Het Onderwijscentrum Brussel (OCB) organiseert voor de 18de keer een zomerschool voor kinderen met een andere thuistaal. In totaal zijn er 126 kinderen - afkomstig uit 28 verschillende landen - ingeschreven voor het Talentboost-programma. De rode draad in de werking is “al spelend Nederlands leren”.
126 kinderen onderhouden Nederlands tijdens zomerkamp: 'Belangrijk dat het leuk blijft'
Het Nederlandstalig onderwijs telt ondertussen 50.000 leerlingen, en veel daarvan zijn anderstalig. Het zijn vaak die leerlingen die door de leerkrachten worden doorverwezen naar ‘zomerscholen’ zoals Talentboost. VGC-collegelid Sven Gatz (Open VLD) benadrukt bij zijn bezoek aan de kinderen op de GO!-campus Comenius in Koekelberg dat het taalkamp zeker geen verplichting is, "eerder een nuttige vorm van opvang."
In principe worden er tijdens het zomerkamp geen taallessen gegeven, er wordt wel doelbewust aan taalstimulatie gedaan. De monitoren proberen door middel van verschillende activiteiten, zoals knutselen en dansen, het Nederlands om te toveren tot een knuffeltaal, een taal die ook leuk kan zijn. “Zodanig dat het taalniveau na vier weken zomerkamp op zijn minst op peil blijft, of er zelfs een beetje op vooruitgaat”, aldus Gatz.
'Uit mijn eigen ervaring weet ik dat het heel belangrijk is dat het leuk moet blijven'
Talentboost is enkel voor kinderen tussen 6 en 12 jaar. Er wordt bewust gewerkt met kleine groepen, minder dan 10 kinderen per duo van animatoren. “Dat is bij sommige speelpleinwerkingen wel anders, maar is noodzakelijk voor dit soort projecten”, klinkt het bij de hoofdanimatoren.
Begeleiding
Het zijn die hoofdmonitoren en hun team die ieder jaar opnieuw proberen om op een leuke manier het Nederlands van de kinderen te onderhouden tijdens de zomervakantie. Eén van hen is de 18-jarige Arielle. Zij verhuisde elf jaar geleden vanuit Congo naar België, en doorliep zelf enkele gelijkaardige taalbaden. Ze was naar eigen zeggen een redelijk introvert kind, maar dat helpt haar om sommige kinderen van haar groepje beter te begrijpen.
“Het vraagt veel geduld en aanmoediging, maar ik heb geleerd om hun lichaamstaal te lezen,” aldus Arielle. “Uit mijn eigen ervaring weet ik dat het heel belangrijk is dat het leuk blijft. Anders schrikt een nieuwe taal net enorm af.”
Ook Sven Gatz was bij zijn bezoek aangenaam verrast door de aanwezigheid van Arielle. “Het is leuk om te zien dat jongeren die het traject zelf doorstaan hebben, terugkomen als monitor.” Een bewijs voor Gatz dat het project plezant is en wel degelijk werkt.
Verdubbeling
Naast de Talentboost in Campus Comenius, zijn er ook wel wat gelijkaardige projecten in andere Brusselse scholen. Zo’n 750 kinderen in totaal komen tijdens de zomer terecht in een taalbad. Bij de Talentboost is de laatste jaren het aantal kinderen verdubbeld. “Begeleiders vinden blijft moeilijk,’ verklaart Gatz, "anders zouden we zeker overwegen om nog verder uit te breiden. Maar het moet eerst en vooral kwalitatief en doenbaar blijven.”
Lees meer over: Koekelberg , Onderwijs , Talentboost , Sven Gatz , campus comenius , anderstalige kinderen