‘Laat de belastingbetaler zien wat het KIK doet’
M yriam Serck behoort tot de laatste generatie conservators-restaurateurs die 'in het atelier' zijn gevormd, met polychrome sculpturen als haar dada. In de online fototheek van haar federale wetenschappelijke instelling kunnen vandaag ruim een miljoen foto's van 750.000 kunstobjecten geraadpleegd worden. Zo blijft er altijd een spoor van het Belgische patrimonium, ook na versnippering en verkopen.
Op de drempel van haar pensioen vragen we Serck of er voor haar leven is na het KIK, en omgekeerd. "Ik heb hier heel mijn leven gewerkt," vertelt ze. "Toen ik het KIK (het pand dateert van 1962, red.) bezocht tijdens mijn studie kunstgeschiedenis aan de toen nog tweetalige universiteit van Leuven, wist ik meteen wat ik wou doen: 'Daar ga ik werken!' In de zomer van 1969 - mijn thesis was nog niet af - vroeg ik de directeur, chemicus René Sneyers, of ik stage mocht komen lopen. Voor een historicus had hij geen werk, maar hij zocht iemand die cement rond een muurschildering wou wegschrapen. Ik nam het aan, voor iets van een tachtig frank per dag (equivalent van 2 euro, red.). En ik ben gebleven... De restaurateur voor muurschilderingen, die ik mocht helpen, kwam uit Litouwen. Hij had als mijnwerker zijn studie gefinancierd om in Rome restauratietechnieken te gaan studeren. Later verhuisde ik naar het beeldhouwwerkatelier, onder leiding van de Duitse gravin Agnes von Ballestrem (1935-2007), die ons leerde hoe polychrome beelden in Duitsland onder handen werden genomen. Na haar vertrek heb ik vanaf 1973 dat atelier overgenomen." In 1999 werd Serck dan hoofd van de tien restauratieateliers.
Op een laatste werkdag komen de frustraties boven. Hebt u onvervulde dromen?
Myriam Serck: "Tegenover alle realisaties verdwijnen die in het niets. Maar iets wat ik nooit heb kunnen klaren, is de restauratie van het verwaarloosde interieur van de twaalfde-eeuwse burchtkapel van Edingen, La Chapelle Castrale (verbouwd door Filips van Kleef in 1514; nu staatseigendom, red.). Daar heb ik wel hartzeer van, ja. De kapel heeft zestiende-eeuwse glasramen, gepolychromeerde retabels, houtfragmenten van retabels, schilderingen en een unieke poort. Het is een ware schatkamer. In mijn jeugd maakte ik mijn thesis over de kapelramen. De Koning Boudewijnstichting bezit het dossier; het geld is zelfs gereserveerd. Toch blijven er hinderpalen, zoals de sluiting van de kapeltoren voor het publiek."
Liggen er voor het KIK geen internationalere projecten in het verschiet?
Serck: "We staan bekend van Dresden en Parijs tot Indonesië en China. Vooral voor onze expertise in retabels en wandtapijten worden we gesolliciteerd. In 2010 hebben we een jaar lang met een internationale ploeg de voorstudie en een klein onderhoud van 'Het lam Gods' in de Gentse Sint-Baafskathedraal uitgevoerd - de eerste restauratie dateert van 1951. Het is tijd voor een grondige restauratie door het KIK, un jour. Binnen het Topstukkendecreet zou dit moeten kunnen, als kanunnik Ludo Collin, Vlaanderen, de provincie, de stad,... - als iedereen er samen wil voor gaan. Het draait zeker niet om geld alleen."
U wou het KIK toch uitbreiden, met nieuwbouw?
Serck: "Toen ik in 2005 directeur-generaal werd, dacht ik een nieuwe bibliotheek te bouwen. (Er kwam een Infotheek, maar die nam intern plaats af van ateliers, red.) Het dossier met de Regie der Gebouwen is rond, voor een bouw tussen voorpand en garages. Maar toen sloeg de crisis toe. Ik had nog graag meegemaakt dat het publiek meer toegang kon krijgen tot het kunstpatrimonium dat hier passeert. We hebben een expositiezaal nodig, waar de belastingbetaler kan zien wat er met zijn of haar geld voor het erfgoed gebeurt. Zodra een belangrijk werk gerestaureerd is, zou het daar telkens een maand getoond kunnen worden."
Waarvoor kan die aanbouw nog meer dienen?
Serck: "We missen een atelier voor monumentale werken in brons en steen. De t'Serclaes van de Grote Markt, goed zeven meter hoog, moet nu in stukken binnenkomen. Gelijktijdig arriveren enkele grote barokbeelden en een retabel. Ons plaatsgebrek wordt dramatisch. Voor de microzandstraling met laserstraal ontbreekt een veilige, aparte kamer. In die nieuwbouw planden we ook een educatieve dienst, mét personeel, bij een kijkatelier of expositiezaal. Ik hoop dat mijn opvolger het project kan realiseren."
U spreekt nu over publieksparticipatie, maar dit jaar doet u bijvoorbeeld niet mee aan de Open Monumentendagen. Waarom?
Serck: "Het KIK moet nu twee procent besparen, en drie procent in 2012. Vorig jaar zag ik tijdens de Brusselse Open Monumentendagen voor het eerst het bezoekersaantal onder de duizend terugvallen. Hoe dat komt? Doordat de Monumentendagen gingen samenvallen met autoloze zondag. Daar zijn wij, buiten het centrum, het slachtoffer van. Als ik zestig man personeel vier verlofdagen moet geven voor weinig publieksrespons, dan is de rekening snel gemaakt. Het KIK zal voortaan om het jaar participeren. Dit jaar doen we wel mee aan de Dag van de Onderzoeker."
Intussen maakt de regering geen haast met de erkenning van het beroep van restaurateur. Wat vindt u daarvan?
Serck: "Met de BRK, de tweetalige Beroepsvereniging voor Conservators-Restaurateurs van Kunstvoorwerpen (Serck was stichtend voorzitster in 1991, red.), ijveren we voor de erkenning van die titel. Maar we krijgen tegenwind. Het erkenningsdossier ligt bij de minister en wordt niet ondertekend, waarschijnlijk omdat lobbyende ambachtslui het afblokken. Nu kan iedereen zich restaurateur noemen. Er zijn privéondernemingen die prachtig werk leveren, zoals Manufactuur De Wit in Mechelen voor wandtapijten - al werken wij nog iets preciezer, waardoor we ook iets duurder zijn. Maar er zijn ook vele charlatans die het erfgoed verprutsen. Mocht onze demarche slagen, dan zouden beschermde kunstobjecten en die van eerste categorie alleen nog behandeld kunnen worden door gediplomeerden. Lijkt logisch, niet? Spijtig genoeg zie ik nu nog veel catastrofes, gewoon omdat mensen lukraak de telefoongids nemen. Ik hoop dat de nieuwe regering werk maakt van de beroepserkenning."
Is er plaats voor het federale KIK in een institutioneel hertekend Belgisch landschap?
Serck: "Pleiten voor aparte instituten voor kunstpatrimonium voor Brussel, Wallonië en Vlaanderen is een visie als een andere. Ik heb geen bezwaar tegen een gewestelijk drievoud van het KIK. Werk op ons terrein is er voor het patrimonium uit alle gewesten genoeg. Maar wat kosten drie KIK's? Wie maakt de rekening? En moet de topexpertise die het KIK sinds 1948 opgebouwd heeft, versnipperd worden? Er bestaan retabels, schilderijen, polychrome beelden, textiel en edelsmeedstukken genoeg, overal in het land. We vragen niet liever dan alles te mogen bestuderen, op waarde te schatten en te conserveren."
Wilt u opnieuw een deel van het Jubelparkmuseum worden?
Serck: "Over mijn lijk, dat is uit den boze! Het KIK heeft een globale missie. We zijn nu net uit de museumrelatie met de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis gestapt om een meer algemene invloed te kunnen uitoefenen op alle beheerders van het kunstpatrimonium, ook internationaal. Wij geven lessen in heel de wereld. Onze ethische en kwalitatieve ingrepen op kunstvoorwerpen, vooral met de jongste technologieën, zorgen ervoor dat we impact hebben. Mochten wij afhangen van één of twee musea, om hun collecties in de eerste plaats aan te pakken, dan is daar in theorie niets mis mee. De helft van het KIK-personeel staat dan wel op straat. Want de helft van de onderzoekers is contractueel en werkt op projecten die extern gesubsidieerd worden. Als we gratis voor een museum moeten werken, wie betaalt dan de factuur?"
Lees meer over: Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.