Om de capaciteitsnood in het Brussels, Nederlandstalig onderwijs tegen 2024 weg te werken, is ruwweg 550 miljoen euro nodig. Dat geld dient gebruikt te worden om een veertigtal basisscholen, gevolgd door een gelijkaardig aantal plaatsen in het secundair onderwijs, te creëren. “De Vlaamse regering moet haar begroting herzien.”
550 miljoen euro nodig om plaatsgebrek onderwijs weg te werken
Hoewel de capaciteit in het Brussels Nederlandstalig onderwijs de voorbije jaren reeds fors werd opgetrokken, blijft het tekort groot. Voor ruim 3.535 van de 6.301 aangemelde kinderen in het Nederlandstalige basisonderwijs werd voorlopig geen plaats gevonden. Ook in het secundair onderwijs is sprake van capaciteitsproblemen: voor 655 van de 2.275 aangemelde kinderen werd nog geen plaats gevonden.
Om die tekorten tegen 2024 weg te werken, is bovendien ruwweg 550 miljoen euro nodig, zei VGC-collegelid voor onderwijs Sven Gatz (Open VLD) vrijdagochtend tijdens de plenaire vergadering van de VGC, als antwoord op vragen van Groen-parlementslid Arnaud Verstraete en Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).
“Het inschatten van de nood aan bijkomende scholen is geen eenvoudige oefening,” aldus Gatz. “De vrije schoolkeuze, de pendelbewegingen tussen Brussel en de Rand en de grote mobiliteit van leerlingen tussen secundaire scholen met een divers aanbod, maakt het voorspellen van de schoolkeuzes van kinderen in Brussel en de Rand moeilijk.”
"Wij roepen de Vlaamse regering op om de begroting te herzien."
Toch gaf Gatz een ruwe schatting mee. “Ruw geschat zullen we een veertigtal basisscholen, gevolgd door een gelijkaardig aantal plaatsen in het secundair onderwijs, moeten creëren om de gekende capaciteitsnood tegen 2024 op te lossen. Het budget dat daar tegenover staat, is zeer moeilijk in te schatten. 550 miljoen euro is een ruwe inschatting,” klinkt het.
Begroting herzien
Ter vergelijking: sinds 2004 investeerde de VGC zo’n 480 miljoen euro in onderwijsinfrastructuur in Brussel. “Dit bedrag maakt duidelijk dat de inspanning die voorzien is in de begroting van de Vlaamse regering, niet volstaat,” reageert Arnaud Verstraete. “Er moet meer geïnvesteerd worden door Vlaanderen.”
“Wij zeggen al jaren dat er meer moet gebeuren. Vandaag is er ook een concreet cijfer. Wij roepen de Vlaamse regering dus ook op om de begroting te herzien en een aanzienlijk grotere investering te doen. Het kan, het geld is er. Het is een politieke keuze.”
Gatz gaf nog mee dat de VGC samen met de Vlaamse Gemeenschap en de schoolbesturen blijft zoeken naar mogelijkheden tot capaciteitsuitbreiding. “Op dit moment loopt een aantal infrastructuurprojecten in gemeenten waar de nood aan extra plaatsen zeer groot is, zoals in Anderlecht, Schaarbeek en Molenbeek."
“Vast staat dat, naast de voorgenomen inspanningen van de Vlaamse Regering, de VGC ook in de toekomst haar investeringsbeleid verderzet en zoveel als mogelijk haar middelen zal inzetten voor de bouw van onderwijsinfrastructuur voor alle onderwijsnetten van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel.”
"Gezien het investeringsritme van de Vlaamse Gemeenschap, de duurtijd van de realisatie van grote infrastructuurdossiers, de slagkracht van de verschillende schoolbesturen en de beperkingen in een complex grootstedelijk weefsel, is het onmogelijk om tegen 2024 al deze plaatsen al te realiseren," voegt Gatz toe. "Maar net zoals de voorbije jaren zullen we er wel in slagen elke leerling een plek op school te geven."
N-VA: 'Vlaanderen geeft al drie keer meer dan de Brusselnorm'
Brussels parlementslid Gilles Verstraeten (N-VA) vindt net als zijn collega Verstraete dat duurzame investeringen in het Nederlandstalig onderwijs prioriteit zijn. Maar hij voegt daar in een reactie op de vraag van Verstraete aan de Vlaamse regering om de begroting te herzien wel fijntjes aan toe dat Vlaanderen reeds enorm veel bijdraagt.
“15% van alle capaciteitsmiddelen uit Vlaanderen vloeien al consequent naar Brussel, en dat al sinds jaar en dag. Dat is drie keer meer dan wat de Brusselnorm eigenlijk vereist. Wij hebben zelfs meer geïnvesteerd dan de Franse Gemeenschap waardoor ons aandeel gegroeid is, ook omdat ons onderwijs populairder wordt doordat de kwaliteit hoger ligt dan in het Franstalig onderwijs."
"Maar ondanks die immense investeringen blijft het bijbenen omwille van de demografische explosie in Brussel van de afgelopen jaren. Die lijkt nu te vertragen, en dus moeten we de investeringen vooral volhouden en waar mogelijk optrekken. Maar het wordt een werk van lange adem," aldus Verstraeten nog.
Lees meer over: Brussel , Onderwijs , plaatstekort , Arnaud Verstraete , Sven Gatz