Veranderen van woon- of werkplaats, of zelfs van carrière: Brusselse ouders gaan tegenwoordig érg ver om hun kind van een plek op een Nederlandstalige school te verzekeren. Want het plaatstekort blijft groeien, en de ouders van zowat 4.200 kinderen zoeken vlak voor het schooljaar nog naar een school in de buurt. “Ik ben een grote Brusselfan. Maar een van de scenario’s die we nu overwegen is verhuizen naar de omgeving van Gent.”
| Dat komt wel goed, dachten Ward Geerts (32) en Charlotte Van Hassel (33) nog toen ze in december naar Laken verhuisden. Op vijfhonderd meter waren er twéé scholen voor hun dochter Mia van bijna 2,5.
Dat komt wel goed, dachten Ward Geerts (32) en Charlotte Van Hassel (33) nog toen ze in december naar Laken verhuisden. Op vijfhonderd meter waren er twéé scholen voor hun dochter Mia van bijna 2,5. Maar ze maakten de “cruciale fout” – dixit een intussen hoogzwangere Van Hassel – om de school die vijftig meter verder ligt als eerste te rangschikken.
Eén week voor de start van het schooljaar is het daarom voor hen en duizenden andere ouders nagelbijten of er nog een plek vrijkomt, nu de inschrijvingscarroussel zich stilaan op gang trekt. Kinderen die op meerdere scholen ingeschreven zijn of verhuizen creëren vrije plaatsen. Maar zekerheid is er niet, en dus zoeken de pechvogels met man en macht naar oplossingen.
Carrièreswitch
Bram Gilles (48) besloot twee jaar geleden een educatieve master te volgen. “Lesgeven heeft me altijd aangetrokken, maar ik geef toe dat ik al in mijn achterhoofd had dat het ook zou helpen om een school voor mijn kinderen te vinden.”
De leraar geschiedenis en sociale wetenschappen weet uit eigen ondervinding hoe het voelt om nul op het rekest te krijgen. Toen hij en zijn vrouw negen jaar geleden voor hun dochter een school zochten, was er nergens in Schaarbeek plek. Een reddingsboei kwam er uiteindelijk in de vorm van het allerlaatste plaatsje op de net opgerichte gemeenteschool De Kriek.
De 12-jarige Karlijn wil nu het allerliefst naar het Atheneum van Etterbeek, vertelt ze. Ze kent er oud-leerlingen en heeft zelfs de fietsroute al een paar keer uitgetest. “Uiteindelijk hebben we vier scholen opgegeven,” zegt vader Gilles. “Het belangrijkste voor ons was dat ze ambitie en maatschappelijk bewustzijn uitstralen. Onze dochter was bijvoorbeeld heel erg bezig met de klimaatmars, en die scholen ook.”
Overal is Karlijn echter op de wachtlijst beland. “Op mijn eigen fijne school in Zaventem had ik haar gelukkig ook aangemeld. En niet alleen voor ons biedt de school nu een uitweg: vorig jaar kwam ruim een derde van de nieuwe instroom uit Brussel, dit jaar neigt het al richting 40 procent.”
Maryam Zarouali (33) uit Molenbeek heeft nog geen plaatsje voor haar oudste zoontje Souhaib, dat in oktober naar school mag. “Ik kom zelf uit Amsterdam, dus ik ken geen Frans,” vertelt Zarouali. “Ik heb Souhaib ingeschreven bij twee Nederlandstalige kleuterscholen, omdat ik mijn kinderen graag wil kunnen helpen bij hun huiswerk.”
In beide scholen viste ze achter het net, al staat Souhaib redelijk bovenaan de wachtlijst. “Ik hoop heel erg dat hij toch snel naar een van beide kan. Hij kan in de crèche blijven tot hij drie is.”
“Ik kom zelf uit Amsterdam, dus ik ken geen Frans. Ik wil mijn kinderen graag kunnen helpen bij hun huiswerk”
“Thuis praten mijn Franstalige man en ik Arabisch, hij volgt ook Nederlandse les. Ik praat ook Nederlands met ons zoontje, maar hij is nog wat langzaam met praten. Ik denk dat Souhaib het beste meteen naar school zou gaan.”
Ook Pieter (39,*) zou niets liever willen voor zijn dochter Anaelle. Na een artikel van BRUZZ over het plaatstekort op school ging hij versneld op zoek naar een woning. “Onze flat in Sint-Gillis was sowieso te krap voor vier. Maar toen ik las hoe weinig Nederlandstalig onderwijs daar is, besefte ik dat we moesten verhuizen voor onze oudste dochter naar de kleuterklas moest.”
“We wonen nu in een fijn huis in een fijne buurt in Etterbeek. In november wordt Anaelle 2,5, dus we hebben haar aangemeld voor de vijf dichtstbijzijnde scholen. Uiteindelijk staan we óveral op de wachtlijst. Onze ‘hoogste’ plek is plaats 8, op een school die 800 meter van ons vandaan ligt, de laagste 23.”
“Als ik dat destijds geweten had, had ik dit huis misschien niet gekocht, terwijl het op alle andere vlakken aan onze wensen voldoet. Ik voel me in de steek gelaten, al kan ik er moeilijk de vinger op leggen door wie.”
Ketje in Zaventem
Karlijn Gilles gaat volgende week dus met haar vader naar zijn Zaventemse school Zavo. In het KA Etterbeek staat ze op plaats 14 op de wachtlijst, maar toch hoopt ze nog altijd heel erg op een telefoontje. Haar vader: “Dan denk ik dat ze als ketje liever verandert, om in de typisch Brusselse context les te volgen.” Of er geen andere middelbare school in de buurt is? “Jawel. Maar elk jaar verandert een groot deel van dat lerarenkorps, en daar hebben we geen goed gevoel bij. Andere ouders hebben daar een plaatsje gevonden. Als ik de luxe van mijn eigen school niet had gehad, had ik die waarschijnlijk ook op de lijst gezet.”
Pieter zocht ook een oplossing, in de vorm van een Franstalige school. “We hebben allebei erg drukke jobs, we hebben dus een school in de buurt nodig. Doordat mijn vrouw Franstalig is, spreekt Anaelle goed Frans. Maar zij is er bijna nog meer overtuigd van dan ik dat onze dochter naar het Nederlandstalige onderwijs moet, om het taalevenwicht te bewaren.”
“Tot nu toe ‘deed ik niet moeilijk’. Ik kom uit de Westhoek, mijn vrouw komt uit Waals-Brabant. De Franstalige grootouders zien we dus veel vaker, en veel van onze vrienden zijn Franstalig. Zo ben ik op veel momenten alleen verantwoordelijk voor het Nederlands van mijn dochter. Haar grootouders en ik hebben onlangs nog strijd geleverd over ‘Broeder Jacob/Frère Jacques’.”
“De Franstalige school zien wij als een tussenoplossing. Volgend jaar zullen we opnieuw proberen bij de Nederlandstalige, en het jaar nadien opnieuw. Ik ben bereid om redelijk drastische stappen te zetten voor onderwijs voor mijn kind. Een van de scenario’s die we nu overwegen is een verhuizing naar de omgeving van Gent. Ik ben een grote Brusselfan en woon hier al twaalf jaar. Maar ik kan er niet op vertrouwen dat haar Nederlands in het Franstalige circuit goed genoeg zal zijn.”
Geerts en Van Hassel hebben Mia na de initiële njet nog op drie andere scholen ingeschreven. Op een daarvan, twee kilometer verder, belandde ze op plaats 1 op de wachtlijst. Om de paar weken belt Van Hassel de drie scholen “om contact te houden”, verder probeerde het koppel te berusten in de situatie.
Hoewel. Geerts: “We hebben alle lokale Vlaamse politici al aangeschreven ...” Van Hassel: “maar die kunnen natuurlijk niets doen.” Geerts: “Dan krijg je een mail van het LOP (Lokaal Overlegplatform, red.) dat er nog plaatsen zijn in Ukkel of Sint-Pieters-Woluwe. Of je kan naar Vilvoorde, maar je gaat toch niet dagelijks twee uur onderweg zijn?” Van Hassel: “Mia moet pas in november starten, we hopen dus maar dat ze tegen dan opschuift op de lijst.”
Het koppel heeft weet van minstens twee ouders die speciaal voor de aanmeldperiode een bureau vlak bij de school hebben gehuurd, om dat als werkadres op te kunnen geven. “Zo werken mensen van veel verder weg plots op dertig meter van de schoolpoort en worden ze hoger gerangschikt.”
Geerts: “Toen ik dat hoorde, dacht ik, heel eerlijk: waarom heb ik dat zelf niet bedacht?” Van Hassel: “Omdat we op 400 meter afstand wonen, en we dachten dat dat volstond.” Geerts: “Iedereen wil het beste voor zijn kind. Maar ik voel me bijna zo’n rechtse zak die wil roepen dat ik hier woon en in Laken geboren en getogen ben.” Van Hassel: “Voorlopig gaan we ervan uit dat het goed komt.”
(*) Pieter en Anaelle zijn schuilnamen op vraag van de geïnterviewde, de echte namen zijn bekend bij de redactie.
Lokaal overlegplatform: ‘Investeren in extra plaatsen blijft nodig’
3.500 kinderen in het basisonderwijs (55 procent van het totaal), en 650 tieners in het secundair (29 procent) kregen in mei geen school toegewezen. Het Lokaal Overlegplatform (LOP) Brussel Basisonderwijs, dat de inschrijvingen in het basisonderwijs coördineert, wees er toen op dat vorig schooljaar uiteindelijk 95 procent een plaats vond. In een kwart van de gevallen is dat in het Franstalige onderwijs, en voor een deel ook in de Vlaamse Rand.
Vorig schooljaar bleef er echter een groep van ongeveer driehonderd kinderen over die geen basisschool vonden of niet meer te bereiken waren, het LOP waarschuwt dan ook voor een sociale onderwijskloof. In het secundair bleven in mei nog 241 plaatsen op scholen over die ouders niet hadden opgegeven.
De twee LOP’s roepen al jaren op om te blijven investeren in extra plaatsen.
Lees meer over: Brussel , Onderwijs , plaatstekort Brussels onderwijs , kinderen , brusselse jeugd
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.