaakt voor de klanten."

Nieuwe tarieven

Net als voordien mogen alleen standplaatstaxi's ritten uitvoeren zonder reservering. Tot nu toe waren er voor deze taxi's twee tarieven: tarief I (1,80 euro/kilometer) voor ritten binnen Brussel en tarief II (2,70 euro/kilometer) voor ritten buiten de gewestgrenzen. Met het nieuwe taxiplan is er voor de ritten van standplaatstaxi's zonder reservering één kilometertarief.

Tarieven van standplaatstaxi’s voor ritten zonder reservering

• Prijs per kilometer: 2,30 euro (in plaats van 1,80 of 2,70 euro)
• Instapgeld: 2,60 euro (in plaats van 2,40 euro)
• Wachttijd: 0,60 euro/minuut (in plaats van 0,50 euro/minuut)
• Forfaitaire toeslag voor nachtritten: 2 euro

Wie vanaf 21 oktober een taxi neemt aan een standplaats zal dus vijftig cent meer betalen per kilometer voor een taxirit. De kilometers buiten het Brussels gewest worden wel iets goedkoper.

Voor straattaxi's - de bestuurders die voor platformen als Uber werken - komen er minimum- en maximumtarieven. Opvallend is dat ook standplaatstaxi's gebruik kunnen maken van die dynamische tarieven voor ritten met reservering.

Tarieven van standplaatstaxi’s en straattaxi's voor ritten met reservering

• Prijs per kilometer: 1,50 - 3 euro
• Wachttijd: 0,4 - 0,8 euro per minuut
• Instapgeld: 1,5 - 3 euro

Voor ritten met reservering heeft de Brusselse regering dus maximumtarieven vastgelegd die twee keer hoger liggen dan de minimumtarieven. Daarnaast zijn er ook nog zogenaamde luxestraattaxi's. Daarvan mogen er niet meer dan 85 rondrijden in het gewest. Hier zijn de maximumprijzen geplafonneerd op 500 procent van het minimumtarief.

Tarieven van luxestraattaxi's

• Prijs per kilometer: 3 - 15 euro
• Wachttijd: 1 - 5 euro per minuut
• Instapgeld: 5 - 25 euro

Tenslotte zijn er ook nog ceremoniële taxi's, voertuigen die bijvoorbeeld ingezet worden bij trouwfeesten. Voor drie opeenvolgende uren dienstverlening betalen klanten minstens 90 euro, exclusief btw. Voor elk bijkomend uur is er een minimumprijs van 30 euro per uur.