Katholiek onderwijs wil andere evaluatieprocedure voor leerkrachten

De evaluatieprocedure voor leerkrachten in het katholiek onderwijs moet eenvoudiger. Op die manier wil de onderwijskoepel leerkrachten die ondermaats presteren, makkelijker ontslaan, "in het belang van alle gemotiveerde leerkrachten."

Wil een school een leerkracht ontslaan die vastbenoemd is, dan moet er een loodzware en ingewikkelde procedure starten. Dat moet anders, vindt het katholiek onderwijs. Eerst en vooral moet de evaluatieprocedure volledig anders, schrijft de krant De Standaard.

Zo wil de koepel elk jaar een functioneringsgesprek voor leerkrachten en enkel een vierjaarlijks evaluatiegesprek voor ernstig onderpresterende onderwijzers., die ook door graadcoördinatoren zouden kunnen uitgevoerd worden. De functiebeschrijving van een leerkracht moet ook vereenvoudigd worden. "Het moet zich beperken tot de kernopdracht van de leraar: lesgeven."

"Vandaag moet er na een slechte evaluatie minstens een periode van twaalf maanden volgen vooraleer een nieuw evaluatiemoment kan plaatsvinden. Dat is de lang," klinkt het. "Drie maanden is meer dan genoeg. Als er dan nog geen progressie is gemaakt, moet de school sneller afscheid kunnen nemen van de leerkracht in kwestie. Dat is in het belang van alle gemotiveerde leerkrachten."

De onderwijskoepels en de vakbonden zijn onlangs overeengekomen dat ze die evaluatieprocedure zullen herbekijken en aanpassen.