De vijf hoeken van de wereld: Libanon in Brussel

Toen de nationale vlaggen van het tweehonderdtal onafhankelijke staten dat de wereld telt werden uitgevonden en uitgetekend, zijn daar duidelijk niet veel kunstenaars of creatievelingen bij te pas gekomen. Zodoende heeft Libanon met dat sympathieke boompje tussen de twee rode banden nog een van de spannendste vlaggen ter wereld.

Het boompje in kwestie is in de natuur een hele boom, want alhoewel de cedrus libani of libanonceder traag groeit, kan hij door de ouderdom die hij kan bereiken een serieuze omvang krijgen. De ceder wordt al een paar eeuwen geassocieerd met het Libanese volk, en was als (godsdienst)neutraal symbool ook uiterst geschikt voor de vlag van de huidige staat. Ook in Europa treffen we de boom ondertussen veelvuldig aan, omdat hij vanaf de achttiende eeuw geïmporteerd werd als sierboom. In de tuin van het Chinees Paviljoen nabij het Paleis van Laken, staat de grootste Libanese ceder van het gewest. Gemeten op een hoogte van 1,50 m, heeft de stam een omtrek van 394 cm, wat overigens nog een paar meter van het wereldrecord verwijderd is. Verder vind je ook exemplaren aan de Palmerstonlaan 20, de Keizer Karellaan 580, of in het Tournay-Solvaypark en het Tenreukenpark in Watermaal-Bosvoorde.

Daarnaast telt Brussel natuurlijk ook een behoorlijk uitgebreide kolonie Libanezen, en dankzij de bekende ceder weten we vaak ook waar zij wonen. En vooral: waar zij koken. Want net zoals voor veel Grieken, Italianen, Chinezen, Vietnamezen, Turken of Japanners, biedt de gereputeerde nationale keuken de migrerende Libanezen een interessante mogelijkheid om hier aan de kost te komen. En de vlag dient dan als uithangbord om de typische mezze aan te prijzen.