'Thuistaal is voor thuis, niet voor in de klas'

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts is niet opgezet met een project van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) waarin meertaligheid en het gebruik van de thuistaal in Nederlandstalige scholen in Brussel gestimuleerd wordt. Volgens de N-VA-minister zaait het project "verwarring" over de rol van het Nederlands als instructietaal en is er geen wetenschappelijke evidentie voor het gebruik van de thuistaal in de klas.

Dat antwoorde Weyts op een vraag van N-VA-parlementslid Annabel Tavernier. Coalitiepartner CD&V vindt wél dat er "openheid" moet zijn voor het gebruik van de thuistaal.

Op initiatief van VGC-collegelid Sven Gatz, bevoegd voor Onderwijs en Scholenbouw, lanceerde de Vlaamse Gemeenschapscommissie een projectoproep om initiatieven rond meertaligheid in de Nederlandstalige scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te stimuleren. "We willen inzetten op meertaligheid Nederlands, Frans en Engels in onze scholen, in combinatie met de thuistalen van de leerlingen", zo zei Gatz daarover.

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts reageert niet bepaald 'amused' op die plannen. De N-VA-minister zegt niet op de hoogte te zijn gebracht en hij heeft ook inhoudelijke kritiek.

Volgens Weyts mag er niet afgeweken worden van de basisafspraak dat het Nederlands de instructietaal is in het Nederlandstalige onderwijs. "Het is geen goed idee om af te wijken van die basisafspraken. Nederlands is net de maïzena in ons onderwijs", aldus Weyts. Volgens hem is er ook "geen wetenschappelijke evidentie" die het nut aantoont van het gebruik van de thuistaal in de klas.

Partijgenote Annabel Tavernier is het helemaal eens met die houding. "Nederlands vormt het fundament waarop alle andere vormen van leren steunen", zegt het N-VA-parlementslid.

Tavernier vindt het ook onbegrijpelijk dat collegelid Gatz "in tijden waarin de kennis van het Nederlands achteruit gaat en het onderwijs zakt op de internationale rankings dergelijke projectoproepen uitrolt". Ook Vlaams Belang-parlementslid Jan Laeremans noemt dergelijke projecten "contraproductief voor het onderwijs".

'Niet langer iets vies'

CD&V-parlementslid Loes Vandromme liet in naam van haar collega Hilal Yalçin een iets ander geluid horen. "We mogen niet afwijken van Nederlands als instructietaal, maar er moet openheid mogelijk zijn naar de thuistaal, zeker in een meertalige context als Brussel. De thuistaal moet niet langer als 'iets vies' gezien worden", klonk het.

Minister Weyts is het daar niet mee eens. "Hoe groter de diversiteit en hoe groter het aantal verschillende thuistalen, hoe groter ook de nood aan één verbindende taal, namelijk het Nederlands. De thuistaal respecteren we, maar die dient voor thuis en niet voor in de klas. Elke andere boodschap die daarover gegeven wordt zonder wetenschappelijk evidentie zaait verwarring en onduidelijkheid", zo besloot de onderwijsminister.