Praat achteraf: Hommage aan Serge
Wist u dat mensen (onbewust) van hun eigen naam houden? Wie ooit colleges psychologie heeft gevolgd bij dr. Jozef Nuttin, kent ongetwijfeld diens anekdote over de keer dat hij zich op weg naar zee afvroeg waarom hij sommige letters op nummerplaten leuker vond dan andere. Hij bedacht dat het aan contactconditionering kon liggen: je ontwikkelt onbewust een affectieve band met zaken waarmee je vaker geconfronteerd wordt. Aan zee legde Nuttin zijn vrouw een hele reeks letterparen voor. Bleek dat ze in de paren waarin een letter van haar naam voorkwam, blijk gaf van een significante voorkeur voor precies die letters.
Contactconditionering stemt tot nadenken. Je kunt het relateren aan een fenomeen als etnocentrisme, maar ook aan het feit dat Serge van Duijnhoven uitpakt met een multidisciplinaire hommage aan zijn Franse naamgenoot, en misschien ook wel zielsverwant, Serge Gainsbourg. De lange inleiding bij dit stuk moet verhullen dat wij, die niet Serge heten, geen Gainsbourg-kenners zijn. Maar misschien is het boekje Bitterzoet, een bundel met gedichten waarmee Van Duijnhoven ook een aantal poëzieconcerten verzorgt, dan een goed opstapje.
De Nederlandse Brusselaar opent met een biografisch essay over Gainsbourg, die zijn laatste Gitane Mais rookte op 2 maart 1991, nu dus twintig jaar geleden. Hij stierf als het afgeleefde kind dat hij sinds zijn geboorte was gebleven, nog altijd overtuigd van het adagio dat 'lelijkheid blijft duren, en schoonheid niet', en met de bewijzen op zak dat vrouwen weleens in de war raken van de combinatie van lelijkheid, provocatie, talent, bekendheid en een lage dunk van liefde en haar objecten.
Het biografietje is een aaneenschakeling van smakelijke anekdotes. Van het feit dat Lucien 'Lulu' Ginzburg (Serge was niet zijn echte naam) een mislukte abortus was, over het feit dat hij voor France Gall eerst het Eurovisie Songfestivallied 'Poupée de cire, poupée de son' schreef (wisten we niet) en daarna het schaamteloze 'Les sucettes à l'anis', tot het feit dat hij zijn zoontje Lulu noemde - naar zichzelf, dus.
Een echte stelling poneert Van Duijnhoven niet, behalve dat Gainsbourg de weg van de meeste weerstand heeft gevolgd. In een wat langere beschrijving van het conceptalbum Histoire de Melody Nelson, die ons eerlijk gezegd wel zin gaf om YouTube eens te checken, geeft Serge een voorbeeld van Serges kwaliteit als dichter. Ook voor treffende bewoordingen kun je bij Van Duijnhoven altijd terecht. De 'spiedende ogen van de geperverteerde fetisjist en de wapperende flaporen van een onbehouwen olifant': dat kan inderdaad niemand anders dan Gainsbourg zijn.
Maar dat is allemaal maar bijzaak. De ware reden dat de inleiding van dit stuk zo lang is, is dat we ons een beetje mispakt hebben aan de kwaliteit en de kwantiteit van de gedichten. De argwaan waarmee hommages en dodenherdenkingen benaderd dienen te worden, bleek in dit geval volledig onterecht. De veertig oorspronkelijke gedichten waarmee Van Duijnhoven uitpakt, zijn bijna allemaal zeer goed. Zo goed dat we eigenlijk niet weten hoe de bundel accuraat te bespreken zonder hem in zijn volledigheid te citeren. Zelfs als we alleen de titels van onze favorieten zouden citeren ('Bij een slapend lichaam', 'Calèche du sexe', 'Tuttodisco', 'Abgesang'), wordt het rijtje te lang. Sommige gedichten zijn zorgvuldig, andere opruiend, sommige zijn expliciet, andere gereserveerd, sommige zijn gulzig en geil, andere wanhopig en afstotelijk, in sommige spreekt vooral de ene Serge, in andere vooral de andere. Maar eigenlijk is dat biografische essay vooraan nog wat veel lof voor Gainsbourg.
Je had deze bundel gewoon Serge moeten noemen, Van Duijnhoven, dan kon de lezer zelf beslissen wie hier de hommage verdient.
Lees meer over: Muziek , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.