Geen plaats voor bijna 3.500 kinderen in Nederlandstalig basisonderwijs

Het aantal kinderen dat ingeschreven wordt in het Nederlandstalige basisonderwijs maar voor wie niet meteen een plaats beschikbaar is, blijft stijgen. Voor bijna 3.500 van de 6.600 aangemelde kinderen is het de komende maanden bang afwachten. “De capaciteit is verhoogd. Maar als ook het aantal aanmeldingen blijft toenemen, is het dweilen met de kraan open.”

Ouders die hun dochter of zoon in januari aangemeld hadden voor een fel begeerde plaats in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel, kregen woensdag te horen of hun kind volgend jaar kan starten in één van de scholen die ze kozen. Dat meldt het Lokaal Overlegplatform (LOP) Brussel Basisonderwijs aan BRUZZ.

Het aantal aanmeldingen in het Brusselse Nederlandstalige basisonderwijs steeg met 2 procent, laat het LOP weten, al werd de capaciteit afgelopen jaar met 3 procent verhoogd. Een procentuele daling dus van het tekort. Maar in absolute cijfers groeit het tekort.

Ondanks de 1.221 extra plaatsen die afgelopen jaar gecreëerd werden, is er nu voor 3.446 kinderen geen plaats. Vorig jaar waren dat er 3.300 op een totaal aantal van zowat 6.300 aanmeldingen.

Opvallend is ook dat er meer kinderen zijn voor wie nog geen plaats van voorkeur gevonden is (3.446), dan kinderen die volgend jaar wel terecht kunnen in één van de scholen die hun ouders kozen (2.968).

'Komen nog plaatsen vrij'

De cijfers moeten echter genuanceerd worden, zegt LOP-voorzitster Nadine Engels. “In de onthaalklas werden in november al 1.961 broertjes en zusjes in hun eerste schoolkeuze ingeschreven. 63 procent van de andere aanmelders voor de onthaalklas kan starten in een school uit zijn top drie. Daarnaast zit een op drie van de leerlingen die aanmeldden nu al ergens op school en is die aangemeld louter om van school te veranderen.”

De plekken die vrijkomen wanneer kinderen naar een andere school verhuizen, worden dan opgevuld door kinderen die deze week geen positief nieuws kregen. In de groep leerlingen die geen plaats kregen toegewezen, is eveneens een derde schoolveranderaar. Een plaats op de schoolbanken - hoewel niet op hun voorkeursschool - is dus al gegarandeerd.

“We volgen elk jaar de kinderen op die een negatief bericht krijgen, en zien dat de meesten uiteindelijk toch een plaats vinden,” zegt Engels. Een terugblik op de aanmeldingen in het schooljaar 2018-2019 laat zien dat van de ruim 3.000 kinderen die aanvankelijk geen plaats hadden, 70 procent onderdak vindt in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel of Vlaanderen. "22 procent heeft een plaats in het Franstalig onderwijs, en 1 procent volgt privéonderwijs of onderwijs in het buitenland.”

Er bleef begin februari echter een groep over van minstens 5 procent, of 172 kinderen, die nog steeds geen school hebben, “hoewel hun ouders ruim op voorhand alle nodige stappen ondernamen om hun kind in te schrijven. Daarnaast is er ook nog een groep van 122 kinderen die we niet konden bereiken en van wie we niet weten of ze een school gevonden hebben.”

'Dringend meer investeringen nodig'

Het LOP roept daarom op om te blijven investeren in extra plaatsen in het Nederlandstalig kleuteronderwijs in Brussel. De nood aan plaatsen is het hoogst in de onthaalklas en eerste kleuterklas, en in de gemeenten Schaarbeek, Brussel, en Molenbeek.

Capaciteitsuitbreiding in aangrenzende gemeenten zou ook het nodige soelaas kunnen bieden, “omdat de nood aan plaatsen de gemeentegrenzen overstijgt”.