Eigen auto is out

Steeds minder Brusselaars hebben een eigen auto, blijkt uit cijfers die onze redactie opvroeg. In dichtbevolkte gemeenten als Sint-Joost, Sint-Gillis en Molenbeek is het aantal het kleinst. "De auto verliest zijn aura van statussymbool."

De voorbije 11 jaar daalde het aantal privé-auto’s in het gewest gevoelig. In 2006 hadden we nog 321 personenwagens per 1000 inwoners. Anno 2017 is dat aantal gekrompen tot 278, goed voor een daling van 13 procent. Dat blijkt uit cijfers van Statbel die door het Brusselse instituut voor Statistiek (BISA) werden bewerkt.

De cijfers van het BISA geven het aantal auto’s weer van privépersonen. Leasingauto’s en bedrijfswagens werden eruit gefilterd, omdat die traditioneel de cijfers vertekenen. Leasingwagens die in Brussel ingeschreven zijn rijden er immers lang niet altijd.

Dat er minder privéwagens zijn, blijkt trouwens ook uit cijfers van Statbel over het aantal huishoudens met een wagen. Dat daalde van 75 procent naar 55 procent op een goeie tien jaar tijd. Dat mag best opmerkelijk heten, want in de grote Vlaamse steden blijft dat aandeel vandaag stijgen.

Jongeren wachten met rijbewijs halen

Waarom krimpt het autobezit in Brussel? “De voorbije jaren is het openbaar vervoersaanbod flink uitgebreid”, zegt Xavier Dehaibe van het BISA. “Je ziet ook dat het marktaandeel van dat openbaar vervoer fors stijgt.”

Ook de verjonging van het gewest speelt wellicht een rol. “De Brusselse bevolking groeit snel, onder meer doordat er kinderen bijkomen, die uiteraard nog geen eigen auto hebben.”

Mobiliteitsexperte Cathy Macharis (VUB) merkt dan weer dat de auto steeds minder als statussymbool wordt gezien in de stad. “Je ziet dat veel jongeren bijvoorbeeld wachten met het behalen van een rijbewijs. Stadsbewoners hebben er nu plots ook veel meer deelvoertuigen ter beschikking, of het nu over fietsen of auto's gaat."

Minder auto’s, meer files

De Brusselaars mogen dan minder auto’s hebben, de files in het gewest nemen ondertussen niet af. Hoe rijm je die twee vaststellingen? Dehaibe wijst erop dat personenwagens in Brussel bijzonder weinig worden gebruikt. “Als de minst gebruikte auto’s verkocht worden, kan het best dat je dat niet merkt aan de verkeersdrukte.”

Macharis ziet daarnaast het gewicht van de ruim 200.000 pendelaars in de dagelijkse files. En ook de economische groei zorgt voor meer echte bedrijfswagens op de weg.

De BISA-cijfers tonen ook hoezeer het autobezit verschilt per gemeente. Zo zijn er in Sint-Joost nog geen 200 personenwagens per 1.000 inwoners, terwijl dat in Sint-Pieters-Woluwe ruim het dubbel is.

(Lees verder onder de grafiek)

"De gemeenten met de meeste personenwagens – zoals Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel of Watermaal-Bosvoorde - hebben vaak een oudere bevolking, meer parkeerplaats en een minder ontwikkeld openbaar vervoersnet", observeert Dehaibe. De gemeenten in kwestie bevinden zich ook opvallend vaak in het rijkere zuid-oosten van het gewest.

De dichtbevolkte gemeentes tellen dan weer minder auto’s, bleek ook al vorige zomer. Dat geldt voor Sint-Joost, maar ook voor Sint-Gillis en Molenbeek. "Het zijn vaak de gemeenten met het beste openbaar vervoersaanbod en de hoogste parkeerdruk", weet Dehaibe. "De bevolking is er ook jonger, met meer kinderen en jongeren die de noodzaak van een auto niet inzien.”