Pamperen we onze leerlingen te veel, in plaats van te streven naar excellentie? Nee, dat is absurd, vindt Piet Vandermot, van Brussels ketje uitgegroeid tot directeur van scholengroep Sint-Goedele Brussel. “Door aangepaste zorg kan een kind net echt excelleren.”
| Piet Vandermot, directeur scholengroep Sint-Goedele Brussel.
Lees ook: Meertalig onderwijs verdeelt de politiek
Wie is Piet Vandermot?
- 1968: Heilig Hartcollege Ganshoren
- 1972: Licentiaat wiskunde aan de Katholieke Universiteit Leuven
- 1972-1987: Leerkracht wiskunde
- 1987-2013: Directeur Sint-Guidoinstituut Anderlecht
- 2002-heden: Algemeen directeur vzw Sint-Goedele Brussel, met onder meer het Sint-Guidoinstituut in Anderlecht, het Sint-Pieterscollege in Jette en het Sint-Jozefscollege in Sint-Pieters-Woluwe.
Motivatie. Het woord keert als een muzikaal thema meermaals terug in ons gesprek. “Als je jongeren wil uitdagen om de lat hoog te leggen, moet je ze motiveren.” Directeur Piet Vandermot, master in de wiskunde, spreekt uit ervaring. “Ik ben zelf een arbeiderskind. Het is voor een groot stuk dankzij mijn vader dat ik het zo ver geschopt heb. Hij bleef wakker als ik nog aan het studeren was. Als ik ergens vastzat, kwam hij een keer naast mij zitten, ook al kende hij weinig van wiskunde. Maar niet iedereen krijgt thuis die motivatie.”
De kerntaak van een leerkracht is dus niet de klassieke kennisoverdracht. “Je moet zeker wat te vertellen hebben. Maar een goede leerkracht is in de eerste plaats een goede motivator. Die leerling zo ver mogelijk krijgen, dat is de essentie.”
Ook de leerkrachten zelf wil Vandermot motiveren. Tijdens de familiedag ‘Het G-beuren’ op zaterdag 22 juni kunnen leerkrachten, leerlingen en ouders van de scholengroep Sint-Goedele Brussel de hele dag genieten van gratis tentoonstellingen, spelletjes en activiteiten allerhande in de stad.
Een familiedag van een scholengroep, dat moet een primeur zijn in Brussel. Waarom doen jullie dat?
Piet Vandermot: We willen meer saamhorigheidsgevoel creëren binnen onze scholengroep. Bovendien hebben we een groot tekort aan personeel, zowel in onze kinderopvang als in de scholen. We zien dat veel mensen zich aangetrokken voelen tot Brussel na hun studies. Maar wanneer een Vlaming kindjes heeft, dan wil hij een huis en een tuin, en verlaat hij Brussel.
Na een aantal jaar pendelen, gaat zo’n leerkracht uiteindelijk toch dichter bij huis werken. Dus willen we onze mensen aan onze instellingen binden, uit dankbaarheid voor hun inzet. We doen dat ook voor ouders, en kinderen zijn even welkom. Zeker nieuwe Brusselaars weten niet wat er in hun stad allemaal te vinden is. Ik zeg altijd: wij zijn niet vzw Sint-Goedele, wij zijn vzw Sint-Goedele Brussel. Kinderen uit de Vlaamse en Waalse Rand zijn welkom, maar we zijn er in de eerste plaats voor de Brusselse kinderen.
"Leerplandoelen moeten niet anders zijn in Brussel, maar de weg ernaartoe moet aangepast zijn aan de Brusselse realiteit"
Bent u dan voorstander van apart Brussels onderwijs?
Vandermot: Neen. Ik wil duidelijk maken dat wij onderwijs door een Brusselse bril bekijken. Maar we behoren tot de Vlaamse Gemeenschap. Leerplandoelen moeten niet anders zijn in Brussel dan in de rest van Vlaanderen. De weg ernaartoe daarentegen, die moet aangepast zijn aan de Brusselse realiteit.
(Geagiteerd) Die hele discussie tussen de lat hoog leggen versus zorg, die vind ik zo absurd. Uiteraard willen we die lat hoog leggen. En dat moet je voor iedereen doen, niet alleen voor de leerlingen die meekunnen. Maar het is via de zorg dat je zo hoog mogelijk moet raken.
In Brussel betekent dat dat er misschien meer middelen moeten ingezet worden dan op een andere plaats. Er zijn leerlingen die bijvoorbeeld wel willen op tijd op school zijn, maar eerst hun kleinere broers en zussen moeten wegbrengen en daardoor te laat komen. Moet je dan zeggen: die kinderen doen hun best niet? Nee, die moet je extra ondersteunen.Gelukkig leven we in een samenleving die meer aandacht heeft voor gelijke kansen dan in het verleden. Vroeger werd heel veel uitgegaan van motivatie vanuit jezelf. Nu zie je dat er tenminste nog aandacht geschonken wordt om te proberen om mensen te motiveren op een andere manier.
De recente metastudie van de Leuvense universiteit toont wel aan dat de prestaties in het Nederlandstalig onderwijs achteruitgaan. Waaraan ligt dat dan?
Vandermot: Dat is voor een stuk ook te verklaren door de veranderende tijdsgeest. Op sociale media hanteren jongeren een ander taalgebruik, we hebben allemaal de reflex om dingen online op te zoeken, waardoor we minder van buiten leren. Het is een moeilijke discussie: wat is nu het belangrijkste? Je moet mee met een samenleving die veranderd is en dus veel minder aandacht schenkt aan parate kennis. Maar als we tot de top willen behoren, dan is parate kennis heel belangrijk.Wat ons onderwijs nodig heeft, is volgens mij een geïndividualiseerde aanpak. Kan je een hele groep motiveren? Dat lukte veertig jaar geleden misschien wel, maar nu niet meer. Wil je motiveren, dan moet je per leerling bekijken wat hem of haar prikkelt.
Vraagt dat niet veel extra personeel om al die individuele aandacht te kunnen bieden? En bijgevolg extra investeringen? We investeren nu al relatief veel in ons onderwijs, in vergelijking met andere gemeenschappen die het vaak beter doen.
Vandermot: De vraag is vooral of de huidige middelen goed ingezet worden. Dat vraagt een totale herdenking van ons onderwijs. We denken veel te veel in steriele onderwijsstructuren, dat is niet meer van deze tijd. Er is geen hervorming van het secundair onderwijs gekomen en zeker niet van het onderwijs als geheel.
Er komt toch een hervorming van het secundair onderwijs aan in september?
Vandermot: Komaan, dit is een gemiste kans. Als de minister van Volksgezondheid op dezelfde manier elk wetenschappelijk onderzoek zou opzijzetten, alles wat de basis gezegd heeft zou negeren, zoals gedaan wordt met de hervorming van het secundair onderwijs … Er was een algemeen akkoord over hoe de hervorming er moest komen. Dat is teruggedraaid, en daar moet ik geen partijnamen bij noemen.We weten heel goed dat we van dat watervaleffect af moeten. Jongeren doen nog liever een jaar over dan te moeten ‘afzakken’ naar technisch of beroepsonderwijs. Terwijl leervertraging meestal de motivatie doet afnemen, met schooluitval tot gevolg.
Is het daarom dat u begonnen bent met een tienerschool in Anderlecht? Daar moeten jongeren pas op hun veertiende kiezen tussen algemeen of meer technisch onderwijs.
Vandermot: Voor een bepaalde groep leerlingen kan dat hun motivatie prikkelen. Voor vakken als Nederlands, Wiskunde en Frans blijven we per graad werken. In de namiddag zitten de leerlingen wel door elkaar voor projecten rond ‘zaakvakken’ als biologie. Omdat het om concrete dingen gaat, kan je het theoretische aan het praktische koppelen.
Daardoor geïnspireerd, kunnen kinderen op zoek gaan naar hun talenten, naar wat ze graag en minder graag doen. Ook krijgen ze allemaal Latijn vanaf het vijfde leerjaar, zodat het na vier jaar de leerlingen zelf zijn die voor Latijn kiezen, en niet meer de ouders. De leerling wordt weer eigenaar van het leren.Dat wil niet zeggen dat er geen resultaten behaald moeten worden. Wekelijks zijn er daarvoor feedbackmomenten tussen leraar en leerling.
Tot slot: wat denkt u van het huidige debat rond meertalig onderwijs in Brussel, waarbij vakken in het Nederlands, Frans en Engels worden gegeven?
Vandermot: Opnieuw, voor een bepaalde groep leerlingen kan dat helpen om hen te motiveren. Voor leerlingen die het nu al moeilijk hebben met taal is dat geen goede oplossing. We hebben goede meertaligen nodig. Veel leerlingen mislukken omdat ze het Nederlands niet goed beheersen. Niet verwonderlijk, want wie thuis geen goed Berbers of Turks spreekt, zal het moeilijker hebben om een andere taal goed te leren.
Daarom geloof ik wel in bicultureel onderwijs, zoals Foyer dat zo’n 25 jaar geleden organiseerde. Helaas is dat project afgeschaft. Leerlingen die thuis Turks, Spaans of Italiaans spraken, gingen naar de kleuterklas in hun moedertaal tot nog enkele jaren in het lager onderwijs, zodat ze hun moedertaal goed beheersten. Wel, dat waren heel goede leerlingen.
Meertalig onderwijs, tienerscholen, sportscholen: het hoeft niet voor iedereen te werken. Maar het moeten wel goede tienerscholen, goede sportscholen, enzovoort zijn.
Dat is de kracht van ons onderwijs: dat we vanuit verschillende initiatieven allemaal het beste willen.
De uitdagingen in het Brussels onderwijs
Lees meer over: Brussel , Onderwijs , De uitdagingen in het Brussels onderwijs , Piet Vandermot , scholengroep Sint-Goedele Brussel
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.