Hoe zou het zijn met... de schade in het Museum voor Oude Kunst?
In een reservezaal, volgestouwd met 842 vijftiende- tot negentiende-eeuwse schilderijen (op paneel en doek), liet de luchtbevochtiger van Dalkia het op 21 november 2008 afweten - het was net voor een vrieswinter. Precies 55 dagen later, op 14 januari 2009, kwam de schade aan het licht. Het technisch toezicht was uitbesteed aan het Brusselse Dalkia, dat ook aan andere overheidsdiensten klimaatregelaars levert. Het bedrijf had vanuit zijn dispatching op pc niets van de klimaatwissel gemerkt. Ook controle met een veiligheidsagent bleek niet nodig. Museumdirecteur Michel Draguet vroeg een EHBO-ploeg van het Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium (KIK) - per brief - om hulp.
Myriam Serck van het KIK stuurde zes experts. Volgens hun eerste vaststelling ging de schade van kleine tot meervoudige opstuwingen van de verflaag op de paneelschilderingen van Vlaamse primitieven, waaronder 'De passie' (1544), een triptiek van Colin de Coter. De eerste dagen zweeg Draguet de zaak dood voor de pers, tot een informant het blad (Télé) Moustique tipte.
"We namen 803 werken in observatie, de rest - vooral de doeken - had niets," bevestigt Serck. "Het ging niet om meesterwerken - die hangen in de zalen -, maar er waren heel interessante stukken bij. In één maand tijd brachten we voorlopige vasthechtingen met papiertjes aan, opdat er geen verdere opstuwingen zouden ontstaan. Die urgentie-ingreep voorkomt dat picturale lagen afbladderen. Daarnaast maakten we een staat op van alle problemen. We klasseerden alles, volgens de behoeften van elk stuk, met een kleurcode. Rood voor verflagen, geel voor de drager, enzovoort. Door de daling van de vochtigheidsgraad zijn de houtpanelen gaan 'werken', met als gevolg dat 211 paneelschilderingen belangrijke verfopstuwingen hadden, 234 werken hadden kleine opstuwingen zonder risico en 158 hadden problemen aan de drager. Het ging meestal om gevolgen van de al aanwezige geblokkeerde parkettage. De conclusie was dat een grondige restauratie - beschermpapiertjes verwijderen, definitieve fixatie, reiniging - op de lange termijn nodig was, ook al is niet alles het gevolg van dat ene ongeluk. Kortom, 360 werken vertonen structurele problemen die aangepakt moeten worden."
"We berekenden voor de KMSK en hun verzekeringsmaatschappij wat dat zou kosten. Het is aan de KMSK om dit geld te vorderen; dat is onze zaak niet. Maar natuurlijk moet de factuur van mijn personeel betaald worden. Ik zal het einde van dit dossier niet meer meemaken..."
"Het is spijtig dat dit ongeluk in de reserves is kunnen gebeuren. Amper tien procent van de collectie hangt in de zalen, wat heel uitzonderlijk is voor een museum. Natuurlijk had ook een dubbele controle in het museum veel kwaad kunnen voorkomen, zeker als je met externen en uitbestedingen werkt."
Sinds 2009 communiceren Draguet en zijn museum niet meer over het schadedossier. Ook Dalkia houdt de lippen op elkaar. Alle communicatie rond het dossier zit gecentraliseerd bij één Dalkia-manager, Daniel Noé, met één boodschap na twee jaar: "Rien n'a changé. De verzekeraars werken eraan."
Ook het museum was kort over het verloop ("Het dossier volgt zijn weg") en gooide de hoorn op de haak toen we aandrongen. Nu Michel Draguet de titel van directeur-generaal van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis wil binnenhalen, moet hij de rotte appel zo snel mogelijk uit zijn Hoorn des Overvloeds zien te krijgen. Sinds kort heeft het museum twee restaurateurs aan het beschadigde erfgoed gezet.
De federale culturele instellingen
Lees meer over: Brussel-Stad , Cultuurnieuws , De federale culturele instellingen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.