Atlas archeologische ondergrond af
Lees ook: Archeologische atlas Brussel bijna af
D e regionale archeologie komt van ver. Toen in 1989, bij de oprichting van het Gewest, ook de bescherming van het archeologisch erfgoed overgeheveld werd, moest Brussel van nul vertrekken, zonder budget of personeel. Toen er middelen beschikbaar waren, besloot de Directie Monumenten en Landschappen een grote atlas uit te brengen van het archeologische potentieel van de Brusselse ondergrond.
Het eerste deel, gewijd aan Sint-Agatha-Berchem, verscheen in 1992. Eind vorige maand kwam het laatste deel uit, over Laken. In elk van de 24 boekdelen gaat men op dezelfde manier te werk: aan de hand van oude plannen, foto's en kaarten, toevallige vondsten, vroegere opgravingen en historisch onderzoek worden alle met zekerheid bekende of mogelijke archeologische vindplaatsen in kaart gebracht en gerangschikt, van de prehistorie tot de achttiende eeuw.
Spanten en skeletten
Voor Laken zijn er 77 sites beschreven. Zo is er de wijde omgeving van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Daarvan kan men met zekerheid zeggen dat er overblijfselen van de vroegere Onze-Lieve-Vrouwekerk, van het oude kerkhof en van het veertiende-eeuwse gasthuis in de ondergrond zitten.
Bij de Lakense sites 'Abelenlaan/Seringenlaan' gaat het veeleer om een vermoeden: in 1955 werden tijdens graafwerk in Wemmel restanten van een Gallo-Romeinse villa aangetroffen. De eigenaar weigerde de werkzaamheden stil te leggen - dat kon toen nog -, zodat er geen opgravingen mogelijk waren. Maar de aarde die hij liet uitgraven, werd deels uitgestrooid op de Heizel, met name op het terrein waar het Spaans paviljoen voor Expo 58 zou komen. "Wellicht zijn daar dus overblijfselen van de villa in Wemmel te vinden," zegt Ann Degraeve, die de cel Archeologie van Monumenten en Landschappen coördineert.
Volgens Degraeve vormt Laken geen uitzondering in archeologisch potentieel. "Alle Brusselse gemeenten hebben een rijk archeologisch erfgoed. Er is hier dan ook al bewoning vanaf de prehistorie."
Bouwexplosie
De geschiedenis van de stad zit voor een stuk opgesloten in de ondergrond. "Maar een deel van het erfgoed is verloren gegaan door de bouwexplosie die vijftig jaar geleden uitbrak. Door de aanleg van metrotunnels en parkeergarages is een stuk van de rijke ondergrond vernield," zegt Degraeve.
Daarom voert Monumenten en Landschappen een beleid van preventieve archeologie, zoals ook het Verdrag van Malta voorschrijft. "In principe blijft het archeologisch erfgoed het best bewaard door het te laten zitten waar het zit," legt Degraeve uit. "Daarom lanceren we geen opgravingen op eigen initiatief, daar hebben we ook de mankracht niet voor. We grijpen pas in als er werkzaamheden gepland staan en de overblijfselen in de ondergrond dus vernield kunnen worden. Het is van essentieel belang dat we weten wat er in de bodem zit voor de graafmachines passeren."
De archeologen van Monumenten en Landschappen krijgen tegenwoordig inzage in alle bouwaanvragen, zowel van overheden als van bedrijven en particulieren. Degraeve: "Op basis van de regionale Atlas bepalen we of de betrokken percelen archeologische resten bevatten. De Atlas is dus een belangrijk werkinstrument, dat het Gewest opdeelt in roze en witte zones. De roze zijn zones van 'hoog archeologisch potentieel', gebieden rond een site waar vaak al een vondst gedaan werd. In de witte zones is het archeologisch potentieel nog onbekend."
Heeft een perceel archeologisch belang, dan wordt aan de bouwvergunning een clausule toegevoegd. "Daarin kan staan dat er vooraf een opgraving moet gebeuren. We sturen dan een archeologenteam ter plaatse, op onze kosten. Maar het is ook mogelijk dat we alleen vragen de werf in de gaten te mogen houden."
Alles hangt natuurlijk af van de aard van het geplande werk. "We kijken vooral hoe diep in de ondergrond wordt gegraven. Als de bouwaanvraag alleen gaat over een dakvenster, dan voegen we natuurlijk geen clausule toe. Behalve misschien als het om een oud gebouw gaat dat deels afgebroken wordt en waarin zich bijvoorbeeld interessante dakspanten bevinden. Want archeologie bestudeert niet alleen sporen in de ondergrond, maar ook in gebouwen."
Van de 2.850 bouwaanvragen die vorig jaar nagekeken werden, werd aan 96 een archeologische clausule toegevoegd. "Sommige eigenaars denken dan meteen dat ze hun werkzaamheden niet zullen kunnen uitvoeren. Daar gaat het niet om. De stad moet leefbaar blijven. Wij willen alleen documenteren wat verloren dreigt te gaan."
Toen twee jaar geleden het koor - het enige bovengrondse restant van de vroegere Onze-Lieve-Vrouwekerk - gerestaureerd werd, kregen de archeologen van het Gewest dankzij deze afspraken de gelegenheid om vooraf twee sleuven te trekken rond het gebouwtje. "Zo ontdekten we een stuk van het transept en van de oude kerkhofmuur. We weten nu precies hoe die muur liep," vertelt Degraeve.
Vorig jaar waren er 44 archeologische interventies. Zo onderzocht een team van archeologen het Kardinaal Mercierplein in Jette, vlak voor het werd heraangelegd. Er werden oude graven en skeletten aangetroffen.
Wordt alles wat gevonden wordt, ook uitgegraven en meegenomen? Degraeve: "Nee, opgraven is vooral documenteren. De vondsten worden gefotografeerd, ingetekend, soms eerst opgepoetst. Funderingen en vloertjes laten we liggen. We nemen alleen een paar stalen mee, enkele bakstenen bijvoorbeeld. En de objecten die we aantreffen."
Het verzamelde materiaal gaat naar het archeologisch lab voor analyse en eventueel restauratie. Vervolgens wordt een uitgebreid rapport geschreven over de betekenis van de vondsten. Daarna wordt alles opgeborgen in het regionale depot bij het Noordstation. "Een museum voor de bewaring van de ontdekte overblijfselen heeft Brussel niet."
In principe zouden de voorwerpen ook terug kunnen naar de eigenaar van het perceel, want die is ook eigenaar van de vondsten. Degraeve: "Maar dat is tot hiertoe nog nooit gebeurd. Niemand zit te wachten op kisten met scherven."
Lees meer over: Laken , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.