Het Meiserplein in Schaarbeek, de kruispunten Sainctelette en IJzer en de Jules De Troozsquare. Die drie kruispunten werden veruit het meest ingezonden als ‘gevaarlijkste kruispunt’ bij een poll van BRUZZ. Wij trokken naar de drie kruispunten om er met weggebruikers te praten. Met expert Kris Peeters kijkt BRUZZ naar de problemen en mogelijke oplossingen.
Op de kruispunten: 'Dit lijkt wel een snelweg'
Sainctelette
Op het Saincteletteplein klinkt een pandemonium van toeterende wagens. Het verkeer stroomt moeilijk door tijdens de ochtendspits. We zien hoe zelfs een tractor stilstaat op de tramsporen, waardoor de tram niet door kan.
Fietsers slalommen tussen de (vracht)wagens en de bussen. “Je moet kunnen anticiperen, maar ik vind het slalommen wel leuk. Dat geeft me een kick,” lacht Christophe vanop de fiets. “Nee, dit is het meest verschrikkelijke kruispunt in Brussel,” zucht fietser Sara, terwijl ze voor het rode licht staat. Waar de Ieper- en de Negende Linielaan samenkomen, steken voetgangers en fietsers de straat over op het zebrapad. “Auto’s die van de Leopold II-laan komen mogen dan rechtsaf, maar dat weten voetgangers niet. Ik heb daar al veel ongevallen zien gebeuren. Ik zie ook hoe mensen gefrustreerd zijn.”
Fietsers die van de Leopold II-laan komen en naar het IJzerplein rijden, kunnen dat op de busstrook, waarvan ook auto’s gretig gebruikmaken. De busstrook gaat verder op de tramsporen. “Over de tramsporen rijden is wel lastig. Daardoor zit ik om de drie maanden met een lekke band,” zegt Christophe nog.
Meiser
Chaos. Zo omschrijven de meeste weggebruikers - voetgangers, fietsers en autobestuurders - het Meiserplein in één woord. “Ga zelf maar eens kijken,” zegt buurtbewoonster Anne-Sophie. “Hier komen zoveel wegen samen. Ik steek niet over, tenzij ik oogcontact met de autobestuurder heb gemaakt,” legt Ami uit, terwijl ze het plein voorzichtig oversteekt met een kinderwagen.
“Een rotonde, een kruispunt, trams, bussen, de toegang tot de E40, alles komt hier samen.” Frederik steekt het Meiserplein dagelijks twee maal over met zijn fiets. “Elke keer is dat een ramp. Fietsers mogen hier op de busstrook, maar die wordt door iedereen gebruikt.”
Op de rotonde verdrinken fietsers in een zee van auto’s. Wie dat niet ziet zitten, steekt over op het zebrapad, net als Daniel: “Dat is volgens mij de enige veilige manier.”
Jules de Trooz
“Hier begint voor mij de jungle.” Vanuit het noorden van Brussel moet Bart, al twintig jaar fietser in Brussel, het centrum van de stad bereiken via Jules de Trooz. Onveilig voelt hij zich hier niet. “Maar je moet wel overal ogen hebben. Ik zou niet willen dat mijn kinderen hier met de fiets rijden.”
We zien hoe overstekende voetgangers net op tijd een tram ontwijken. Het is niet duidelijk wanneer oversteken hier mogelijk is. Aan de tramhalte hebben trams wel verkeerslichten, voetgangers niet. “Het valt hier wel mee, zo lang je oplet. Dit is Brussel, al kan ik me inbeelden dat dit een onduidelijk kruispunt is voor wie hier de eerste keer komt,” zegt Nikki terwijl ze op haar tram wacht.
Fietser Alexis ziet ruimte voor verbetering. “De verkeerslichten zijn niet op elkaar afgestemd. Als je de Groendreef wil oversteken, kan je in het midden plots voor een rood licht staan. Dan sta je daar in het midden van het verkeer. Er zijn hier veel vrachtwagens en die rijden erg snel. Dit lijkt wel een snelweg.”
Lees meer over: Mobiliteit , zwarte kruispunten , Meiser , Sainctelette , Jules de Trooz
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.