Schoolgebouwen groeien niet mee met aantal leerlingen

In acht jaar tijd kwamen er 27.000 leerlingen bij in Brusselse scholen, meestal op bestaande sites. De groei zet vaak druk op de gemeenschappelijke ruimtes, die niet meegroeien. Bijna 60 procent van de scholen vindt die niet meer aangepast aan het leerlingenaantal.

Het Gewest kende het afgelopen decennium een ware demografische boom. Die leidde tussen 2009 en 2017 tot een groei met 12 procent van het aantal leerlingen in het basis- en secundair onderwijs, goed voor 27.000 extra leerlingen.

Uit een enquête van het BISA bij 128 scholen blijkt dat de bijkomende leerlingen vooral een plek vonden op bestaande sites, die goed waren voor 60 procent van de capaciteitsuitbreiding.

De groei van het aantal leerlingen op bestaande schoolsites betekende daardoor vaak dat er klaslokalen bijkwamen, zonder dat de gemeenschappelijke ruimtes evenredig (of überhaupt) groeiden.

De druk op die turnzalen, speelplaatsen, sanitaire voorzieningen en leraarskamers groeide dan ook gestaag de voorbije jaren. Liefst 58 procent van de scholen die antwoordden op de enquête zeggen dat die gemeenschappelijke ruimten niet meer aangepast zijn aan het aantal leerlingen op de school.

Infrastructuurnormen op de korrel

Over de algemene kwaliteit van de schoolinfrastructuur zijn de meningen verdeeld. Een kwart van de respondenten vindt dat die verbeterde, 38 procent zag ze gelijk blijven, terwijl 36 procent van de antwoorders oordeelt dat de kwaliteit achteruit boerde.

De auteurs merken op dat de enquêteresultaten vragen opwerpen over de infrastructuurnormen die opgelegd worden om subsidies te krijgen. Die normen leggen vandaag een maximaal aantal vierkante meter op per schoolgebouw en geen minimum. Een groeiende schoolbevolking leidt daardoor niet automatisch tot een verbetering of uitbreiding van gemeenschappelijke ruimtes.