Basisscholen noemen plan-Weyts onhaalbaar: ‘Geen klas van 88 vierkante meter’

EC
© BRUZZ
25/05/2020
Updated: 25/05/2020 19.31u
Ook in:
nl fr

Vanaf 2 juni kunnen alle kleuters en meer kinderen uit het basisonderwijs opnieuw naar school, zo kondigde Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) afgelopen vrijdag aan. De Brusselse scholen zien dat in de praktijk nog niet snel gebeuren. De klaslokalen zijn te klein of er is niet genoeg personeel om alle leerlingen te begeleiden. Bovendien is er nog geen groen licht van de Nationale Veiligheidsraad, die nota bene pas 3 juni samenkomt.

“Als ik moet zorgen dat elke klas twee dagen per week les krijgt, moet ik drie leerjaren per dag laten komen. Voor elk leerjaar heb ik twee klassen, dus opgesplitst in groepen van tien heb ik dan al twaalf klaslokalen nodig, telkens met een leerkracht erbij. En dan zijn er nog de kleuters.”

Directrice Hilde Walder van Vrije Basisschool Sint-Guido in Anderlecht is sinds vrijdag druk aan het rekenen. Volgens de nieuwe richtlijn van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) zou elk kind uit de basisschool de helft van de tijd naar school moeten kunnen gaan. Hij kondigde dat vrijdag aan na overleg met de onderwijskoepels, amper een kleine week nadat de scholen volgens zijn vorige plan waren heropgestart. Toen konden enkel het eerste, tweede en zesde leerjaar opnieuw naar school. Nu worden dat dus alle leerjaren.

“We zitten met de handen in het haar”, zegt Walder. “Ik heb niet genoeg ruimte om alle kinderen te zetten, maar als ik de klas opsplits in kleinere groepen, heb ik niet genoeg personeel.”

Plaatsgebrek

Het gebrek aan ruimte om alle kinderen op voldoende afstand van elkaar in de klas te laten zitten, lijkt in meer Brusselse scholen een probleem. Volgens de huidige richtlijnen moet elke leerling vier vierkante meter krijgen. De leerkracht krijgt er acht. Voor een klas van twintig kinderen komt dat neer op 88 vierkante meter leslokaal, terwijl de gemiddelde klas zo’n 60 vierkante meter groot is.

“Door beperkingen in infrastructuur zal dit plan niet voor alle scholen haalbaar zijn, dus het wordt maatwerk”, zegt Karin Struys van GO Scholengroep Brussel. “Bovendien blijft het slechts een advies. Alle scholen binnen onze groep kunnen autonoom beslissen hoe ze het uitwerken, zolang de veiligheid blijft primeren.” Van de basisrichtlijn om vier vierkante meter per leerling te voorzien, mag dus niet worden afgeweken. Ook de strikte poetsnormen blijven gelden.

(Lees verder onder de foto)

Scholen maken zich klaar om, vanaf 15 mei 2020 opnieuw leerlingen te verwelkomen, met respect voor social distancing

“Natuurlijk wil ik zoveel mogelijk leerlingen terug naar school krijgen, zowel in aantallen als in frequentie”, zegt directeur Roel Lefevre van basisschool De Puzzel in Vorst. “Maar als ik voor mezelf spreek, is dat niet haalbaar.” De basisschool telt 220 leerlingen met één klas per leerjaar, die Lefevre moet opsplitsen in twee bubbels. “Mits een goede planning kan ik elke leerling een halve week laten komen, maar dan mag er niemand van het personeel ziek vallen.”

'We waren eindelijk van start met onze preventieplannen en nu mogen we herbeginnen'

Roel Lefevre, directeur De Puzzel in Vorst

In de basisschool Maria Boodschap in Brussel-Stad zegt directeur Kristof Danhieux dat dit plan neerkomt op maximaal twee lesdagen per leerjaar. “Het nadeel is dat we het eerste en tweede leerjaar daardoor moeten terugschroeven, want zij waren net gewend aan vier dagen onderwijs”, zegt Danhieux. “Ik vraag mij af waarom de minister niet meteen twee weken geleden kon beslissen voor eenzelfde beleid tot het einde van het schooljaar. Nu mogen we al onze draaiboeken in de vuilbak gooien en herschrijven. Ik was vrijdag echt ontgoocheld.”

Dat minister Weyts vrijdag redelijk snel na de eerste heropstart van de scholen al met een nieuw plan komt, zorgt ook bij directeur Lefevre van De Puzzel voor frustratie. “We hebben ongelooflijk intensief werk verricht om onze preventieplannen te maken en waren eindelijk van start, maar nu mogen we herbeginnen”, zegt Lefevre. “Ik stel me wel vragen bij het tempo waarop dit alles beslist wordt. We weten dat kleuters niet de meest kwetsbare personen zijn, maar ze kunnen wel drager zijn. Dan vraag ik me af hoe veilig dat allemaal is, want het virus kan van de kleuterleiders naar de turnleerkracht naar de opvangbegeleiders springen. Ik heb het gevoel dat er weinig rekening wordt gehouden met de leerkrachten zelf."

Snel beslist

De richtlijn van minister Weyts is nog niet officieel, want er moet nog een goedkeuring komen door de Nationale Veiligheidsraad. Aan Waalse zijde liet minister van Onderwijs Caroline Désir (PS) al verstaan dat zij de Franstalige scholen niet voor 8 juni zou heropenen. Dat zei ze maandag in La Dernière Heure. Beide ministers hebben vandaag een overleg met hun Duitstalige collega. Ze zouden onder meer naar een oplossing zoeken voor het plaatsgebrek in de klaslokalen, zegt woordvoerder Michaël Devoldere van Vlaams minister Weyts. "We bekijken nu samen met de GEES of de veiligheidsvoorschriften kunnen worden aangepast."

Die moeten dan wel nog worden goedgekeurd door de Nationale Veiligheidsraad, die pas 3 juni zal samenkomen - een dag na de voorziene start van de nieuwe onderwijsplannen. Minister Weyts "denkt en hoopt te zullen vasthouden aan de timing", aldus Devoldere. Voor de Nederlandstalige scholen zit er dus niet veel op dan de plannen al klaar te maken.

Een school waar het wel zal lukken, is basisschool Mater Dei in Sint-Pieters-Woluwe. Daar heeft directeur Peter Janssens een plan uit de koelkast gehaald dat hij eigenlijk al in maart had opgesteld voor alle leerjaren. Elke klas van 24 leerlingen wordt opgedeeld in drie bubbels van acht kinderen, die elk vier halve dagen naar school mogen komen. “Ik heb natuurlijk geluk dat ik genoeg plaats heb, want voor bubbels van zes zou ik ook niet toekomen”, zegt Janssens. De LO- en zorgleerkrachten en twee stagiairs zullen telkens een halve dag per bubbel opvangen. “Hoe meer les je aanbiedt, hoe minder opvang je moet voorzien", redeneert Janssens.

'Veel ouders blijven bang. Hebben die kinderen dan geen recht meer op afstandsonderwijs als zij niet komen?"

Hilde Walder, directrice Sint-Guido Anderlecht

Dat veronderstelt natuurlijk dat genoeg ouders hun kinderen naar de opvang of naar school zullen sturen. In Sint-Guido in Anderlecht kwamen de voorbije week maar de helft van de kinderen opdagen. “Ouders vragen me nu of hun kinderen straf gaan krijgen als ze niet komen”, zegt directrice Walder. Die ouders leven met angst voor besmetting of willen hun kinderen niet op het openbaar vervoer sturen. “Als de lessen moeten heropstarten, kan afstandsonderwijs niet meer. Maar hebben die kinderen dan geen recht meer op onderwijs als zij niet komen?"

“Je kan niet verwachten dat de leerkrachten de lessen hervatten en ook nog eens lesgeven via smartschool, het stopt ergens”, zegt ook directeur Danhieux van Maria Boodschap, die ongeveer negen op de tien kinderen ziet opdagen. “Hoe ze dat gaan oplossen, blijft een groot vraagteken. We gaan vooral inzetten op instructie en vragen stellen in de klas, om dan thuis extra oefeningen te krijgen.”

Voor een concreet plan wacht hij op een officiële richtlijn vanwege de Veiligheidsraad. “Als ze deze week nog niet officieel berichten, stel ik de plannen gewoon een week uit”, aldus Danhieux.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Onderwijs , onderwijsminister Ben Weyts , heropening scholen

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni