Het onevenwicht tussen vrouwen en mannen voor de klas is de voorbije vijf jaar nog toegenomen. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Steve Vandenberghe (sp.a) heeft opgevraagd bij minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) en waarover De Zondag bericht.
Steeds minder mannen voor de klas
Vorig jaar waren in het Nederlandstalig basisonderwijs 63.551 vrouwen aan de slag, tegenover 8.943 mannen. In het secundair onderwijs was de verhouding 49.440 vrouwen tegenover 27.291 mannen. "Het onevenwicht is met één procent gestegen tegenover vijf jaar geleden", aldus Vandenberghe.
"In plaats van verbeteren, wordt het dus nog slechter. Uit heel wat onderzoek blijkt nochtans dat een meer evenwichtige genderverhouding zowel leerlingen als leerkrachten ten goede zou komen". De toekomst oogt bovendien weinig beter. In de lerarenopleiding zijn vorig schooljaar 70 procent vrouwen en 30 procent mannen gestart.
Het SP.A-parlementslid vindt dat de regering aandacht moet schenken aan het onevenwicht door te sensibiliseren, stimuleren en ondersteunen. "In de beleidsnota van de minister staat daar echter geen woord over".
Lees meer over: Brussel , Onderwijs , nederlandstalig onderwijs
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.